Met Studiebijbel de wereld in
Nu met de Studiebijbel de wereld in, vindt drs. Gijs van den Brink, redacteur en coördinator van de commentarenserie van het Centrum voor Bijbelonderzoek (CvB) in Veenendaal. Meer dan veertig auteurs hebben aan het project meegewerkt, en ruim 23.000 bladzijden met uitleg geschreven. „Over de letter van de tekst zijn de meesten het wel eens; de verschillen ontstaan over de boodschap en de uitleg ervan.”

Vorige week gaf het CvB het 29e en laatste deel van de Studiebijbel uit. Het betreft het commentaar bij de boeken Hosea tot en met Maleachi in deel 12 van de serie Oude Testament.
Drieëndertig jaar is aan het megaproject gewerkt. In 1986 verscheen als eerste deel het commentaar op Mattheüs. Op dit moment zijn er ruim 110.000 boeken gedrukt en verspreid. De huidige redactie bestaat uit ds. Hans Bette, drs. Gijs van den Brink en dr. Mart-Jan Paul.
Ontstaan
De oorsprong van de studiebijbel ligt eind jaren zeventig van de vorige eeuw. Herman ter Welle, directeur van Evangelisch Centrum In de Ruimte in Soest, ontmoette in Noorwegen de Bijbelleraar Thoralf Gilbrant. Deze liet hem een vijfdelige serie bij de Bijbel zien die door hem was uitgegeven en waarvan de productie ook in de Verenigde Staten in voorbereiding was onder de naam ”Complete Biblical Library”.
Ter Welle was onder de indruk van het concept, maar terug in Nederland kwam hij tot de conclusie dat de Noorse opzet veel te summier was voor het Nederlandse publiek, dat theologisch om meer kwaliteit vroeg. Hij benaderde nieuwtestamenticus drs. Gijs van den Brink en classicus drs. Henk Courtz om het concept uit te werken voor de Nederlandse context.
Vanaf 1981 werkten zij aan de productie van het eerste boekdeel Mattheüs, dat in 1986 verscheen. Ds. Hans Bette, destijds predikant van een evangelische gemeente in Veenendaal, werd benaderd om als redacteur-manager het project te leiden. Vanaf 1986 verscheen er gemiddeld een boekdeel per jaar in de serie bij het Nieuwe Testament (SBNT).
In 1999 werd de uitgave van de Studiebijbelserie voortgezet onder dezelfde redactie door het daartoe opgerichte stichting Centrum voor Bijbelonderzoek. Vanuit dit centrum werden tussen 1999 en 2003 de laatste vier delen van het Nieuwe Testament uitgegeven. In 2005 verscheen de digitale uitgave op cd-rom van de zeventiendelige serie over het Nieuwe Testament.
In 2003 werd gestart met de twaalfdelige uitgave van het Oude Testament (SBOT). Hiervoor trok het centrum oudtestamenticus dr. Mart-Jan Paul aan.
Binnenkort komt het CvB met een geheel vernieuwde applicatie van de Studiebijbel op de markt. Deze is geschikt voor tablets, waaronder de iPad. Ook de website studiebijbel.nl wordt op dit moment stevig vernieuwd en zal naar verwachting eind deze maand online zijn.
De commentarenserie geeft de lezer de oorspronkelijke grondtekst en de woord-voor-woordvertaling van de Bijbel. Door een internationaal verantwoorde transliteratie of letteromzetting van de Griekse en de Hebreeuwse woorden kan iedereen de Griekse en Hebreeuwse tekst lezen. Er is een vers-voor-versverklaring vanuit een orthodox Bijbelwetenschappelijk perspectief en de lezer kan de verschillende handschriften met elkaar vergelijken. De serie kent verder zes boekdelen met woordstudies van elk Grieks woord in het Nieuwe Testament.
De kracht van de Studiebijbel is: iedereen kan nu, zonder voorkennis, de grondtekst raadplegen?
„Dat is zeker de motivatie geweest: de Bijbeltekst voor iedereen openleggen. Opvallend is dat meer dan 40 procent van de gebruikers in een enquête aangaf dat de woord-voor-woordvertaling de kracht van de Studiebijbel is, gevolgd door de waardering van het commentaar.
In de moderne talen is alles gericht op de doeltaal: de vertaling van de inhoud van de tekst in de taal van vandaag. Maar wij geloven dat de Schrift woordelijk is geïnspireerd, zoals Paulus dat aangeeft: élk woord is van God ingegeven. Daarom wordt er zo letterlijk mogelijk vertaald en is de vertaling van woord voor woord zo belangrijk. Vergelijk de Bijbel met een wetboek, het boek van de Wet van God. Je wilt weten hoe zo’n wetstekst precies luidt. We vertegenwoordigen eigenlijk een reformatorisch beginsel dat nogal eens werd en wordt bestreden: leken hoefden immers niet de grondtekst te lezen, ze zouden er toch niets van begrijpen. Dat was alleen voor de theologisch gevormden.”
In deze tijd zijn er allerlei discussies over de aard van het gezag van de Schrift. Staat dit gezag ter discussie?
„Het is anders van toon. In de tijd van Jezus was het zo dat een leraar met geestelijk gezag sprak en dat zijn woord voor geen tegenspraak vatbaar was. In onze tijd staat dat gezag ter discussie, niet alleen in de samenleving maar ook in de kerk. Hoorders bepalen zelf wat ze van iemand aannemen. Dat betekent dat we het gezag van theologen en van de Schrift anders beleven dan in de tijd van de Bijbelschrijvers. We gaan als Studiebijbel uit van de Bijbel als het historisch betrouwbare Woord van God en verschillen daarin van de vrijzinnige theologie of van de literaire theologie van bijvoorbeeld de vroegere Amsterdamse School. Die richtte zich ook op de letterlijke tekst maar maakte de geschiedenis daarvan los.”
Orthodoxe lezers zullen zeggen: Het stáát er –letterlijk– en daarom is het waar. Waarom nog discussiëren over het gezag?
„Gods Woord heeft absoluut gezag, maar de interpretatie is menselijk. Over de letter van de tekst zijn we het grotendeels eens. Ook al kennen de verschillende handschriften duizenden kleine afwijkingen, er zijn op dit punt relatief weinig inhoudelijke verschillen. Het probleem ligt echter vooral in de duiding en de toepassing van de boodschap van de Bijbel.
Toch is dit tegelijkertijd ook de winst van deze tijd. Twintig jaar geleden ging alle energie op aan de vraag wat er nu precies staat. Waren we als Bijbelstudiegroep toe aan de toepassing, dan was de avond voorbij. Nu vraagt men vooral naar de betekenis van de tekst voor ons in deze tijd. Het maakt de uitleg van de Bijbel alleen maar boeiender, effectiever en vruchtbaarder. We hopen dat men in dit proces wel gebruikmaakt van de Studiebijbel om te kijken wat er precies staat.”
Maar dan er blijft verschil van mening over de vraag hoe men bepaalde gegevens interpreteert. Een voorbeeld is de discussie over de vrouw in het ambt.
„De uitkomst daarvan hangt weer af van de interpretatie van het ambt. In evangelische kringen spreekt men van bedieningen, die heel breed en divers kunnen zijn. Bediening en dienstbetoon liggen dicht bij elkaar. Leg je daarentegen het accent op het ambt en het instituut en hecht je sterk aan een strak onderscheid tussen oudste en diaken, dan stempelt dat ook de verhouding tussen man en vrouw. In een laagdrempelige visie op de gemeente komt de verhouding tussen man en vrouw in een ander daglicht te staan. Vanuit het algemeen priesterschap van de gelovigen kan iedereen die door de Geest geleid is, profetisch een woord spreken. Christus was dienstbaar, en wij zijn dat ook, als dienstknechten en dienstmaagden. Dat betekent geen wanorde in de gemeente, want het geestelijk gezag komt vanzelf naar boven als duidelijk wordt dat iemand zich onderscheidt door kennis en inzicht.”
Wat is de doelgroep van de Studiebijbel?
„Die bestaat volgens een recent gehouden enquête onder de gebruikers uit evangelische en reformatorische christenen. Ze houden elkaar in het evenwicht zelfs. De serie is oorspronkelijk begonnen in evangelische kring, maar mede door de komst van dr. M. J. Paul als eindredacteur van het commentaar op het Oude Testament –in evangelische kring toch een ondergeschoven kind– heeft de Studiebijbel steeds meer ingang gevonden in reformatorische kring. Uit dezelfde enquête blijkt dat de grote meerderheid de Studiebijbel leest voor persoonlijk gebruik, gevolgd door het gebruik ervan door voorgangers in de voorbereiding van hun preken.”
Is er nog belangstelling voor zo’n omvangrijke reeks boeken? Is Bijbelstudie niet steeds meer een digitaal gebeuren geworden?
„Klopt, we zijn eigenlijk ingehaald door het digitale tijdperk. We zouden deze serie nu niet meer zo beginnen met het afdrukken van de grondtekst en zulke dikke boeken. Interessant is dat de helft van de abonnees op onze serie de digitale editie gebruikt en de andere helft de gedrukte uitgave. Hier vindt in snel tempo een verschuiving plaats.”
Geen einde missie
Het laatste deel van de Studiebijbel betekent zeker niet het einde van de missie van het CvB, zegt drs. Van den Brink. Naast alle vernieuwingen hoopt het centrum dit jaar een Spaanse vertaling van de commentaren van het Nieuwe Testament uit te brengen via de online-applicatie. Verder wordt er gewerkt aan de revisie van een aantal commentaren van nieuwtestamentische boeken, te weten Mattheüs en Galaten tot en met Filemon.
Drs. Van den Brink: „Ik ben nogal mission-minded: de wereld in met deze Studiebijbel, zou ik willen zeggen. Daarom werken we sinds 2009 aan een Spaanstalige editie. We behoeven geen Engelse editie want in die taal is er al zo veel. Ik woon hier samen met migrantenchristenen en onder hen is werkelijk gebrek aan alles. We kunnen het ons niet permitteren om meningsverschillen te hebben over van alles en nog wat terwijl wij deze broeders en zusters in de kou laten staan. We hebben ons tot nu toe altijd kunnen bedruipen, dankzij een vast aantal abonnees en sponsors. Nu we minder auteurs hoeven te betalen, kunnen we ons richten op de verspreiding van de Studiebijbel over de grenzen heen. Juist aan direct toegankelijke commentaren is in Latijns-Amerika grote behoefte.”
Gijs van den Brink
Gijs van den Brink (1953) studeerde theologie in Utrecht. Tussen 1981 en 2006 was hij gastdocent Nieuwe Testament aan De Wittenberg in Zeist en de Evangelische Theologische Hogeschool (ETH) in Veenendaal (die sinds 2004 onder de Christelijke Hogeschool Ede valt); van 2004 tot 2006 ook aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) te Leuven. Sinds 1981 werkte Van den Brink als redacteur voor commentarenserie Studiebijbel. Hij publiceerde tientallen artikelen en boeken en is redacteur van verschillende theologische tijdschriften in evangelische kring. Van den Brink is stichter en voorzitter van stichting Elim in Doorn, een woongemeenschap en huisgemeente met zendings- en ontwikkelingsprojecten in Azië. Hij is getrouwd en heeft drie dochters.
Zie ook:
Centrum voor Bijbelonderzoek voltooit 29-delige Studiebijbel (RD.nl, 01-04-2015)
Steeds weer nieuwe vergezichten : Vierde deel Studiebijbel OT verschenen (Reformatorisch Dagblad, 24-11-2007)
De presentatie van deel III van de Studiebijbel Oude Testament (2) (Gereformeerd Weekblad, 05-01-2007)
De presentatie van deel III van de Studiebijbel Oude Testament (1) (Gereformeerd Weekblad, 22-12-2006)
“Er valt veel nieuws te vermelden” : Serie Studiebijbel Oude Testament verwerkt onderzoek van laatste vijftig jaar (Reformatorisch Dagblad, 11-05-2004)
Elk jaar een vuistdik boek : Studiebijbel Nieuwe Testament doet handreiking aan huisvrouw en professor – interview met ds. J. C. Bette en drs. Gijs van den Brink (Reformatorisch Dagblad, 06-02-2003)
Studiebijbel NT na 22 jaar afgerond (Reformatorisch Dagblad, 05-02-2003)
Dr. M. J. Paul bij Studiebijbel (Reformatorisch Dagblad, 07-03-2002)
Studiebijbelproject wil brug slaan tussen theologie en gewoon kerklid : Campagne moet zorgen voor forse vergroting abonneebestand (Reformatorisch Dagblad, 02-06-1999)