Groningen kleurt na honderd jaar anders rood
APELDOORN. Groningen is altijd een dieprode provincie geweest. Na gisteren kleurt de provincie nog steeds rood, maar anders rood. Na krap honderd jaar zijn de sociaaldemocraten niet meer de grootste, maar de radicalere socialisten.
De Sociaal-Democratisch Arbeiderspartij behaalde in 1919 14 van de 45 zetels in de arme provincie Groningen. In de jaren 60, 70 en 80 verwierf haar opvolger, de PvdA, bijna de absolute meerderheid in de Provinciale Staten, mede doordat zij de communistische concurrent CPN ‘opat’.
Van die overmacht is sinds gisteren weinig meer over. De PvdA halveerde. Vanwege de landelijke regeringsverantwoordelijkheid leek de partij verantwoordelijk voor de in het noorden gewraakte gaswinning. De radicalere SP is nu de grootste. „Voorheen was het verschil tussen de PvdA als grootste met nummer 2 zes zetels”, zei ChristenUnielijsttrekker Van der Graaf vanmorgen. „Nu is dat maar twee zetels. Dat normaliseert de machtsverhoudingen.”
Voortouw
Gewoontegetrouw neemt de grootste partij het voortouw bij de coalitiebesprekingen. De PVV zal dat in Limburg niet meer doen. Die moet het CDA voor zich dulden. Ook in Friesland, Overijssel en Zeeland werd het CDA de grootste.
De VVD is nog de grootste in de helft van de provincies: Drenthe (150 stemmen meer dan PvdA), Flevoland, Gelderland, Noord- en Zuid-Holland en Noord-Brabant. D66 werd met slechts acht stemmen verschil met de VVD zeer nipt de grootste partij in Utrecht.