Herstel economie levert PvdA nog niets op
AMSTERDAM. Het grote verlies van de PvdA bij de Statenverkiezingen is ook nog eens een historisch verlies: de partij koerst af op het laagste aantal senatoren sinds haar oprichting.
In Amsterdam, waar de partij vorig jaar bij de gemeenteraadsverkiezingen zo smadelijk onderuitging, moet het herstel van de PvdA beginnen. De economie trekt immers weer aan en de sociaaldemocraten hopen daarvan de eerste vruchten te kunnen plukken.
Spreekstalmeester Dubbelboer lijkt op de uitslagenavond in het hoofdstedelijke etablissement Studio K echter al bij voorbaat de handdoek in de ring te gooien. „De vraag is niet hoeveel we gaan winnen, maar hoeveel we gaan verliezen”, zegt hij aan het begin van de avond. Maar, vervolgt hij: „We houden de moed er in.”
Vlak voordat de eerste prognose op het scherm zal komen, zit de stemming er bij de PvdA-aanhangers ondanks het dreigende verlies duidelijk in. Er wordt druk bijgekletst en veel gelachen.
Een diepe stilte daalt echter neer als uit de prognose blijkt dat de PvdA van veertien naar acht Senaatszetels duikelt. Niks herstel, dus. De Statenverkiezingen lijken voor de partij te vroeg gekomen. De PvdA-kiezers ervaren nog niet dat de economie weer aantrekt. En het vooruitzicht op betere tijden is voor velen van hen kennelijk onvoldoende om hun partij trouw te blijven.
PvdA-politici laten zich aanvankelijk nauwelijks zien. Partijvoorzitter Spekman waagt zich uiteindelijk als eerste tussen zijn mensen. De uitslag is „pijnlijk”, erkent hij. „Maar we blijven staan voor onze idealen en we blijven daarvoor strijden.”
Veerkrachtig betoont zich even later Senaatsfractievoorzitter Barth. Ze noemt het resultaat zelfs „beter dan verwacht.” Het bewijst de „vitaliteit” van de PvdA, meent ze. „We gaan ongebroken door met werken aan het verdere herstel van Nederland.”
Die boodschap doet het goed bij de PvdA-aanhang. Enthousiast reageert die op haar peptalk.
Warm onthaald wordt daarna ook partijleider Samsom. Zijn naam wordt gescandeerd, een lang applaus begeleidt zijn opkomst op het podium.
De verkiezingsuitslag doet pijn, zegt hij, „maar schept ook verplichtingen. Morgen moeten we er weer staan. Mensen verwachten dat we strijdbaar doorgaan. We moeten het beter doen. Ons werk is nog niet af. We hebben verloren, maar zijn niet verslagen.”
De opbeurende woorden missen hun uitwerking niet op de sfeer. Van een matte bedoening is, ondanks de slechte score, in de knusse zaal van Studio K bepaald geen sprake. Terwijl de muziek aanzwelt, vloeit het bier rijkelijk uit de tap. De sociaaldemocraten lijken de kater van de uitslag eerst te willen smoren in drank en gezelligheid voordat de nuchtere werkelijkheid hen weer zal roepen tot de arbeid.