De stroomstoring in het hoogspanningsstation in Diemen maakt volgens de hoogleraar eens te meer duidelijk dat stroomstoringen onvermijdelijk zijn. „In Nederland zijn vijftien tot twintig stations die tot de hoogste categorie horen. Diemen is er daar één van. Is daar een probleem, dan zul je dat op grote schaal merken. Werkt het systeem niet mee, dan ben je aan de beurt.”

Slootweg, die tevens leidinggevende is van de afdeling expertise, bedrijfsvoering en stations bij netbeheerder Enexis, verwacht dat er in de komende tien à twintig jaar zomaar weer een stroomstoring zal plaatsvinden gelijk aan die van vrijdagochtend. Toen zaten grote delen van de provincie Noord-Holland en Flevoland zonder stroom en werden in totaal circa 1 miljoen huishoudens gedupeerd, waarmee het een van de grootste stroomstoringen ooit was. „Dat gebeurt en je doet er helemaal niets aan”, vervolgde hij.

Volgens Slootweg moet de oorzaak van de storing tot op de bodem worden uitgezocht. „Is het een technisch probleem, dan valt de oorzaak vaak redelijk snel te achterhalen. Maar het kan ook zomaar een hele tijd duren voordat de onderste steen boven is.”

Slootweg vindt overigens dat de storing relatief snel was opgelost. Om de risico’s verder uit te sluiten doen netbeheerders er slim aan preventief in te grijpen. „Blijkt uit het onderzoek dat een component niet werkt, dan moet je dat ook preventief vervangen in andere stations.” Ook zouden onderhoudsregimes van netbeheerders onder de loep moeten worden genomen. „Het is zaak dat je ervan leert”, aldus de hoogleraar.