Buitenland

Blanke vrouw sneuvelt in zwarte strijd

De Amerikaanse staat Alabama was een halve eeuw geleden hét slagveld van de strijd om burgerrechten voor zwarte mensen. In Montgomery weigerde Rosa Parks haar plek in een bus af te staan aan een witte man. Een bomexplosie in een zwarte kerk in Birmingham kostte vier meisjes het leven. En in Selma zette Bloody Sunday bij tal van Amerikanen een knop om.

Riekelt Pasterkamp
25 March 2015 19:28Gewijzigd op 15 November 2020 17:39

De wereldwijde aandacht voor de mars van Selma naar Montgomery motiveerde het Amerikaanse Congres om 
ook de zwarte burgers stemrecht te geven. President 
Lyndon B. Johnson tekende 
de wet in augustus 1965 met Martin Luther King aan zijn zijde.

Ongelijkheid, racisme en politiegeweld zijn volgens de zwarte gemeenschap nog aan de orde van de dag. Er is boosheid over het feit dat zwarte mensen in de VS worden weggezet als tweederangsburgers. En over het gebrek aan kansen en mogelijkheden.


Alabama als slagveld

SELMA. In Amerika liet bij de zwarte strijd om burgerrechten één blanke vrouw het leven: Viola Liuzzo, moeder van vijf kinderen. Het is woensdag vijftig jaar geleden dat ze door leden van de Ku Klux Klanbeweging werd neergeschoten.

Verkeer raast over Highway 80, de snelweg van Selma naar Montgomery in de Amerikaanse staat Alabama. Een weg met historie. Hier liepen eind maart 1965 duizenden mensen een vreedzame protestmars tegen segregatie en voor stemrecht. Dat ging niet zonder slag of stoot.

Het is zondag 7 maart 1965 als ongeveer 600 zwarte demonstranten zich bij de Brown Chapel Church in Selma opmaken voor een vreedzame mars naar Montgomery. Daarvoor moeten ze via de Edmund Pettusbrug die over de rivier de Alabama ligt.

Aan de overkant wordt de groep opgewacht door politiemensen onder aanvoering van sheriff Jimmy Clark, een uitgesproken voorstander van segregatie. Clark geeft de groep twee minuten om naar de kerk terug te keren, maar de zwarte mensen blijven staan. Er is nog geen minuut verstreken als de politiemensen hun gasmaskers opzetten en met knuppels op de groep inslaan. Mensen struikelen, vallen. Er wordt genadeloos op weerloze mannen en vrouwen ingehakt, soms met knuppels waar prikkeldraad omheen is gewikkeld. Traangas jaagt de demonstranten uiteen. Er vallen tientallen gewonden. Zondag 7 maart 1965 gaat de geschiedenis in als Bloody Sunday.

Twee dagen later is de groep terug op de brug. Dit keer aangevoerd door de zwarte dominee Martin Luther King en aangevuld met tal van blanke mensen uit heel Amerika die gehoor gaven aan de oproep van King om mee te doen. Ook dominee James Reeb uit Boston. Hij wordt die avond in Selma in elkaar geslagen door ”rednecks” (blanke boeren) en overlijdt twee dagen later.

Weer staat er een kordon politiemensen aan de voet van de brug. Maar er gebeurt iets wonderlijks: de politiemensen gaan opzij en willen de groep doorlaten. King knielt midden op de brug en gaat in gebed. Iedereen volgt hem. Als hij weer opstaat, draait King zich om en loopt de brug af. De groep volgt hem. Niemand zegt iets. Deze dag staat in de geschiedenisboeken als Turnaround Tuesday.

De derde mars begint op 21 maart 1965. Er is dan een rechtszaak in het voordeel van de Civil Rights Movement geweest: de mars is legaal. Vijf dagen doen ruim 3000 mensen over de ruim 85 kilometer tussen Selma en Montgomery. Ze slapen en eten onderweg in tentenkampen. Militairen bewaken de route. Op 25 maart arriveert de meute, inmiddels aangegroeid tot 25.000 mensen, bij het State Capitol in de hoofdstad van Alabama. Daar houdt Martin Luther King zijn bevlogen toespraak ”How Long, Not Long”. „Hoe lang nog? Niet lang meer, want geen leugen kan eeuwig leven.”

Viola Gregg Liuzzo uit Detroit, 39 jaar en moeder van vijf kinderen, gaf gehoor aan de oproep van King om naar de staat Alabama te komen. Haar dochter Penny was er niet gerust op. „Mam”, zei ze, „ik heb een vreemd gevoel dat we elkaar nooit meer zullen zien.” Liuzzo reageerde: „Ik moet daar zijn.” Ze bracht na afloop van de mars in Montgomery mensen weg naar vliegveld en busstations. Onderweg wordt haar auto door leden van de beruchte Ku Klux Klan onder vuur genomen. Twee kogels treffen Liuzzo in het hoofd en ze sterft vrijwel direct. Later is een monument ter herinnering aan haar geplaatst langs Highway 80, op de plek van de aanslag.

Binnen 24 uur na de aanslag pakt de politie vier mannen op. De Amerikaanse president Lyndon B. Johnson maakt hun arrestatie persoonlijk bekend op de nationale televisie. Een van de vier mannen is Gary Thomas Rowe, een informant van de FBI. Hij wordt tijdens het proces aangemerkt als getuige, de anderen krijgen celstraffen.

Amerika is Viola Liuzzo niet vergeten. De Wayne State University, waar Liuzzo studeerde, kent haar op 10 april postuum een eredoctoraat in de rechten toe. Het is het eerste postume doctoraat in het 145-jarige bestaan van de universiteit. Dochter Mary Liuzzo Lilleboe noemt het een grote eer voor haar moeder, die ze typeert als ”burgerrechtengigant”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer