Kerk & religie

De rechtvaardiging op het fornuis; lutherse beelden in het dagelijks leven

Luther zorgde voor een heuse beeldenstorm. Niet met hamer en beitel. Hij bracht een drang die van binnenuit de kunst veranderde. Zijn nieuwe leer hervormde ook de beeldcultuur.

31 March 2015 19:42Gewijzigd op 15 November 2020 17:50
Luthers gezinsleven, schilderij van onbekende kunstnaar rond 1680. beeld RD, Evert van Vlastuin
Luthers gezinsleven, schilderij van onbekende kunstnaar rond 1680. beeld RD, Evert van Vlastuin

Het lijkt een gewoon gezin, met vrouwen en meisjes. De een handwerkend, de ander schrijvend, en een volwassene met de roede. Maar het geoefend oog ziet meer op het zeventiende-eeuwse schilderij: aan de kastdeur links hangt de Augsburgse Confessie. En daarmee is het huis getekend: dit is een luthers gezin.

Dr. Siegfried Müller heeft een geoefend oog, maar toch duurde het wel even voordat de cultuurhistoricus van het Landesmuseum in het Duitse Oldenburg in de gaten had dat het hier om de Augsburger gaat. „Het staat er niet zo duidelijk op.”

Nu de letters echter ontcijferd zijn, passen ook andere dingen beter. Er hangt in dit huis geen crucifix (het kruisbeeld met de lijdende Christus), en Maria en Petrus ontbreken eveneens. „Voorwerpen met die thema’s zijn typisch rooms-katholiek.”

Müller is de afgelopen jaren bezig geweest met het verzamelen van wat wel allemaal in dat lutherse huis zou kunnen liggen. Uiteindelijk koos hij 260 voorwerpen voor de tentoonstelling ”Martin Luther und die Welt der Bilder” in Oldenburg. Veel van die voorwerpen zijn speciaal voor dit project „wakker gekust” uit de depots, grapt museumdirecteur prof. dr. Rainer Stamm.

Pijpenkop

Het verschil tussen luthers en rooms-katholiek zit soms dus in de kleine dingen. In het lutherse gezin op het schilderij zou bijvoorbeeld zomaar de pijpenkop te vinden zijn waarin de Wartburg is uitgesneden. Dat is het kasteel waar Luther zijn vertaling van het Nieuwe Testament maakte. Rook je uit zo’n pijp, grijnst Müller, wijzend op een vitrine, dan is dat „geen toeval.” Zo iemand wil gekend worden als lutheraan.

Müller stopt bij een houtsnede die deel was van een kist. „Een prachtige uitbeelding van Wet en Evangelie.” Hij legt uit hoe de mens in het midden zit, onder de boom. Links toont Mozes met de twee tafelen van de wet de hopeloosheid. Maar aan de rechterkant wijst de evangelist Johannes juist op de gekruisigde Christus. „Deze voorstelling van de rechtvaardigingsleer is een van de meest terugkerende thema’s in de lutherse beeldcultuur.”

Een ander geliefd thema voor lutheranen is de gelijkenis van de verloren zoon. Ook daarin schittert de rechtvaardiging: God de Vader Die de dwalende kinderen in genade aanneemt.

Ook de kruisiging en de zondeval komen veel voor. Op de meest alledaagse voorwerpen staan Adam en Eva, kijkend naar de verboden vrucht. Müller loopt langs de tabaksdozen, etensborden en kachelschilden. „Overal wordt de mens eraan herinnerd dat hij is gevallen. Het bewijst de diepe religiositeit van de mensen in de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw.”

Interessant aan de tabaksdozen is dat ze veelal in Nederland werden gemaakt. Dat gold ook voor het keramiek: etensborden en schouwtegeltjes. Die kwamen met duizenden tegelijk vanuit het Nederlandse Makkum hier naar Nedersaksen.

Dat de calvinistische Nederlanders op zo grote schaal Bijbelse voorstellingen produceerden, verbaast Müller wel een beetje. Maar hij heeft een verklaring. „Volgens Calvijn mochten er geen beelden in de kerken staan. Maar thuis was alles geoorloofd. Vandaar al die tegeltjes.”

Kruisbeeld

De tentoonstelling bewijst dat Bijbelse taferelen in de zeventiende en de achttiende eeuw in de meest uiteenlopende voorwerpen zijn verwerkt. Van grote meubelstukken, zoals stoelen en kisten, tot kleine lepeltjes. Tijdgenoten hadden direct door of de keuken luthers of rooms-katholiek was. De confessie van de eigenaar bleek uit zijn fornuis of uit de tegeltjes op de schoorsteen.

In de kerk veranderde ook het nodige. Het kruisbeeld met het lichaam van Christus was wel blijven hangen, maar de rest ‘verkleurde’. Luther zelf gaf al nauwkeurige aanwijzingen hoe de altaarstukken eruit moesten zien. Doorgaans werd daarop het avondmaal afgebeeld. Na zijn dood ontwikkelde zich dat verder.

In de liturgie van de kerk veranderde veel. En dat werd zichtbaar. Müller wijst op een grote kelk in de vitrine met voorwerpen rond het avondmaal. „In de katholieke kerk dronk alleen de priester uit de beker. Bij de luthersen werd het avondmaal iets van de hele gemeente. De beker is daarom vanzelfsprekend veel groter.”

Op sommige momenten doet de lutherse beeldcultuur haast twintigste-eeuws aan. Müller wijst op de letters VDMIAE, de afkorting van Verbum Domini Manet in Aeternum: het Woord Gods blijft in eeuwigheid. „De lijfwachten van de Hessische landgraaf Filip droegen deze letters op hun mouwen. Het doet sterk denken aan leuzen tegen de kernwapens die men in de jaren zeventig op mouwen naaide.”

Het hoofd van Luther zelf verscheen tussen die van profeten en evangelisten. Op de titelpagina van een (Nederlandstalige) Lutherbijbel uit 1648 staat hij tussen Mozes en Johannes. Op het linkerblad van die titelpagina staat de reformator als een reus tussen de Bijbel en een zwaan. Dat laatste was een oud rooms-katholiek symbool, maar het werd vanzelf een protestants beeldmerk. De zwaan is nog altijd een luthers symbool.

En wat te denken van de hype om de prent van Katharina van Bora in huis te hebben, vraagt prof. Stamm. „Zo’n portret kon je bestellen bij Cranach in Wittenberg. Käthe was bijzonder gewild. Net als de Bijbelse Esther was ze een symbool van de christelijke huisvrouw. Had je die aan de muur hangen, dan gaf je daarmee een signaal wie je was. Je kunt de werking daarvan gerust vergelijken met een hedendaagse prent van Che Guevara.”

Boeken der leken

De vraag is natuurlijk waartoe al deze kunst diende. De Heidelbergse Catechismus zegt nee tegen beelden als „boeken der leken.” De christelijke gereformeerde Lutherkenner prof. Herman Selderhuis stelt dat de Wittenbergse reformator eigenlijk ook op die lijn zat en beelden alleen „voorlopig” toestond, om de laatste generatie van analfabeten tot hulp te zijn.

Volgens de Oldenburgse cultuurhistoricus dr. Müller ligt dat anders. Hij verwijst naar de tekst ”Widder die hymelischen Propheten von den Bildern und Sacrament” uit 1525. „Het zichtbaar gemaakte Woord diende tot hulp van iedereen die niet kon lezen. Dat is deel van Luthers theologie.”


Tentoonstelling

De tentoonstelling ”Martin Luther und die Welt der Bilder” duurt tot 12 juli en is te bezichtigen van 10.00 tot 18.00 uur (’s maandags gesloten). Entree 6 euro; van 7 tot 17 jaar 1,50 euro; t/m 6 jaar gratis. Het Landesmuseum bevindt zich in het Schloss, Schlossplatz 1, 26122 Oldenburg, Duitsland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer