De Dow-Jonesindex sloot uiteindelijk 0,2 procent hoger op 17.902,51 punten. De brede S&P 500 steeg 0,3 procent naar 2081,90 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq sloot met 4950,82 punten 0,8 procent boven de slotstand van dinsdag.

Beleggers waren vanaf de openingsbel in afwachting van de Fed-documenten, die ongeveer halverwege de sessie werden gepubliceerd. Uit het vergaderverslag bleek dat er binnen de centrale bank een groep is die voor een renteverhoging in juni staat, terwijl anderen later in het jaar een beter moment vinden. Sommigen kijken alweer naar 2016 voordat het belangrijkste rentetarief dat sinds eind 2008 op het historisch lage niveau van 0 tot 0,25 procent staat, omhoog kan.

Op de beursvloeren stond de oliesector in de schijnwerpers. Een verdere toename van de Amerikaanse olievoorraden zorgde voor een flinke daling van de olieprijzen. Zo zakte de prijs van een vat Amerikaanse olie 5,7 procent tot 50,93 dollar. Brentolie werd 5,2 procent goedkoper en kostte 56,03 dollar per vat. Olieconcern Chevron verloor 1,7 procent, marktleider ExxonMobil speelde 2 procent aan beurswaarde kwijt. Eerder op de dag had Shell al voor reuring in de markt gezorgd door aan te kondigen de Britse gasproducent BG Group voor tientallen miljarden euro’s over te nemen.

Een opvallende stijger was het aandeel Mylan, dat 14,8 procent aandikte. De farmaceut maakte bekend 29 miljard dollar op tafel te willen leggen voor branchegenoot Perrigo. Laatstgenoemde steeg 18,4 procent. Techgigant Apple verloor 0,3 procent; de Franse bank Société Générale trok het koopadvies voor het aandeel in vanwege de negatieve gevolgen van de sterke dollar op het concern.

Alcoa, dat nabeurs de boeken opent, steeg 1,8 procent.

De euro noteerde op 1,0783 dollar, tegen 1,0800 dollar bij sluiting van de Europese beurshandel op woensdag.