Oppositie neemt beroepsbestuurder Opstelten in de tang
Als een blok graniet; zo staat veiligheidsminister Opstelten juli 2012 in de Eerste Kamer. In de vergaderzaal van de Senaat is het debat over de vorming van de nationale politie in volle gang. Een grote minderheid van de Senatoren is ontevreden over de megareorganisatie die Opstelten in zijn hoofd heeft. Ze vinden het onduidelijk wie straks de baas is over het landelijke korps: de nationale korpschef, of toch de minister zelf. En ze zijn benieuwd wie er straks in de tien politieregio’s over de politieprioriteiten beslist.
Opstelten weet wat hij wil: doorduwen. Zonder vertraging brengt hij zijn wet in stemming. Met succes: VVD, PVV, CDA, CU en SGP zeggen ja. Om zijn goodwill niet in één keer te verspelen, maakt hij voor de oppositie nog een reparatiewetje aanhangig in de Tweede Kamer. Daarin komt onder meer te staan voor welke zaken de korpschef hem als minister alsnog verantwoording verschuldigd is.
De woordvoerders van PvdA, SP, D66 en GroenLinks ervaren de handreiking als een hondenfooi en zijn zwaar ontstemd. Dit is eens maar nooit weer, vinden ze; PvdA-coryfee Koole voorop. Tevergeefs; een klein jaar later flikt Opstelten, die in Rutte II terugkeert als minister, de oppositie in de Senaat eenzelfde kunstje. Dit keer bij een wet die het mogelijk moet maken dat een vrijgesproken verdachte na het opduiken van nieuw bewijs opnieuw kan worden vervolgd. In een hoofdelijke stemming redt Opstelten het met één stem verschil: 36 tegenover 35. VVD, PVV, ChristenUnie en SGP zijn voor, het CDA stemt verdeeld.
Nog geen maand later, bij het behandelen van de prostitutiewet, blijkt echter dat ook zijn eigen VVD het even met zijn kunstgrepen heeft gehad. Inzet van de minister is opnieuw een in juridisch opzicht rammelende wet in stemming brengen, mét de toezegging dat twee essentiële, omstreden elementen via lagere wetgeving met terugwerkende kracht komen te vervallen. Dit keer is de Senaat onverbiddelijk: Opstelten moet terug naar de Tweede Kamer, waar een afgeslankte versie van de prostitutiewet nog altijd in behandeling is. Met een wet waarmee hij de griffierechten in de civiele rechtspraak wil verhogen, hoeft hij zelfs helemaal niet meer naar de Eerste Kamer te komen, peperen de senatoren hem in januari in. Er is genoeg bezuinigd op de rechtspraak; de grens is bereikt.
De bewindsman, die morgen zijn positie verdedigt in de bonnetjesaffaire, is er dus een die zijn krediet in de Senaat voor een groot deel heeft verspeeld. Maar of het in de Tweede Kamer aan de vooravond van het beladen debat veel beter is, is zeer de vraag. „We gaan het gewoon doen”, betoogde Opstelten voor de camera’s: alle verdachten van geweldsmisdrijven verplicht een alcohol- of drugstest laten ondergaan. De kosten voor de opsporing, de vervolging, de berechting en de slachtofferzorg na het vonnis verhalen op veroordeelden. De kentekengegevens van passerende voertuigen vastleggen en maximaal vier weken bewaren in een kentekenregister voor het geval ze van pas komen bij de opsporing na een misdrijf of voor het aanhouden van voortvluchtige personen. Enzovoorts.
Basis
Van veel wetten die hij kort na zijn aantreden als een wervelwind door de Kamer jaste, was de basis nog gelegd door zijn CDA-voorganger Hirsch Ballin; anders dan Opstelten een eminent jurist. Het omzetten van zijn eigen ambitieuze plannen in wetgeving kost Opstelten aanzienlijk meer tijd en moeite. De redenen zijn divers, maar onmiskenbaar is dat ook in de Tweede Kamer, tot in de PvdA aan toe, steeds meer Kamerleden zijn kunstgrepen in hoge mate beginnen te wantrouwen. Ze ergeren zich aan zijn eigenzinnigheid en zijn uitstraling dat het juridisch allemaal wel goed zit. Daarom stellen ze zich steeds meer op als hindermacht. Ze eisen uitleg, en nog eens, en nog eens, waardoor het tempo uit het wetgevingsproces wordt gehaald.
Dat de bonnetjesaffaire nu opnieuw opspeelt, komt voor Opstelten op een buitengewoon ongelukkig moment: kort voor de Statenverkiezingen en in een fase waarin hij al veel van zijn charisma is kwijtgeraakt.
Let wel, er is een meer dan gerede kans dat de beroepsbestuurder zich met de steun van VVD en PvdA en op voorspraak van premier Rutte zal weten te handhaven. Maar dat de oppositie (en heimelijk flink wat PvdA’ers) eindelijk eens een in het nauw gedreven Opstelten voor zich wil zien, staat vast.
Een charismatische zwaargewicht met een enorme staat van dienst die zijn positie met nederigheid moet zien te redden. Ziedaar de weinig benijdenswaardige positie waarin Ivo Willem Opstelten aan de vooravond van het debat met de Tweede Kamer verkeert.
Omstreden schikking
DEN HAAG (RD). De bonnetjesaffaire draait om een omstreden schikking tussen drugsbaas Cees H. en staatssecretaris Teeven, in 2000 een spraakmakend officier van justitie. H. stemde in met een regeling waarbij hij de staat 750.000 euro zou betalen. In ruil daarvoor mocht hij zonder medeweten van de fiscus weer beschikken over zijn vermogen waarop justitie beslag had gelegd. Grote vraag is of Opstelten zich voldoende heeft ingespannen om te achterhalen hoe groot het fortuin was dat in 2000 door de schikking vrijviel. De oppositie vermoedt dat hij de Kamer via allerlei ambtelijke procedures op een zijspoor heeft gezet om zo Teeven, zijn beoogde opvolger, uit de wind te houden.