Kerk & religie

Alan Roxburgh: Eerst christen, dan kerkmens

„Mijn werk is gebaseerd op innerlijke over­tuigingen”, zegt Alan J. Roxburgh. De Canadese pastor bouwde jarenlange ervaring op in leiderschap in de kerk, in het bijzonder in grote steden waar christenen een minderheid vormden. Het thema christen-zijn in de moderne samenleving is dan ook zijn specialisme. Wereldwijd doceert hij over dat onderwerp. Zijn thuisbasis is Vancouver, in Canada, maar de afgelopen weken was hij in Nederland.

Albert-Jan Regterschot

27 March 2015 19:37Gewijzigd op 15 November 2020 17:44
Alan Roxburgh. beeld RD, Anton Dommerholt
Alan Roxburgh. beeld RD, Anton Dommerholt

Het is niet moeilijk om een bescheiden boekenplank te vullen met de (Engelstalige) titels die Alan Roxburgh op zijn naam heeft staan. In zijn boeken draait het om drie elementen: leiderschap in de kerk, missionaire gemeenten en missionaire veranderingen, of: hoe traditionele kerken kunnen opereren in de overgang van een christelijke cultuur naar het postchristendom van de 21e eeuw.

Over deze onderwerpen doceerde Roxburgh eerder deze maand onder meer aan de Theologische Universiteit Kampen. De anglicaanse voorganger was in Nederland op uitnodiging van de Evangelische Alliantie, het Center for Evangelical and Reformation Theology en de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Roxburgh werd geboren in de Engelse industriestad Liverpool. „Een stad met een grote groep arbeiders, vooral arme immigranten uit Ierland. In mijn jeugd was er veel werkloosheid. Mijn ouders zagen dan ook geen toekomst voor een kind als ik en besloten te emigreren naar Canada.”

Als voorganger is Roxburgh meer dertig jaar actief, zowel in de Anglicaanse Kerk, waaraan hij officieel is verbonden, als in kerken over de volle breedte van het Noord-Amerikaanse protestantisme. De laatste jaren legt hij zich toe op advieswerk en training, onder meer via het door hemzelf opgerichte Missional Network.

Uw vroege jeugd bracht u door in een Engelse industriestad. Heerste daar toen al het seculiere klimaat waarmee u later in uw werk de confrontatie zou aangaan?

„Een seculiere omgeving wil ik het niet noemen. Wel een samen­leving waarin de kerk geen belangrijk onderdeel vormde van het leven. Zo zou ik ook de rol van de kerk in mijn jeugd willen omschrijven. Ik ging weliswaar naar de zondagsschool, maar dat was het ook wel.”

Hoe bent u uiteindelijk toch meer met het Evangelie in aanraking gekomen?

„De emigratie van mijn ouders naar Canada, aan het eind van de jaren 50 van de vorige eeuw, betekende dat we een compleet nieuw leven opbouwden. Ik hield me al snel fanatiek bezig met sport, vooral hockey. Op een ge­geven moment bleek er een ”church league” te zijn, een competitie met teams uit verschillende kerken. Uit beleefdheid ging ik een keer met enkele teamleden mee naar de kerk. Aan de mensen in de kerk heb ik veel te danken. Ze zorgden voor ons als gezin. Ze gaven om mij. Daarmee lieten ze iets zien van de liefde van Christus, die hen bewoog. Niet de kerkelijke leer, maar die liefde, dat was de sleutel om mijn hart te openen voor het Evangelie.”

U werd toegewijd kerklid?

„Eh nee, integendeel. Toen mijn interesse voor het Woord was gewekt, ging ik weliswaar vaker naar de kerk. Maar in de preken hoorde ik een nog negatievere versie van wat ik op de zondagsschool in Liverpool al meekreeg: dat ik een zondig mens ben, niet in staat om het goede te doen.”

En dus?

„Dus verliet ik de kerk, toen ik een jaar of 17, 18 was. Ik ben zeker een jaar of vijf niet naar de kerk gegaan. Het keerpunt kwam pas toen ik studeerde aan de universiteit. Daar kwam ik in aanraking met een christelijke studentenvereniging. Opnieuw was het de gemeenschap die me de kerk in trok.”

Ligt in wat u ervaren hebt in de christelijke gemeenschap ook de basis van uw visie op de kerk?

„Mijn werk is gebaseerd op innerlijke overtuigingen. Die zijn mede gevormd door wat medechristenen voor mij hebben betekend. Een centraal punt in mijn werk is dat ik stel dat God de ”primary activator” is in ons leven. Hij is actief in mensen. Dat vereist een luisteren naar elkaar en een leren van elkaar. Zo kunnen we elkaar als christenen versterken in het samen opgaan met God.”

Dat klinkt bijna als een metho­dische aanpak.

„Integendeel. Velen zeggen: Gebruik toch sociologische inzichten om te zien wat mensen bezighoudt. Maar mensen zijn geen objecten. Hun levensverhalen vertellen wie God voor hen is. Om dat te begrijpen, moet je een discipel worden, een leerling.”

Is de kerk niet juist een plaats om te leren Wie God is en wat 
Hij van ons vraagt?

„De kerk is een plaats om samen te komen, maar de sterke kant van de kerk ligt meestal niet daarin dat ze mensen het voorwerp maakt van Gods werk. Eerder zie ik dat gevestigde kerken formaliseren wat ze geloven. Doctrines dreigen dan de mal te worden waarin het geestelijk leven wordt gepast. Dat strookt naar mijn mening niet met God als ”primary activator”.”

Zegt u daarmee: Kerken negeren wat er in de samenleving gebeurt?

„Ik ken de situatie in Nederland onvoldoende om die conclusie te kunnen trekken. Wel kan ik zeggen wat er in de Verenigde Staten en Canada gebeurde in behoudende kerken.

Na verloop van tijd zag je daar groepsvorming. Mensen kenden elkaar uit de kerk, van school, van verenigingen, deden bepaalde dingen gezamenlijk en ervoeren daardoor een band. Hun kerk­cultuur werd bepaald door de groeps­cultuur en door het idee dat men dezelfde dogma’s handhaafde. Ik vraag me dan af hoe het Evangelie kan spreken, als de groepscultuur zo’n belangrijke rol is gaan spelen. Je ziet dat Jezus juist radicaal inging tegen de groepscultuur, als daarin het gericht zijn op God niet meer centraal stond.

Om terug te keren naar de vraag: ik denk dus inderdaad dat veel protestantse kerken in Noord-Amerika, en het zou me verbazen als dat in West-Europa anders is, zich hebben geïsoleerd van wat er in de samenleving gebeurt.”

Samen met anderen deed u in 2013 onderzoek naar de terugloop van de Christian Reformed Church, een zusterkerk van de Protestantse Kerk in Nederland en van de Nederlands Gereformeerde Kerken. Wat viel u op?

„Dat veel kerken zich bevinden in plaatsen die ooit een geïsoleerde gemeenschap vormden. Vaak lukte het lange tijd om die gerichtheid naar binnen toe vol te houden, maar nu gaat het niet meer. Jongeren trekken van het platteland naar de stad en ver­laten daarmee vaak ook hun kerkelijke roots. In kerkelijke gemeenten ontstaat daardoor een zekere angst: zal de volgende generatie nog wel in staat zijn om de fakkel van het Woord over te nemen?”

In uw boeken stelt u dat die angst niet altijd negatief hoeft uit te werken.

„Mijn inschatting is dat, zowel aan de liberale linkerkant van de kerk als aan de conservatieve rechter­kant, de overtuiging bestond dat de kerk het wel aardig deed. ”Ecclesialcentric” noem ik dat: een gerichtheid op de kerk als instituut. Het is niet verkeerd om dat te corrigeren.

Anderzijds mag de bezinning op de opengebroken cultuur niet oppervlakkig zijn. In de veertig jaar dat ik voorganger ben, heb ik de ene na de andere golf van activiteiten voorbij zien komen om de kerk te repareren. Maar die beweging bevestigt dat de kerk op zichzelf gericht is. Ook de meeste missionaire gemeenten trappen in die valkuil. Vaak is een enthousiaste missionaire gemeente slechts een modificatie van de traditionele kerk.

Een negatieve kant van veranderings­bewegingen in de kerk is dat er richting de leden het signaal van uit kan gaan: ga maar weg bij je traditionele kerk, want daar doen ze iets niet goed. Het resultaat is dat christenen op drift raken en switchen van kerk, maar dat buitenkerkelijken niet bereikt worden.”

De intentie van missionaire gemeenten is toch om buiten­kerkelijken aan zich te binden?

„De bedoelingen zijn vaak goed. Maar wat ik vooral zie, is dat er leiders opstaan die experimenteren. Dat trekt niet snel mensen van buitenaf. Nieuwkomers vertrekken bovendien weer als ze doorhebben dat de kerk bezig is zichzelf opnieuw uit te vinden. Dat legt een veel dieper probleem bloot: het gaat in menige kerk naar mijn inschatting niet meer om de vraag wat God wil dat we doen.”

Afschaffen dus, de kerk?

„Nee, maar we moeten als christenen de problemen in de samenleving serieus nemen. In de westerse wereld leven grote identiteitsvragen: wie zijn we, en waar komen we vandaan? In de Verenigde Staten zie je een snelle desintegratie van sociale netwerken. De ik-gerichtheid van mensen veroorzaakt grote eenzaamheid. Als het enige antwoord van de kerk daarop is: wij weten nog steeds hoe het moet, en er via een marketingachtige aanpak wordt gepoogd nieuwe groepen te bereiken, dan zal dat mislukken.

Christus laat tijdens Zijn omwandeling zien dat God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf de sleutel vormen tot een christelijk leven. Ik denk dat christenen, aan welke kerk ze ook zijn verbonden, in dat licht hun roeping in de samenleving moeten verstaan.

Je ziet in de Bijbel vaak dat God ontmoetingen gebruikt om Zijn boodschap over te brengen. In Lukas 10 zien we dat Christus zeventig discipelen uitzendt. Hun opdracht: draag het Evangelie uit onder mensen in hun huizen. Dan zullen er aanknopingspunten zijn, omdat God niet van die discipelen afhankelijk is om Zijn Woord over te brengen. Op bijna iedere bladzijde van de Bijbel zie je dat God levens verandert van mensen die door iedereen zijn opgegeven. God kan wat wij niet kunnen: mensen leren luisteren naar Zijn stem.”

www.rd.nl/kerkbreed


Alan J. Roxburgh

De anglicaanse voorganger dr. Alan J. Roxburgh –hij woont in Vancouver, British Columbia– is docent aan het Azusa Pacific Seminary in Los Angeles. Ook is hij verbonden met The Missional Network, een platform waarin theologen, pastores en consultants zich bezighouden met missionaire veranderingsprocessen. Roxburgh is auteur van boeken met de titels ”Reaching a New Generation”, ”Leadership”, ”Liminality and the Missionary Congregation” en ”Introducing the Missional Church”. Daarin ontwikkelt hij naar eigen zeggen een wetenschappelijk verantwoorde en praktisch geteste visie op veranderingsprocessen. Roxburgh werkte daarnaast mee aan tal van onderzoeken, zoals een studie in opdracht van de uit Nederlandse emigranten ontstane Christian Reformed Church naar ontkerkelijking.

Meer over
Serie: Kerkbreed

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer