Opinie

Tweede Kamer zet haar gezag op het spel

Frans Timmermans maakt een lijst op van, soms unaniem uitgesproken, wensen van de Tweede Kamer die het kabinet niet uitvoert. Hij is bang dat de rol van de volksvertegenwoordiging steeds verder wordt uitgehold.

12 February 2004 14:21Gewijzigd op 14 November 2020 00:57

Vorige week ontving de Kamer een brief van minister Bot met de mededeling dat een trits moties, aangenomen tijdens de begrotingsbehandeling, door hem niet wordt uitgevoerd. Premier Balkenende was eind vorig jaar evenmin van plan zich iets aan te trekken van kameruitspraken over God in de Europese grondwet of over het vasthouden aan een eigen eurocommissaris. Verder piekert het kabinet er niet over in Brussel een veto uit te spreken over de opheffing van het wapenembargo tegen China, ondanks de zeer uitdrukkelijke wens van de voltallige Kamer.

Kabinetscrisis
In normale tijden zou dit lijstje onherroepelijk tot een kabinetscrisis hebben geleid, nu lijkt iedereen zich bij deze ’nieuwe politiek’ neer te leggen.

Minister Zalm, toen nog ’paars’, zei eens in de Kamer, tot hilariteit van de aanwezigen, dat hij een bepaalde motie niet zou uitvoeren. Jarenlang heeft deze uitspraak gegolden als het ultieme bewijs van paarse arrogantie, ook omdat het optreden van Zalm zo uitzonderlijk was. Inmiddels is het dagelijkse praktijk.

Een toch al beschadigde volksvertegenwoordiging holt zo haar eigen rol steeds verder uit. Hoewel de intentie is op deze manier de kloof tussen Kamer en burger te dichten, maken we deze alleen maar groter.

Ons land maakt een periode mee die politiek uiterst instabiel is. Wie denkt dat het onbehagen samen met de betreurde Fortuyn begraven is, begaat een grote vergissing.

Wat maakt dat kiezers hun vertrouwen schenken aan een politicus of aan een partij? Het is een vraag waarop het antwoord volstrekt onvoorspelbaar is geworden. Het onbehagen is diep in de gevoelswereld van mensen gaan zitten en is daarom ook niet alleen met de ratio te bestrijden. Met andere woorden: vertrouwen win je niet alleen door een waslijst aan briljante voorstellen, maar ook door de kiezers gevoelsmatig te overtuigen met je visie op de toekomst. Dat is een razend ingewikkelde opgave, die bij alle Nederlandse politici onzekerheid veroorzaakt, zelfs bij degenen die zich voordoen als allesweters en -kunners.

De onzekerheid van politici uit zich op de meest uiteenlopende wijzen, maar het is boeiend te zien dat de meesten toch proberen een emotionele band met de kiezers te smeden.

„Vroeger was alles beter” is de formule van Balkenende, die hoopt mensen te overtuigen met een terugkeer naar de sociale en culturele vastigheden van de jaren vijftig van de vorige eeuw. „Ik luister wél naar u”, is de formule van Wouter Bos. „Ik ben de nieuwe Pim, want ik ben politiek incorrect”, is de formule van Van Aartsen.

Vooral het slechten van taboes is een geliefde bezigheid geworden, waarbij niemand zich meer de vraag stelt of er geen goede redenen zijn om sommige taboes te hebben. Begrijpelijk is het wel, want niemand laat zich overtuigen door iemand die hij niet vertrouwt - en vertrouwen krijg je pas als je hebt laten zien de problemen ook te onderkennen.

Ferme standpunten
In deze situatie hebben politici de neiging om maar van alles te roepen, om zeer ferme standpunten in te nemen, zeker in de pers, zonder dat te vertalen in politieke daden. Op korte termijn leidt dit tot grote waardering, maar op langere termijn zal het uitblijven van oplossingen niemand ontgaan. Het vertrouwen in de politiek zal hierdoor alleen maar afnemen.

Zo verklaar ik de neiging van de Kamer om, meestal onder aanvoering van Jozias van Aartsen en zijn ketelmuzikanten, ferme uitspraken te doen, die tot niets leiden omdat het kabinet ze wel naast zich neer moet leggen. Het is een goedkoop en redelijk risicoloos spelletje, want de media-aandacht voor het ferme standpunt is altijd veel groter dan de aandacht voor het later weer leeglopen van de ballon. Iedereen herinnert zich nog wel dat de VVD ergens ferm tegen was, maar minder mensen zien dat Wilders en Van Baalen toch niet doorbijten als het er in de Kamer op aankomt. Zo wast de ene hand de andere: de fractie speelt op ongevaarlijke manier dualistje, hetgeen goed is voor het zo gezochte politiek incorrecte imago en bovendien leidt het de aandacht af van de hoofdpunten van het kabinetsbeleid, zodat de ministers onverdroten verder kunnen met het uitvoeren van het VVD-verkiezingsprogramma.

De terechte zoektocht naar aansluiting bij wat er onder de mensen leeft, ontspoort te vaak in kortetermijneffectbejag. Hiermee komt de politiek in een vicieuze cirkel terecht. Om hetzelfde effect te blijven behalen, moet men steeds fermere dingen gaan roepen, die op hun beurt steeds minder impact zullen hebben.

Een Kamer die haar eigen rol serieus neemt, stuurt een minister die stelselmatig haar wensen negeert, subiet naar huis. Doet zij dat niet, dan moet zij niet vreemd opkijken dat haar toch al beschadigde gezag steeds verder wordt uitgehold. Iedere ouder zal met deze vader meevoelen, die uit ervaring weet dat niets zo ondermijnend is voor je gezag als loze dreigementen.

De auteur maakt deel uit van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer