Techniek als verleider en belover van een volmaakte wereld
NIJKERK. Het is nodig om in een vroeg stadium na te denken over bepaalde technische ontwikkelingen, ook al lijkt het te gaan om dingen die onmogelijk kunnen gebeuren, aldus prof. dr. M. J. de Vries. „Dat er mensen naar de maan zouden gaan, leek eerder ook onmogelijk.”
De bijzonder hoogleraar christelijke filosofie aan de Technische Universiteit Delft sprak gisteren op de studiedag ”Techniek en onze levensheiliging” in Nijkerk, belegd door de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk. Prof. De Vries was hoofdspreker tijdens de bijeenkomst, die zo’n zestig belangstellenden trok.
Hersenweefsel
In zijn PowerPointpresentatie verwees het hoofdbestuurslid van de Gereformeerde Bond naar de torenbouw van Babel en noemde Genesis 11:6: „Dit is het begin van wat zij gaan doen, en nu zal niets van wat zij zich voornemen te doen, voor hen onmogelijk zijn.” Hij merkte hierbij op dat ontwikkelingen die in het brein van wetenschappers opkomen op enig moment verwezenlijkt kunnen worden, ook al lijken ze totaal niet realistisch. Als voorbeeld noemde hij het feit dat er mensen naar de maan zijn gegaan, wat velen eerder voor onmogelijk hielden.
Als mogelijke toekomstige ontwikkeling noemde prof. De Vries het repareren van hersenweefsel om altijd jong te kunnen blijven. „Het is belangrijk om daarover in een vroeg stadium na te denken.”
Apocalyptisch
Het feit dat de techniek ook volop gebruikt wordt om aan zondige begeerten te voldoen, heeft volgens de filosoof te maken met de eindtijd. Hij stelde dat de gevolgen van de technische ontwikkelingen uiteindelijk apocalyptisch zullen zijn. Prof. De Vries: „Er is meer aan de hand dan een natuurkundig probleem. De milieuproblemen hebben een oordeelskarakter. Ze zijn nu al zo groot dat de gevolgen niet te voorkomen zijn. Zelfs al zou de industriële ontwikkeling op de aarde nu stoppen, dan nog komt de zeespiegelstijging er.”
De bijzonder hoogleraar maakt onderscheid tussen techniek als beeldvormer, verleider en belover van een volmaakte wereld. Hij roept ertoe op bewust om te gaan met de media, die slechts een selectie van het nieuws geven, en met internet, waar de waarheid en de leugen allebei een plaats hebben.
„Onbeperkt”
Wat techniek als verleider betreft waarschuwde hij voor het woord „onbeperkt” in reclames voor internetten, tweeten, liken, pingen en porren. „Het is de vraag of je werkelijk gelukkig wordt van iets onbeperkt doen. Het gevolg kan zijn dat je geen rust en concentratie meer kunt opbrengen om bezig te zijn met de zaken van Gods Koninkrijk, omdat je hoofd vol zit met beelden en mailtjes. Een christen behoort matig te zijn.”
Prof. De Vries keerde zich in het bijzonder tegen de techniek die een volmaakte wereld belooft. Hij wees op medische technieken, virtuele werelden, cosmetische chirurgie en slogans zoals „meer intelligentie”, en „langer leven”, die een betere wereld lijken te beloven. Niet alleen komen de beloften niet uit, wat bijvoorbeeld te zien is aan de groeiende milieuproblematiek, maar ook het beheersingsstreven zelf is volgens hem verkeerd. „De techniek lost de leegte van het gat in het hart niet op. Dat kan alleen God.”
Er moet de bereidheid zijn om radicale keuzes te maken, aldus de wetenschapper, al vraagt hij zich af of de reformatorische gezindte daarvoor niet „te ver heen” is. Bij die keuzes zou de zwakste schakel van een gemeenschap (bijvoorbeeld een kerk) als uitgangspunt moeten dienen. Als onderwerp van discussie noemde hij het gebruik van een beamer in de kerk.
Pelgrimschap
Na de lezing volgden drie workshops. Prof. dr. ir. J. H. van Bemmel, emeritus hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, leidde de workshop ”Geneeskunde en techniek”, waarin een scala aan nieuwe medisch-technische mogelijkheden aan de orde kwam. Econoom en theoloog prof. dr. J. J. Graafland ging in op duurzaamheid en zorg voor de schepping. Dr. ir. S. M. de Bruijn, plaatsvervangend hoofdredacteur van deze krant en lector aan Driestar Educatief, sprak over ”Nieuwe media en pelgrimschap”.