Asieldebat
Er zijn van die kwestie die nooit naar volle tevredenheid kunnen worden opgelost. Het asielbeleid hoort daar zeker onder. Nadat de politiek jarenlang faalde in haar aanpak van het probleem, probeert minister Verdonk van Vreemdelingenzaken orde op zaken te stellen.Dat laatste maakt het asieldebat ook zo beladen, zeker nu de aantallen waarover het in het huidige debat gaat meer en meer een gezicht hebben gekregen. Toen enkele jaren geleden maandelijks duizenden asielzoekers ons land binnenstroomden, toonden de meeste Nederlanders zich daarover verontrust.
Inmiddels is de toestroom van asielzoekers tot staan gebracht. Daardoor krijgen degenen die er nog zijn een persoonlijk aanzien. Dat geldt temeer voor mensen die hier al jaren wonen. Zij hebben in hun omgeving vrienden gemaakt en zeker in kleine plattelandsgemeenten zijn zij bekende dorpelingen geworden. Dat bepaalt in hoge mate de emoties die de laatste weken oplaaiden omdat de minister het uitzettingsbeleid daadwerkelijk ter hand wil nemen.
Niemand, ook de minister niet, zal ontkennen dat emotionele aspecten bij de uitzetting van asielzoekers onbetekenend zijn. Maar het is iets anders om daardoor het beleid te laten bepalen. Juist die emotionaliteit heeft in de achterliggende jaren de daadkracht van de overheid bij het asielbeleid verlamd. Daarbij komt dat rond de asielzoekers in ons land een welzijnsindustrie is opgebouwd van advocaten en hulpverleners. Die zorg was nodig, maar heeft als keerzijde dat ze nu het beleid doorkruist.
Het beginsel van rechtvaardigheid moet uitgangspunt voor het overheidsbeleid zijn. De regeling die gisteren in het asieldebat aan de orde was betrof mensen die al meer dan vijf jaar in ons land wonen en nu toch moeten vertrekken. Veruit het grootste deel van hen is al jaren geleden uitgeprocedeerd. Maar anders dan de ongeveer 10.000 die na hun afwijzing wel vertrokken, zijn deze mensen gebleven. Vaak vanuit de gedachte dat van uitstel meestal afstel komt. Die veronderstelling lag ook in de rede omdat de overheid jarenlang behoorlijk laks was bij het daadwerkelijk uitzetten.
De rekening daarvan krijgt de minister nu gepresenteerd. Haar wordt hardvochtigheid verweten omdat zij deze uitgeprocedeerden nu inderdaad wil uitzetten. Terwijl daar op juridische gronden wel degelijk reden toe is en het bovendien rechtvaardig is ten opzichte van degenen die eerder vrijwillig ons land verlieten.
In het debat van gisteren zijn alle argumenten nog weer eens uitgewisseld. Veel nieuwe waren er niet bij. Terecht is opgemerkt dat sommige mensen erg lang in de procedure zaten. Maar dat mag niet het argument zijn om mensen dan maar in ons land te houden. Dan wordt voorbijgegaan aan de werkdruk die er op de betrokken ambtenaren lag vanwege de grote toestroom van asielzoekers in de achterliggende jaren.
Door de emotionele lading die het debat de achterliggende weken heeft gekregen wordt gemakkelijk over het hoofd gezien dat veel vluchtelingen hier uiteindelijk vanwege economische motieven komen. En daartegen maakte de samenleving in de achterliggende jaren juist bezwaar. Dat telt nu kennelijk minder.
Evenzo wordt betrekkelijk weinig aandacht gegeven aan het criterium van de minister dat een grote groep asielzoekers buiten de pardonregeling heeft laten vallen omdat ze iets op hun kerfstok hebben. Terwijl nog maar vijf jaar geleden de samenleving uiterst verontrust was over de stijging van de criminaliteit als gevolg van de toestroom van vluchtelingen.
Het is begrijpelijk dat de minister gisteren weinig aanleiding zag haar beleid ingrijpend bij te stellen. Haar moed om deze lastige problematiek aan te pakken verdient respect.