Predikant met burn-out ervaart te weinig steun kerkenraad
Niet de werkdruk, niet een conflict, maar het te weinig ervaren van steun van hun kerkenraad is vooral oorzaak van een burn-out bij predikanten. En het ontbreken van persoonlijke hoop. Dat blijkt uit het onderzoek ”Tussen bevlogenheid en burn-out”.
Ruim 600 predikanten uit de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) deden mee aan het onderzoek ”Coachen naar bevlogenheid. Een pilotstudy naar het effect van coaching voor gemeentepredikanten van de Protestantse Kerk in Nederland”. Het werd in 2013 en 2014 uitgevoerd door Stichting Ruimzicht te Utrecht en wordt dinsdag op de predikantendag van de Protestantse Kerk gepresenteerd.
Van de onderzochte predikanten had 4 tot 5 procent te maken met burn-out. Dat is lager dan de gemiddelde 13 procent die bij andere sectoren gemeten is.
Projectleider Anne Weiland is niet verbaasd over dit lage percentage. „Je ziet dat predikanten heel loyaal zijn in hun werk. Ze geven niet snel op. Mogelijk hebben predikanten ook meer ruimte dan mensen in andere beroepen om even op adem te komen.”
Coachingstraject
Bij het onderzoek hoorde ook een coachingstraject, waaraan 45 predikanten hebben meegedaan. De onderzoekers kozen ervoor predikanten te selecteren die veel symptomen van stress of uitputting vertoonden. De coaching bestond uit zeven gesprekken en huiswerkopdrachten. Weiland: „Voorafgaand aan het traject vulde de predikant een vragenlijst in over welbevinden, stress, functioneren en persoonlijk leiderschap. Zicht krijgen op persoonlijke drijfveren kan predikanten helpen hun professionaliteit te vergroten en persoonlijk leiderschap te versterken.”
Uiteindelijk bleek dat het coachingstraject een aantoonbaar positief effect had op het verminderen van chronische stress en uitputting. „Het percentage predikanten met burn-out daalde van 24,6 naar 4,1 procent, terwijl het percentage in de controlegroep nagenoeg gelijk bleef. Het aantal predikanten met hoge stress zakte van 88,4 naar 34,6 procent, in de controlegroep zakte dit percentage naar 47,1 procent.”
Het te weinig ervaren van steun van de kerkenraad is dus de belangrijkste reden voor een burn-out. Wat valt hieraan te doen?
„Predikant en kerkenraad zouden het spel van verbinding leggen beter moeten cultiveren en verwachtingen beter moeten afstemmen op elkaar. Duidelijkheid in werkprocessen is nodig en ook het zorg hebben voor elkaar.
Een andere belangrijke oorzaak is het gebrek aan persoonlijke hoop. Als je iedere dag tegen jezelf zegt dat je het niet goed doet, dat je meer moet doen om aan de verwachtingen van anderen tegemoet te komen, dat anderen het beter kunnen dan jij, dan wordt het predikantschap een stressvol ambt en ligt uitputting op de loer.”
Wat kan een predikant doen om burn-out te voorkomen?
„Daarvoor gelden drie kernwoorden: groei, verbinding en autonomie. Groei in vaardigheden. Predikanten vinden het vaak lastig om feedback te geven, omdat ze zich kwetsbaar voelen in de samenwerking met elkaar en soms ook niet weten hoe ze dat respectvol kunnen doen. Hoe bespreek je kritiek uit de gemeente over bijvoorbeeld het pastorale functioneren van je collega?
Verbinding en samenwerking heeft de ene voorganger meer nodig dan de ander. Als je het prettig vindt om met collega’s te werken en deze verdwijnen door een fusie of anderszins, dan zul je op zoek moeten naar andere mogelijkheden voor collegiale uitwisseling.
En verder is het belangrijk dat je weet dat jíj baas bent over de doelen die je jezelf stelt. Een predikant heeft veel taken die niet te sturen zijn, zoals het verzorgen van begrafenissen. Toch kun je binnen het werk wel prioriteiten leggen. Als je jeugdwerk belangrijk vindt en je tijd gaat op aan ouderenpastoraat, kun je ervoor kiezen om –in overleg met de kerkenraad– het ouderenwerk zo op te zetten dat je tijd vrij speelt voor jeugdwerk. Soms kan het goed zijn de bakens te verzetten en godsdienstleraar te worden bijvoorbeeld.”
Van de predikanten die aan het onderzoek hebben meegedaan, is minder dan 10 procent „bevlogen.” Dat percentage is lager dan het gemiddelde cijfer voor bevlogenheid onder de Nederlandse beroepsbevolking: 15 tot 20 procent.
Hoe komt het dat predikanten minder bevlogen lijken?
„Kerkelijke gemeenten zijn complexe organisaties om in te werken. De mix van vrijwilligers en professionals vraagt duidelijke afbakening van taken over en weer. Daarnaast vallen wonen en werken voor de meeste predikanten samen. Je bent met hart en ziel bij je werk betrokken en als je het heel veel jaren doet en je ziet de kerk langzaam leeg lopen, dan gaat dat je niet in de koude kleren zitten.
Bevlogenheid betekent overigens niet dat je iedere zondag vol vuur moet staan te preken. Het is het zo bezig zijn met je werk dat het als vanzelf gaat. Bevlogen mensen hebben een hoge mate van energie en toewijding aan hun werk.”
Hoe voel je als predikant een burn-out aankomen?
„Veel predikanten voelen dat niet aankomen. Ik zou willen zeggen: luister naar je innerlijk. Druk zijn is niet erg, het gaat om de balans in je activiteiten en dat je je gesteund weet.”
>>ruimzicht.nl/predikanten/coaching
„Trek op tijd aan de bel”
Veel van de deelnemende predikanten aan het onderzoek ”Tussen bevlogenheid en burn-out” van Stichting Ruimzicht raden aan om tijdig aan de bel te trekken als je als voorganger stress of psychische druk ervaart. Enkele reacties van deelnemers: „Wacht niet te lang als predikant om concreet hulp te zoeken als je werk je zwaar valt, als je merkt dat je motivatie terugloopt of wanneer je gebukt gaat onder negativisme of kritiek.” „Denk niet te snel dat het je blijkbaar aan geloof en overtuiging ontbreekt.” „Gun jezelf tijd en ruimte met een coach te zoeken waarmee je geholpen zou zijn!”
Ook kerkenraden kunnen hun predikanten stimuleren om coaching te zoeken, vindt projectleider Anne Weiland. „Dat hoeft geen ellenlang of duur traject te zijn. Een predikant zei: „Zeven gesprekken bleken hier voldoende te zijn. Een positieve stimulans werkt meer uit dan klagen en bekritiseren. Wees zuinig op het menselijk kapitaal.””