OM eist opname bedreiger advocaat Spong
AMSTERDAM (ANP). De 57-jarige Ronald ten C., die advocaat Gerard Spong met de dood heeft bedreigd, is volgens het Openbaar Ministerie (OM) volledig ontoerekeningsvatbaar. Dat blijkt uit een rapport van het Pieter Baan Centrum, dat concludeert dat de man lijdt aan psychoses en schizofrenie. De officier van justitie wil dat de rechtbank in Amsterdam de man voor maximaal een jaar laat opnemen in een psychiatrisch ziekenhuis.
Ten C. heeft bekend dat hij Spong in de periode van november 2013 tot juli vorig jaar meerdere e-mails stuurde waarin hij de raadsman met de dood bedreigt. Hij deed dit naar eigen zeggen nadat hij op televisie beelden had gezien over een serie moorden, waar de advocaat, die volgens hem zijn biologische vader is, verantwoordelijk voor zou zijn. De verdachte, die sinds 12 augustus vastzit, ontkent dat hij geestelijk ziek is en weigert medicatie te nemen.
Spong verklaarde tijdens de zitting dinsdag dat hij wel wat gewend is als het gaat om bedreigingen. „Maar deze spande de kroon. Ik voel me zeer bedreigd sinds ik die mails heb gekregen. Vooral omdat ze ondertekend waren met ‘dienaar van God’. Dat gaf het enge gevoel dat ik te maken had met iemand die niet voor rede vatbaar was.” De advocaat schroefde de veiligheidsmaatregelen rondom hem op. „Je hebt constant het gevoel dat je te maken hebt met een onzichtbare vijand. Elke keer als ik de straat op ga, kijk ik om me heen. Ik kies dan ook de winkelkant, omdat er dan sneller hulp is als mij iets overkomt.”
Volgens het OM achten deskundigen de kans op herhaling groot. „Er komt hier een hele grote, stevige man binnen die ervan overtuigd is dat bepaalde zaken zijn gebeurd die niet helemaal overeenkomen met de realiteit”, zei de officier. Hij denkt dan ook dat Ten C. ook een gevaar voor anderen kan zijn.
Ten C.’s advocaat was het daar niet mee eens. Volgens hem is zijn cliënt geen gevaar voor zijn omgeving. „Heel veel mensen in Nederland hebben soortgelijke klachten. De wil om te behandelen kan er wel zijn, maar het kan niet volgens de wet.”
De rechtbank doet op 21 april uitspraak.