Binnenland

Instructeur: Piloot is een doener, geen therapeut

DEN HAAG. Hoe bereik je dat vliegers meer acht op elkaar geven, zodat een catastrofe als in de Alpen uitblijft? Psycholoog en pilotenopleider Willem de Kleijnen: „De gezagvoerder dient het goede voorbeeld te geven. Als die erdoorheen zit, moet hij dat collega’s eerlijk vertellen.”

J. Visscher
27 March 2015 20:48Gewijzigd op 15 November 2020 17:44
Pilotenopleider Willem de Kleijnen. beeld Gerhard van Roon
Pilotenopleider Willem de Kleijnen. beeld Gerhard van Roon

Het is geen kleinigheid om bij piloten tussen de oren te krijgen dat ze zich moeten bekommeren om het psychisch welbevinden van collega’s, zegt De Kleijnen. Hij leerde tot voor kort honderden piloten de technische kneepjes van het vak én schoolde vliegers in de mentale beroepsaspecten. „Een piloot is doorgaans een doener, geen therapeut. Het is een groot jongetje dat met apparaten wil spelen. Een vlieger staat niet te springen om diepgaand over andermans problemen te praten. De piloot wil vóórt, gas geven. Op zich is dat prima. In deze wereld moeten we niet alleen maar tobbers hebben.”

Toch is het goed dat luchtvaartmaatschappijen én piloten meer oog hebben voor geestelijke noden van vliegers, vindt De Kleijnen. „Er is een zekere voorzichtigheid en fijngevoeligheid voor nodig om met een collega in gesprek te gaan over diens gedrag. Het is mooi als luchtvaartmaatschappijen vertrouwenspersonen en buddy’s hebben waar vliegers kunnen biechten. Ook een kliklijn is goed, hoe vervelend dat fenomeen eigenlijk is. Zo kan de baas te weten komen dat een piloot bijvoorbeeld te veel drinkt of drugs gebruikt. Een duidelijke hulpverleningsstructuur is nodig. Zodat bijvoorbeeld de piloot die zich bekommert om een collega, op zijn beurt ook zélf ergens terechtkan met zijn problemen.”

Onmiskenbaar staan piloten zo nu en dan onder stevige druk, weet De Kleijnen, die zelf ook een vliegbrevet heeft. „Vliegers krijgen te maken met mist, onweer, storingen. Reken maar dat piloten soms met trillende vingers uit het vliegtuig stappen. De cultuur is dan vaak dat ze een nacht niet slapen, een paar stevige borrels drinken en weer doorgaan.”

Drama’s zoals dinsdag in de Alpen ban je niet uit, stelt De Kleijnen. „Er zullen altijd mensen blijven die ernstig van het pad raken. Wil je dat niet geloven, dan leef je in een sprookjeswereld. Dit soort verschrikkelijke dingen is vaker gebeurd. Zo’n vijftien jaar geleden vloog een Egyptische Boeing 767 van Amerika naar Egypte. Toen de captain even uit de cockpit was duwde de copiloot de kist de zee in. Die man had last van behoorlijk rare gedachten. Ik begrijp dat mensen nu banger zijn om te vliegen. Terwijl vliegen zó veilig is.”

Vliegtuigmaatschappijen, ook de KLM, willen de regel instellen dat er te allen tijde twee mensen in de cockpit zitten. De Kleijnen: „Paniekvoetbal. Onderzoek eerst het nut van zo’n regel, voor je zo’n logistieke operatie begint.”

Volledig automatisch bestuurde vliegtuigen kunnen catastrofes als in Frankrijk voorkomen, denkt hij. „Dan heb je geen last van menselijk falen. Een vliegtuig zonder piloot is in de toekomst haalbaar. De Chinezen hebben op de maan een karretje rondrijden zonder vent erin. Willen passagiers een piloot van vlees en bloed? Dat is ouderwets denken. Een kist die zichzelf bestuurt, is veiliger.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer