„Het komt weer goed met de Hollandsche IJssel”
De Hollandsche IJssel is aan een opknapbeurt toe. In 2010 moet het karwei geklaard zijn. „Er moet nog heel wat gebeuren wil het water weer zo helder worden als vroeger”, zegt beroepsvisser Pieter Kalkman uit Moordrecht. Met 33 andere bewoners van de dorpen langs de rivier haalt hij herinneringen op.
Schrijfster Elly van Gelderen-Kasbergen is geboeid door verhalen die mensen vertellen. Ze woont in Moordrecht en schrijft daar in het periodiek van de historische vereniging. Moordrecht is een van de plaatsen aan de Hollandsche IJssel. Van Gelderen kwam op het idee mensen uit de IJsseldorpen hun verhaal te laten vertellen. AVW Vakpers in Capelle aan den IJssel bundelde de verhalen.
De schrijfster sprak met 34 mensen, elk met hun eigen verhaal en herinneringen. Ze vertellen over hun beroep als touwslager, visser, boer en steenbakker; over armoede en tevredenheid. De vele illustraties in het boek (265) komen allemaal uit het bezit van de betrokkenen. Het is daarmee één groot familiealbum geworden. Samen met de verhalen wordt zo een uniek beeld van het verleden neergezet.
„Het was lang niet altijd een goeie ouwe tijd. Er was veel armoe”, zegt A. Evengroen uit Gouderak. „Maar ondanks dat was men geloviger en was er meer dankbaarheid en tevredenheid dan tegenwoordig. Tenslotte hebben we nergens recht op in dit leven; het wordt ons allemaal door de Schepper gegeven.”
Over de goeie ouwe tijd hoorde Jan Molenaar uit Capelle aan den IJssel veel van zijn opa, die op de steenplaatsen heeft gewerkt. „Van de veertien kinderen overleefden er vier. Alleen de sterksten haalden het. Zwangere vrouwen deden het werk op de steenplaatsen tot drie weken voor de bevalling, en twee weken erna begonnen ze weer. De baby’s gingen mee in de kinderwagen. Tussendoor werd borstvoeding gegeven. Door kou en besmettelijke ziekten stierven veel kinderen. Zij die overleefden, hielpen vaak vanaf hun zesde al mee op de steenplaats.” Vaak was het armoe troef. Toch was voor sommigen het café een tweede huis.
Veel bewoners langs de IJssel vonden werk bij de Guanofabriek in Kralingse Veer. Daar werd uit uitwerpselen van vogels kunstmest gemaakt. De stank en de uitstoot weet menigeen zich nog te herinneren. Tot in de Stormpolder, aan de overkant van de rivier, vielen de gaten in het wasgoed.
Kleine schok
De komst van elektriciteit veranderde veel. Reinier van Walsum (63) weet er alles van. Zijn ouders waren koster van toen nog de enige hervormde kerk in Krimpen aan den IJssel. „Eerst werden petroleumlampen gebruikt. Toen de elektriciteit was aangelegd hoefde je alleen maar het zwarte knopje om te draaien voor het licht. Je kreeg alleen wel iedere keer een kleine schok, zoals bij schrikdraad.”
Hoe sommige mensen echt heetten, wist men vaak niet eens. Ze hadden een bijnaam: Schele Pols, Piet den Eenarm, Willem de Tieter, Han de Reiger, Willem de Kont, Bolle Gijs, Gijs de Pollepel, Jan Beer, Barend Blookje, Jan Kaas en wat al niet meer.
Menigeen langs de IJssel was schipper. Die waren vaak lang van huis. Telefoon aan boord bestond niet. „Zo kregen we pas na de begrafenis te horen dat de oudste broer van mijn vrouw was overleden”, schrijft Chr. W. Schouten in zijn memoires, waarvan enkele anekdotes met toestemming van de familie zijn overgenomen. „Ik heb mijn vader eens gevraagd hoe hij aan al die kinderen kwam (we hadden er veertien), want hij was er nooit!” zegt Koos Persoon uit Gouda.
„Nu ben ik oud en weduwnaar”, schrijft Chr. W. Schouten. „Van mijn vrouw heb ik veel gehouden. Als ik naar de foto van ons dochtertje kijk vraag ik me af waarom zij geboren moest worden en zo jong moest sterven. Eens gaan we allemaal die weg en zijn we dan bereid voor die eeuwige rechter te komen? Als je oud bent ga je alles overdenken. Als je jong bent word je door zoveel andere dingen in beslag genomen.”
Het boek biedt een mengeling van herinneringen. Gezinnen die op zondag zelf kerkdiensten hielden. Reinier Boere, die het orgel in de kerk van Moordrecht van lucht voorzag door aan de slinger te draaien, op de maat van de psalmen. „Het werd moeilijker toen men ritmisch ging zingen. Vóór die tijd werd er langzaam gezongen. Toen het vlugger ging en op de maat was niet iedereen het daarmee eens.”
Nieuw dieptepunt
Het vertrek van de scheepsbouw langs de Hollandsche IJssel zien velen met lede ogen aan. De scheepswerf van Vuyk ging al in 1979 dicht en wanneer straks ook Van der Giessen de deuren sluit wordt een nieuw dieptepunt bereikt.
Maar de Hollandsche IJssel blijft. Nu nog vuil, maar na een meer dan 100 miljoen euro kostende operatie, waarvoor de bodem en de zellingen worden gesaneerd, is de rivier weer schoon. Aart Bijl neemt er als verwoed visser vast een voorschot op. Hij ving er al een forel, een vis die alleen in schoon water zwemt. Terwijl iedereen toekeek kuste hij de vis, gooide hem terug in het water en zei: „Dag ouwe jongen, doe je best. Het komt wel weer goed met die Hollandsche IJssel van ons!”
voetnoot (u17(N.a. v. ”Herinneringen rondom de Hollandsche IJssel”, door Elly van Gelderen-Kasbergen; uitg. AVW Vakpers, Capelle aan den IJssel, 2003; ISBN 90 76217 08 4; 147 blz.; 265 illustraties; € 14,95.