Binnenland

Sint Jansklooster is nog behoorlijk goed bereikbaar

De bereikbaarheid en leefbaarheid van kleine kernen staat hoog op de agenda van veel politieke partijen. Zo ook in Overijssel. Maar hoe gaat dat in de praktijk? Soms zijn plaatsen nu eenmaal afgelegen, zoals het geval is bij het dorpje Sint Jansklooster, op de rand van het natuurgebied Weerribben-Wieden.

10 March 2015 22:19Gewijzigd op 15 November 2020 17:17
Het Overijsselse dorpje Sint-Jansklooster ligt op de rand van het natuurgebied Weerribben-Wieden.  De bereikbaarheid van kleine kernen is een voortdurend punt van aandacht in provincies. beeld Sjaak Verboom
Het Overijsselse dorpje Sint-Jansklooster ligt op de rand van het natuurgebied Weerribben-Wieden. De bereikbaarheid van kleine kernen is een voortdurend punt van aandacht in provincies. beeld Sjaak Verboom

Eén man zette in 1985 en 1986 het dorp op de kaart. Evert van Benthem, de boer die nu in Canada woont, won twee keer de Elfstedentocht. Ook het jaarlijkse bloemencorso in augustus is bekend. Het ongeveer 1200 inwoners tellende Sint Jansklooster, in de kop van Overijssel, ligt in de gemeente Steenwijkerland, die meer dan veertig kleine kernen en buurtschappen heeft. Er lopen twee provinciale wegen in de buurt.

De watertoren en de molen zijn prominente verschijningen in Sint Jansklooster. Vier kerken telt het dorp en er staat één supermarkt. „Die is gelukkig heel compleet”, zegt Wim Odink, voorzitter van stichting Plaatselijk Belang Sint Jansklooster-Heetveld. „De meeste mensen doen hier de boodschappen. Maar ze kunnen ook naar Vollenhove, 4 kilometer hiervandaan.” Odink is behoorlijk tevreden over de bereikbaarheid van het dorp. „Elk halfuur rijdt er een bus op de route van Emme­loord naar Zwartsluis. Alleen de aansluiting met Zwolle is erg slecht.”

Verkeerswethouder Wagteveld van de gemeente Steenwijkerland zegt dat er op dit moment geen knelpunten zijn in de bereikbaarheid van de kleine kernen. „Elke kleine kern is met het openbaar vervoer bereikbaar. Met de bus of, als er geen bus door of langs een kern rijdt, met de regiotaxi.” Op dit moment ziet hij dan ook geen noodzaak voor extra provinciegeld voor het openbaar vervoer. Wagteveld zegt dat er binnen de gemeente Steenwijkerland meerdere organisaties zijn die in het personenvervoer met vrijwilligers werken.

Buurtbus

Voorzitter Ruud de Jong van de Overijsselse Vereniging van Kleine Kernen geeft aan dat zijn organisatie volop met de provincie overlegt over de bereikbaarheid van kernen. „Wij dringen erop aan dat er door elke plaats een bus moet rijden. In Overijssel is dat vrij goed geregeld. Maar dorpen met minder dan 500 inwoners worden niet altijd bereikt. Vaak liggen die plaatsen aan smalle wegen met drempels. Daar kan een grote bus niet komen. Ook is het niet reëel om in de kleinste plaatsen een bus te laten stoppen.”

Een oplossing kan de buurtbus zijn. De Jong: „Ik juich de aanwezigheid van buurtbussen toe. Maar het nadeel daarvan is weer dat ze niet altijd geschikt zijn voor slechtzienden en mensen die slecht ter been zijn.”

Meer geld steken in het openbaar vervoer is niet de juiste oplossing voor het verbeteren van de bereikbaarheid, zegt ChristenUnievoorman Westert. Hij gaat liever voor maatwerk. „Er komen nu veel bussen door de kleine kernen waar weinig mensen in zitten. Bussen rijden volgens een vastgestelde route en op vaste tijden. Maar dat kost te veel.” Volgens hem is het beter om te kijken aan welke vormen van vervoer er behoefte is en daar het aanbod op af te stemmen. Als voorbeeld noemt hij het scholieren­vervoer. Ouders, scholen en de vervoerder zouden daarbij goede afspraken kunnen maken. Ook belbussen, regiotaxi’s en vrijwilligersvervoer zijn volgens hem belangrijke alternatieven. Verder wijst hij erop dat bus­diensten goed moeten aansluiten op treinregelingen. „Het openbaar vervoer moet slimmer, sneller en toegankelijker. Meer geld is niet altijd de oplossing.”

Chinezen

Lijsttrekker Van Dijk van de SGP vindt dat de provincie wel eventueel bereid moet zijn de porte­monnee te trekken. Ook al heeft dat zijn beperkingen. „We moeten in overleg met bewoners knelpunten in het openbaar vervoer oplossen. De provincie mag bijspringen, maar we mogen het kostenaspect niet uit het oog verliezen.” Net als Westert vindt ook Van Dijk dat er maatwerk moet worden geleverd. „Het openbaar vervoer heeft te maken met pieken en dalen. Giethoorn is nu bijvoorbeeld helemaal ontdekt door Chinezen. Daar is extra capaciteit voor nodig in het busvervoer. En dat terwijl er op een andere lijn maar enkele mensen in de bus zitten.” Minder vaak een bus laten rijden op onrendabele lijnen of andere vormen van vervoer inzetten, kan een oplossing zijn.

Zorgplicht

Vervoer moet wel gegarandeerd blijven. „De bereikbaarheid van een kern is een belangrijke voorwaarde voor de leefbaarheid”, zegt Van Dijk. „De overheid heeft een zorgplicht voor minder­validen. Als er geen bus kan rijden, moet er een andere oplossing zijn.”


serie
In alle staten

Dit is het vierde deel in een serie artikelen rond de Provinciale Statenverkiezingen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer