Binnenland

„Aandacht nodig voor persoonlijk welzijn piloten”

DEN HAAG. Er zou in de luchtvaartwereld meer aandacht moeten komen voor het persoonlijk functioneren en welzijn van piloten, zegt luchtvaartpsycholoog en vlieger Ton Westerduin. „Meer sociale controle onder vliegers is goed.”

J. Visscher
26 March 2015 19:55Gewijzigd op 15 November 2020 17:42
Westerduin. beeld Nederlands Instituut van Psychologen
Westerduin. beeld Nederlands Instituut van Psychologen

Schokkend genoeg heeft de 27-jarige Duitse copiloot Andreas Lubitz dinsdag vermoedelijk expres het vliegtuig van Germanwings laten crashen. „Men moet ervan uitgaan dat de copiloot de vernietiging van het vliegtuig moedwillig is aangegaan”, aldus de Franse autoriteiten donderdag. Kennelijk gaat het om een zelfmoord, waarbij terroristische motieven geen rol lijken te spelen.

Hoe haalt de co-piloot het in zijn hoofd om bij de kennelijke zelfmoordactie 149 anderen in zijn val mee te slepen?

Dr. Ton Westerduin, luchtvaartpsycholoog en vlieger: „Ik wil benadrukken dat we de oorzaak van de ramp nog niet precies weten. We moeten voorzichtig zijn met speculaties. In geval van een suïcidale actie, handelde de man wellicht in een vlaag van verstandsverbijstering. Misschien was hij in een zware depressie en zo bezig met zijn eigen ellende, dat hij zich niet realiseerde dat ook veel anderen zouden sterven.”

Is er in luchtvaart voldoende aandacht voor het geestelijk welbevinden van piloten?

„De aandacht daarvoor is toegenomen, al valt er nog best wat te verbeteren. Dat is een verantwoordelijkheid van de luchtvaartmaatschappij en de vliegergemeenschap. Let niet alleen op technisch vliegerschap, maar ook of iemand goed in zijn vel zit.

In de opleiding ondergaan vliegers psychologische tests. De keuringen waren zeker een aantal jaren geleden nogal medisch georiënteerd. Is je bloeddruk in orde? Zijn je oren en ogen nog goed? Nu is er ook meer aandacht voor het persoonlijk functioneren en welzijn van vliegers. Stel simpel de vraag: „Hoe is het met u? Hoe gaat het in het dagelijks leven?” Als iemand in een echtscheiding ligt of depressief is, zal een luchtvaartmaatschappij daar aandacht aan moeten besteden. Vliegers hebben een stressvol beroep. Ze maken lange dagen en zitten bij verre vluchten in een hotel. Dan kan er bijvoorbeeld sprake zijn van overmatig drankgebruik. Let wel: 85 procent van de piloten handelt haarzuiver en is professioneel bezig. Maar ook onder piloten zitten mensen die minder lekker in hun vel zitten en bijvoorbeeld een drank- of drugsprobleem hebben.”

Recent startte Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers met Stichting Aviation Mediation –een organisatie die bemiddelt bij conflicten in de luchtvaart– een project waarbij vliegers elkaar ‘meer in de gaten houden’. „Het project wil meer sociale controle onder vliegers bevorderen”, zegt Westerduin, voorzitter van de stichting. „Als een piloot bijvoorbeeld merkt dat zijn collega depressief is of hij betrapt hem op overmatig drankgebruik, dan zal die hem moeten aanspreken en op tactische wijze moeten doorverwijzen naar de hulpverlening. Gelukkig zijn vele piloten op dit punt al verantwoordelijk bezig.”

Vliegers lijken zelfstandige types die niet gauw om hulp zullen vragen.

„Dat klopt. Zeker piloten uit de militaire luchtvaart zijn soms macho-types, al is dat een uitstervend ras. Punt is ook dat een vlieger een buitendienstmedewerker is. Zijn cockpit is zijn huis. Hij is liever in de lucht dan op het hoofdkantoor van de luchtvaartmaatschappij. Maar intussen heeft hij tijdens de vlucht nadrukkelijk te maken met het management en de ondersteunende diensten. Dat vraagt goede communicatieve vaardigheden.”

Sinds zo’n twintig jaar bemiddelt Westerduin in conflicten tussen vliegers. „Het komt voor dat de gezagvoerder en de co-piloot ruzie hebben en in de cockpit niet met elkaar communiceren. Dat is bloedlink. Er zijn ook conflicten tussen vliegers en de organisatie waarvoor ze werken. Ooit had een ervaren gezagvoerder ruzie met de ondersteunende diensten, waaronder de technische dienst. Het was een eigenwijze man, maar vaak had hij wel gelijk. De gezagvoerder kreeg uiteindelijk te horen dat hij kon vertrekken als hij zijn gedrag niet zou aanpassen. Vervolgens liet die gezagvoerder zijn copiloot maar de technische staat van het vliegtuig controleren. Om zelf geen gedoe met de technische dienst te krijgen. Maar op zo’n moment is de veiligheid in het geding. Uiteindelijk besloot de gezagvoerder te gaan praten met de partijen waarmee hij ruzie had. Hij werd met open armen ontvangen. Het conflict werd opgelost. Communicatie is zo belangrijk.”

In de Nederlandse luchtvaart is sinds enkele decennia zeker oog voor het psychisch welzijn van vliegers, vindt de Amstelveense piloot Koos van der Vegte (30.000 vlieguren), die eveneens bemiddelt in conflicten tussen vliegers en daarvoor frequent contact heeft met luchtvaartpsychologen. „Vliegers worden jaarlijks gekeurd, als ze ouder zijn dan 40 zelfs twee keer per jaar. Dan is er ook aandacht voor hun psychisch welzijn.”

Vooral na de vliegramp in Tenerife in 1977 (583 doden), waar een Nederlands KLM-toestel bij betrokken was, zijn de „ogen geopend” voor de mentale kant van het vliegerschap. „Toen ontstond Crew Resource Management, dat bijvoorbeeld het goed omgaan met spanningen en het belang van samenwerking en onderlinge communicatie benadrukt.”

Goed is dat de de hiërarchie onder de vliegtuigbemanning is afgenomen, vindt hij. „Vroeger stond de gezagvoerder op een voetstuk en de co-piloot een paar treetjes lager. Dat bemoeilijkte een vlotte communicatie, dus leed de veiligheid daaronder.”

Luchtvaartpsycholoog Agnes Koch doet al meer dan twintig jaar psychologische tests bij mensen die een vliegopleiding willen beginnen én bij afgestudeerden die op de nominatie staan om als piloot aan de slag te gaan. „Ik let onder meer op iemands emotionele stabiliteit. Mensen moeten bijvoorbeeld om kunnen gaan met hoge druk. Verder moeten ze in moeilijke situaties snel een verstandige beslissing kunnen nemen. Dat vergt zelfvertrouwen. Piloten dienen ook hun verantwoordelijkheid te nemen. Ben je niet fit-to-fly, dus heb je niet de juiste conditie om te vliegen? Blijf dan aan de grond.”

Net als Van der Vegte noemt ook Koch de vliegramp in Tenerife een „keerpunt” wat betreft „de werkwijze in de cockpit”. „Bij de ramp in Tenerife wees een co-piloot de gezagvoerder op diens foute beslissing. Maar die co-piloot deed dat niet stevig genoeg. Sindsdien wordt veel meer het belang van assertiviteit bij ook de co-piloot benadrukt. Durf elkaar in de cockpit te corrigeren. Om een ramp te voorkomen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer