Buitenland

Bush tegen nucleaire zwarte markt

De Amerikaanse president George W. Bush heeft woensdag een pleidooi gehouden voor een verscherpt internationaal antiproliferatiebeleid. Nucleaire technologie en nucleaire brandstof zouden alleen mogen worden geleverd aan landen die beloven af te zien van de productie van kernwapens.

Van onze correspondent
12 February 2004 11:36Gewijzigd op 14 November 2020 00:57

Bush deed dit voorstel tijdens een rede in de National Defense University (Hogere Krijgsschool) in Washington. De president reageerde op de recente ontdekking dat landen als Iran en Libië veel verder waren in de ontwikkeling van kernwapens dan men had aangenomen. De Pakistaanse kerngeleerde Abdul Qadeer Khan leverde beide landen uitgebreide nucleaire knowhow.

Volgens Bush moet er dringend iets gedaan worden aan de „nucleaire zwarte markt.” „We weten dat Libië niet de enige klant van Khan was”, aldus Bush, die sprak van een „gevaarlijk precedent.” De ontdekking van deze nucleaire zwarte markt is volgens de president mede te danken aan het werk van de Amerikaanse inlichtingendiensten. Een vaststelling waar sommige analisten grote vraagtekens bij zetten.

President Bush kreeg de laatste weken forse kritiek te verwerken nadat David Kay, voormalig chef van de Amerikaanse wapeninspecteurs in Irak, verklaarde dat Irak waarschijnlijk helemaal geen massavernietigingswapens (meer) had toen de Amerikanen en de Britten het land vorig jaar binnenvielen. Iran en Libië waren echter veel verder met hun nucleaire plannen en Noord-Korea vormt ook een groot probleem.

De belangrijkste Democratische presidentskandidaat, senator John Kerry, kritiseerde de Republikeinse president onlangs. „Door het eenzijdige optreden van de regering-Bush hebben wij bondgenoten van ons vervreemd die wij nodig hebben om de verspreiding van kernwapens te voorkomen”, aldus Kerry. Volgens politiek analist Loren Thompson van het Lexington Institute, een denktank in Washington, lijkt het erop dat de regering nu streeft naar meer internationale samenwerking in de strijd tegen nucleaire proliferatie.

„De regering benadrukt nu dat men bereid is tot internationale samenwerking. Maar zulke samenwerking vereist meer dan een simpele redevoering van de president. Er is een beleidsverandering nodig, een heel andere instelling tegenover de Verenigde Naties en men zal ook wensen van andere landen in overweging moeten nemen. Aan dat laatste heeft het de laatste jaren vooral ontbroken”, meent Thompson.

Een woordvoerder van het Internationale Atoomenergie Agentschap (IAEA) van de VN in Wenen reageerde positief op de voorstellen van Bush, die onder meer pleitte voor scherpere internationale inspecties door het IAEA. „Het is verheugend dat de president pleit voor geloofwaardige inspecties door het IAEA”, aldus woordvoerder Mark Gwozdecky.

Een opmerking waarin een zekere ironie niet ontbreekt. Het IAEA verklaarde vorig jaar dat er geen aanwijzingen waren dat het regime van Saddam Hussein bezig was kernwapens te produceren. De Amerikanen kritiseerden het beleid van de VN-wapeninspecteurs en besloten tot militaire actie. Maar na de ineenstorting van het regime van Saddam Hussein hebben ook de Amerikanen geen biologische, chemische of nucleaire wapens in Irak kunnen vinden.

Het persbureau Associated Press meldt dat de voormalige Russische minister van Atoomenergie Viktor Michajlov kritiek heeft geuit op Amerikaanse plannen voor de ontwikkeling van lichte kernwapens. Tegelijk beweert hij dat in Rusland het onderzoek naar dergelijke wapens verder is gevorderd dan in de Verenigde Staten.

Michajlov was van 1992 tot 1998 minister van Atoomenergie. Nu leidt hij een nucleair onderzoeksinstituut. Hij veroordeelt in het interview met de krant Rossijskaja Gazeta het Amerikaanse onderzoek naar de zogeheten ’mininukes’ als eenzijdig optreden. De Amerikaanse president George Bush ondertekende in november een wet waarmee hij een tien jaar oud verbod op onderzoek naar kleine kernbommen ophief. Het onderzoek betreft bommen met een kracht van onder de vijf kiloton, ongeveer eenderde van de omvang van de atoombom die op Hiroshima viel. Washington heeft vijftien miljoen dollar gereserveerd voor onderzoek naar nucleaire dieptebommen waarmee ondergrondse bunkers kunnen worden verwoest.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer