Als de mast niet weg kan, moet het huis maar verdwijnen
Hoogspanningsgeleiders en -masten boven woningen zijn ongewenst, vindt de overheid. Zo veel mogelijk verbindingen moeten daarom in de grond verdwijnen, maar met de grootste jongens gaat dat niet lukken. Voor landelijk zo’n 400 woningen gaat daarom per 2017 een omvangrijk uitkoopprogramma van start. „Een heel dwaas plan.”
Boer Nico Overvoorde uit Lekkerkerk (70) woont al zo’n halve eeuw onder hoogspanningsmasten. „Als boerenknecht heb ik zelfs meegeholpen bij de bouw van die mast daar.” Hij wijst naar een mast verderop waarvan de leidingen boven zijn huis lopen. „Ik reed onderdelen ervan het weiland van mijn baas in, waar de mast moest komen.” Zelf woonde hij toen bij die boer in. Later verrees zijn eigen bedrijf aan de Tiendweg-West, waar hij en zijn vrouw Clara (67) zich vestigden. Pal onder de hoogspanningsdraden. Hij maalde er niet om – en nóg niet. „We hebben er nooit last van gehad.” Zijn vrouw beaamt dat. „Totaal niet.”
Toch viel er bij hen halverwege vorig jaar een brief op de mat. Hierin meldt het ministerie van Economische Zaken dat het per 2017 een bod gaat doen op hun huis, om hen uit te kopen. Woningeigenaren hebben vijf jaar om al dan niet hierop in te gaan. Maar zolang heeft het echtpaar niet nodig. Clara Overvoorde: „We zitten hier prima, net als alle buren die een brief hebben gekregen. Ik vind het een heel dwaas plan. Als het echt zo slecht was zou je er toch wel meer van merken? Er gaan geen beesten dood of zo.”
Hun zoon van 44 woont met zijn gezin in het voorhuis. Die piekert er net zo min over om weg te gaan. Ondertussen hangt er nog wel een dreigende wolk boven de keuze: wat is het gevolg van een weigering? „Daar zitten we allemaal mee”, bekent Clara Overvoorde. „Er zou een informatieavond belegd worden, maar die is niet doorgegaan. We zitten allemaal dus nog steeds met vragen.” Haar man schudt zijn hoofd. „De regering moet overal op bezuinigen, en hier kan ze opeens wel een zak met geld uitdelen. Terwijl niemand hier erom heeft gevraagd.”
Beste jongetje
„Wij zijn ook de pineut”, verzucht mevrouw De Waard in haar dijkhuis in de Lekkerkerkse buurtschap Schuwacht. „Natuurlijk zijn we er niet blij mee. Als je kijkt hoe we hier wonen: vrijstaand buitendijks, met uitzicht over de Lek tot de Noord bij Krimpen aan de Lek toe, en aan de andere kant tot voorbij Lekkerkerk. Als schippers vinden we dat natuurlijk geweldig.”
Het varende echtpaar kocht het huis acht jaar geleden. „We hebben het toen laten onderzoeken, en het bleek dat als je 25 meter onder de hoogspanningsmast woonde, je even veel straling had als wanneer je een mobiele telefoon aan je oor hield.”
Bewoners zijn niet verplicht om op het aanbod in te gaan, weet de schippersvrouw. „Maar als je nee zegt, zit je wel met een onverkoopbaar huis. Het is allemaal onzin. We varen in België en Frankrijk, als je ziet hoeveel huizen dáár onder hoogspanningsmasten staan… Nederland wil gewoon weer het beste jongetje van de klas zijn.”
Ze heeft er wakker van gelegen, geeft ze toe. „Maar ik vrees dat we er niet zo veel aan kunnen doen. Mijn man en ik hebben daarom besloten het af te wachten. Over vijf jaar hopen we 70 te zijn. Wie dan leeft, wie dan zorgt.”
Heel rijtje
In de Krimpenerwaard gaat het om negentien woningeigenaren die in het programma zijn opgenomen. Maar aan de overzijde van de Lek, in de Alblasserwaard, betreffen het er liefst 44. Tegenover de familie De Waard uit Lekkerkerk woont het echtpaar Berger, in een twee-onder-een-kapwoning te Nieuw-Lekkerland. B. P. Berger (76): „Onze helft staat net niet onder de draden; het deel van onze buren wel. Die wil de regering dus uitkopen, maar ons voorlopig nog niet. Wel een beetje vreemd, want het gaat om hetzelfde huis.” Maar Berger vindt het niet erg. „Vanwege de handicap van mijn vrouw is ons huis helemaal aangepast. Wij willen er dus graag nog een poosje blijven.”
Zijn buren zitten er ondertussen flink mee, weet hij. „Terwijl ik ook niet begrijp waar de plannen op slaan. Wij wonen hier sinds 1966, maar hebben geen gezondheidsklachten. Die zouden we dan toch allang moeten hebben?”
Aan de Venuslaan, benedendijks in het verlengde van Bergers huis, staat zelfs een heel huizenrijtje op de lijst. „Wij willen niet weg. We zitten hier prima”, verwoordt Geke van Bruggen de instelling van al haar buren.
In tegenstelling tot de Krimpenerwaard sleept de kwestie hier al veel langer. „Ergens in juni hebben we weer een informatieavond. De zoveelste. Nog steeds hebben we niets concreets gehoord. Een paar keer lag er een wetsvoorstel klaar, maar dan viel het kabinet weer.” Zelf voelt zij het meest voor een heel andere oplossing. „Leg al het geld van dat uitkoopprogramma bij elkaar en stop de kabels onder de grond. Dan heb je er ook geen last meer van.”
Niet mogelijk
Het „verkabelen” van hoogspanningsverbindingen heeft in de meeste gevallen inderdaad de voorkeur, schreef minister Kamp vorig jaar aan de Tweede Kamer. Op de lijnen boven de Krimpener- en de Alblasserwaard staat echter 380.000 volt – het hoogste voltage. Ondergrondse bouw stuit in die gevallen op technische beperkingen, stelt het ministerie van Economische Zaken. „Bij een totale ondergrondse kabellengte van meer dan 20 kilometer zou het elektriciteitsnet instabiel worden.” Hetzelfde geldt voor verbindingen van 220 kilovolt. Woningen onder hoogspanningslijnen met deze voltages krijgen daarom een aanbod tot uitkoop.
In landelijke gebieden kiest de overheid overigens ook bij lagere voltages niet voor verkabelen: met de uitkoop van het beperkt aantal huizen is ze voordeliger uit.
Ondanks het uitkoop- en verkabelingsprogramma wil minister Kamp in geen van de gevallen over een onveilige gezondheidssituatie spreken. Nederland voldoet volgens hem aan Europese afspraken op het gebied van magneetveldsterkte om burgers tegen ongewenste hoeveelheden straling te beschermen. „Aan deze afspraken voldoet Nederland. Ook bij al bestaande hoogspanningsverbindingen.” Met het opkoopprogramma zou het ministerie enkel de bestaande situaties willen aanpassen aan de regels rond nieuwe tracés, legt woordvoerster Heleen Haverkort van minister Kamp uit.
Over de verkoopbaarheid van hun woning als huiseigenaren het uitkoopbod van de overheid afslaan, blijft ze echter vaag. „Uitkoop gebeurt uitsluitend op vrijwillige basis. Niemand wordt gedwongen te verhuizen.”
www.rijksoverheid.nl/uitkoopenverkabeling
Kosten uitkoop en verkabeling
Om de uitkoopregeling te bekostigen reserveert Economische Zaken 140 miljoen euro, verdeeld over vijf jaar. Huiseigenaren krijgen de marktwaarde op het moment van taxatie. De regeling voor uitkoop treedt volgens planning per 1 januari 2017 in werking. Na uitkoop mag er op de woning geen woonbestemming meer rusten.
De kosten van de verkabeling liggen bij de netbeheerders: bij elkaar 440 miljoen euro. Ze hoeven er niets van te voelen: ze mogen 25 procent op de betrokken gemeenten verhalen, en de rest in de transporttarieven verdisconteren. Dit laatste kan als de Tweede Kamer deze maand instemt met een wetswijziging hiertoe.