Dat blijkt uit een donderdag verschenen onderzoek van het Amerikaanse Pew Research Center naar de ontwikkeling van wereldreligies in de periode 2010-2050.

Het religieuze gezicht van de wereld verandert snel, concluderen de onderzoekers. Dat komt vooral door verschillen in geboortecijfers, het percentage jongeren en het aantal bekeerlingen.

De islam en het christendom zullen over 35 jaar voor het eerst in de geschiedenis ongeveer even groot zijn. Als de huidige bevolkingsgroei doorzet, zijn er in 2050 ongeveer 2,8 miljard moslims (30 procent van wereldbevolking) en 2,9 miljard christenen (31 procent). In 2010 waren er ruim 1,6 miljard moslims (23 procent) en 2,2 miljard christenen (31 procent). In 2070 streeft de islam het christendom in omvang voorbij.

De groei van de islam wordt volgens de onderzoekers voor een belangrijk deel veroorzaakt door het geboortecijfer. Een moslima krijgt gemiddeld 3,1 kinderen, een christin 2,7. Beide getallen liggen boven het „minimum” van 2,1 kinderen dat nodig is voor groei. Boeddhisten (1,6), areligieuzen (1,7) en aanhangers van volksreligies (1,8), zitten daaronder.

Het percentage atheïsten, agnosten en mensen die geen religie aanhangen zal in Noord-Amerika en Europa toenemen, maar wereldwijd dalen: van 16 procent in 2010 naar 13 procent in 2050. In absolute aantallen betekent dit een lichte stijging, van 1,1 miljard naar 1,2 miljard.

In Europa blijven christenen de grootste religieuze groep, maar hun aandeel zal afnemen van driekwart naar twee derde van de bevolking. In 2050 hangt 23 procent van de Europeanen geen enkele religie aan; 10 procent is moslim (nu 5,9 procent).