Meer koeien? Dan ook meer grond
DEN HAAG. Boeren die meer koeien willen houden, moeten grond aankopen of huren. En als het even kan, moeten koeien ook vaker de wei in. Dat is de kern van de plannen van staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) met de melkveehouderij.
De bewindsvrouw stuurde maandag het ontwerp van haar langverwachte Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) naar de Tweede Kamer, een aanvulling op de begin dit jaar van kracht geworden Melkveewet. De AMvB moet voorkomen dat de melkveehouderij een industrieel karakter krijgt nadat op 1 april de Europese melkquotering is afgeschaft.
Eind vorig jaar leek het er nog op dat boeren met uitbreidingsplannen alle extra mest industrieel zouden mogen laten verwerken. Weliswaar werd het milieu daardoor ontzien, maar dat ging de Kamer niet ver genoeg. Politici –en ook milieuorganisaties– waarschuwden voor megastallen vol koeien die nooit meer buiten zouden komen. Ook de zuivelindustrie en de brancheorganisaties van melkveehouders LTO en NMV toonden zich bezorgd. Zij zagen het imago van hun sector in gevaar komen en benadrukten dat de melkveehouderij een grondgebonden karakter moet houden. Dijksma kondigde daarop aan dat zij via een AMvB extra voorwaarden zou stellen aan de groei van de melkveehouderij.
Strenger
Vandaag bleek dat melkveehouders die hun veestapel ten opzichte van 2014 willen uitbreiden, extra grond moeten verwerven als het zogeheten fosfaatoverschot boven de 20 kilogram per hectare komt. Die eis wordt strenger naarmate het overschot groter wordt. Bedrijven met een overschot tussen de 20 en de 50 kilo fosfaat mogen maximaal 75 procent van de extra mest industrieel laten verwerken. Bij een overschot boven de 50 kilo is dat maximaal 50 procent. De boer moeten over voldoende land beschikken om de rest van de mest uit te kunnen rijden. Dijksma schat dat een kwart van de melkveebedrijven in de eerste groep zal vallen en 10 procent in de laatste. De AMvB treedt op 1 januari 2016 in werking. Vanaf dan moeten boeren elk jaar aantonen dat ze genoeg grond in gebruik hebben.
Weidegang is niet direct een doel van de AMvB, schrijft Dijksma, maar grondgebonden groei maakt het wel gemakkelijker om koeien in de wei te laten lopen. En dat is volgens de bewindsvrouw belangrijk voor het maatschappelijk draagvlak van de melkveehouderij.
In 2013 liep 70 procent van de Nederlandse melkkoeien regelmatig in de wei. Als het aan Dijksma ligt, zal dat in 2020 toegenomen zijn naar 80 procent. Ze wil extra inzet van de sector financieel ondersteunen en stelt hiervoor
1 miljoen euro beschikbaar.
Knelgevallen
Maandagmorgen bleek dat een ruime meerderheid in de Tweede Kamer van in elk geval VVD, PvdA, D66 en CDA de nieuwe regels van Dijksma steunt. CDA-Kamerlid Geurts wil wel meer aandacht voor knelgevallen. Hij raamt dat 10 procent van de boeren mogelijk in problemen komt. CU-Kamerlid Dik-Faber, die eerder pleitte voor een maximaal overschot van 50 kilo, noemt de AMvB minder streng dan verwacht.
De melkveehouderij en de zuivelindustrie zijn positief. „Eindelijk duidelijkheid”, reageren de boerenorganisaties LTO Nederland, Nederlandse Melkveehouders Vakbond en Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt en de Nederlandse Zuivel Organisatie gezamenlijk. Volgens de organisaties sluiten de maatregelen aan bij de visie van de sector zelf.
Milieudefensie vindt de maatregelen niet ver genoeg gaan. Volgens de organisatie kan het mestoverschot groeien en biedt staatssecretaris Dijksma „geen garantie dat milieugrenzen worden gerespecteerd.” Natuur & Milieu en de Provinciale Milieufederaties vinden de plannen „mooi nieuws voor koeien, natuur én boerenfamiliebedrijven.”