Opinie

Immigratiebeleid per lidstaat Europa bepalen

De toespraak die Kofi Annan hield in het Europees Parlement na inontvangstneming van de Sacharov-prijs deed veel stof opwaaien. Hans Blokland

10 February 2004 07:59Gewijzigd op 14 November 2020 00:57

tempert het optimisme van Annan met betrekking tot het verwelkomen van nieuwe immigranten in de lidstaten van de Europese Unie. Jaarlijks kent het Europees Parlement de Sacharov-prijs toe aan een persoon of organisatie die zich bijzonder heeft ingezet voor de mensenrechten. Op 29 januari nam Kofi Annan, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, deze prijs (editie 2003) uit handen van de voorzitter van het Europees Parlement in ontvangst. De prijs is een eerbetoon aan alle medewerkers van de VN, in het bijzonder ter nagedachtenis aan Sergio Vieira de Mello, de Braziliaan die omkwam bij een bomaanslag in Bagdad, en aan vele andere VN-medewerkers die zijn omgekomen bij hun werk voor de vrede in de wereld. Maar de toespraak die Annan nadien hield in het Europees Parlement deed veel stof opwaaien.

Buiten het kader

De rede van Annan was grotendeels gewijd aan het thema immigratie. Europa, open je poorten, want immigranten hebben Europa nodig en Europa heeft immigranten nodig, aldus de secretaris-generaal. Economisch bezien kan Europa op den duur niet zonder extra arbeidskrachten. Daarom moeten werknemers van elders, geschoold of ongeschoold, worden toegelaten. Nu al leveren die werknemers een enorme bijdrage aan de economie, aldus Annan. Naast bijval wekten deze forse uitspraken veel kritiek op. Vooral omdat de toespraak van het boegbeeld van de VN buiten het kader van de Sacharov-prijs valt.

Helemaal op zichzelf staan de uitspraken van Annan niet. Ongeveer een week eerder liet Ruud Lubbers, de VN-commissaris voor vluchtelingen, een dergelijk geluid horen. Europa moet een arbeidsmigratiebeleid opzetten. Als er legale manieren zijn voor migranten om Europa binnen te komen, zullen economische migranten stoppen om het asielsysteem te misbruiken als toegangsweg, aldus de voormalige premier. Het lijkt erop dat de VN hiermee bewust een campagne hebben gelanceerd.

Deze boodschap komt de Europese Commissie goed van pas. Zij heeft al eerder een plan gelanceerd voor een meer Europees immigratiebeleid. Gezien het lage geboortecijfer binnen de EU en de dreigende vergrijzing hebben onze economieën mensen nodig. Arbeidsmigratie zou moeten worden toegestaan, waarbij gewerkt zou worden met een quotasysteem. Het quotum wordt uitgerekend op basis van een aantal criteria, waaronder de arbeidsmarktsituatie in een lidstaat en het aantal inwoners. Zo zou volgens de Commissie de migrantenstroom gereguleerd kunnen worden.

Onderlaag

Ideeën die naadloos aansluiten bij de geluiden die de VN laten horen. Maar dit staat haaks op de discussie die op dit moment in Nederland wordt gevoerd over het wel of niet toelaten van Poolse werknemers als Polen toetreedt tot de Unie. Mensen zijn bang dat juist de onderlaag van de samenleving getroffen wordt door de toelating van deze arbeidsmigranten.

De angst onder de bevolking is begrijpelijk. De toevloed van migranten heeft in de afgelopen decennia voor veel problemen gezorgd, vooral op het vlak van de integratie. In Nederland wordt met grote woorden gesproken over „de mislukking van het integratiebeleid.”

Werkloosheid en arbeidsongeschiktheid zijn hoog onder de vaak ongeschoolde eerste lichting immigranten. Criminaliteit onder allochtone jongeren is een groot probleem. Door gezinshereniging en het trouwen met een partner uit het land van herkomst blijven culturele verschillen en taalproblemen levensgroot bestaan. Daardoor kan deze groep zich niet aan haar achterstandspositie ontworstelen. Terecht zijn de lidstaten daarom voorzichtiger geworden met het toelaten van nieuwe migranten.

En juist nu wordt vanuit internationale organisaties als de VN en ook vanuit de Europese Commissie getracht de nationale staten te bewegen tot opname van meer migranten. De achtergrond van de uitlatingen van Lubbers en Annan is begrijpelijk. Oorlog en hongersnood blijven grote vluchtelingenstromen op gang brengen. De welvaartsverschillen in de wereld nemen niet af. De toegenomen mobiliteit en het doordringen van de informatietechnologie in alle uithoeken van de wereld zijn aspecten die de migrantenstromen alleen maar versterken. Het probleem komt in alle hevigheid op ons af. Europa geeft behalve aan het asielbeleid prioriteit aan allerlei maatregelen gericht op de controle van de migratiestromen.

In zijn toespraak stelt Annan dat toegang van migranten tot de EU een belangrijke schakel vormt in de oplossing van de wereldproblemen. Bovendien zal dit ons de beste controle geven over de migratiestromen. Deze opvatting simplificeert en generaliseert de situatie echter en onderschat de economische en sociale gevolgen van dergelijke maatregelen.

Per land verschillend

Neem bijvoorbeeld het argument van Annan dat Europa nieuwe migranten nodig heeft in verband met de afname van de bevolkingsgroei en de vergrijzing. Er kan niet van „Europa” gesproken worden. De demografische en de arbeidssituatie verschillen sterk per lidstaat. Dat is ook precies de reden waarom dit geen Europees beleid is - en volgens de eurofractie ChristenUnie-SGP ook niet moet worden, ondanks de pogingen van de Commissie in die richting.

Voor Nederland heeft het CPB in een recent rapport al verklaard dat brede toegang van migranten voor de Nederlandse situatie geen oplossing biedt, maar op de langere termijn zelfs een zwaardere belasting van het sociale stelsel vormt. De migranten die Nederland nodig heeft zijn vooral hoogopgeleide migranten. Deze migranten kunnen ook nu al een werk- en verblijfsvergunning krijgen.

Maar voor laagopgeleide migranten hebben wij weinig mogelijkheden. De mogelijkheden die er zijn zullen in de nabije toekomst worden opgevuld door werknemers uit de nieuwe lidstaten van de Unie, zoals Polen.

Annan poneerde ook dat de migranten een positieve invloed zouden hebben op onze economieën. Deze stelling is te zwart-wit. Inderdaad blijkt dat hoogopgeleide migranten die hier werken, een goede invloed hebben op de economie. Daarom vormt hun toelating ook geen probleem.

Voor de laagopgeleide migranten uit de jaren ’70 gold een heel andere regel. Zij blijken juist een belasting te zijn voor het sociale stelsel. De integratie van deze groep mensen is mislukt. Annan gaat daar wat gemakkelijk aan voorbij als hij de ideale situatie beschrijft: „De uitdaging is in dit verband integratie. Daaronder verdienen we een tweerichtingsverkeer te verstaan. Aan beide kanten moet men zich aanpassen. Het woord integratie betekent letterlijk: tot een geheel maken. Dat beschouw ik als de opdracht voor het Europa van vandaag.”

Ga er maar aanstaan, als je als lidstaat verslagen staat te kijken bij de puinhopen van het integratiebeleid.

Geld voor thuis

Een ander voordeel zou zijn dat we met de toelating van migranten tot Europa indirect ontwikkelingslanden steunen. Ook vanuit Nederland wordt veel geld overgemaakt naar arme regio’s in Turkije en Marokko. Zo zorgen de migranten voor een stuk herverdeling van geld. Dit is inderdaad positief. Daarmee worden honger en armoede bestreden.

Maar er is ook een schaduwzijde aan dit verhaal. Men gebruikt dit geld nauwelijks voor investeringen. Bovendien ligt er een zware sociale druk op migranten om geld over te maken, wat de migranten soms zelfs in schuldproblemen brengt. Deze druk blijkt bij de tweede generatie al sterk te verminderen, evenals het overgemaakte bedrag.

Er is een continue toename van migranten nodig om deze geldstroom op een hoog niveau in stand te houden. Dat is een onmogelijke opdracht voor de Europese lidstaten. Het argument van Annan boet daarmee aan kracht in. We mogen blij zijn dat migratie dit positieve bijeffect heeft, maar kunnen het instandhouden van deze geldstroom niet als doel op zich gaan zien.

Ten slotte gebruikt zowel Annan als Lubbers als de Commissie nog een argument om de twijfelaar over de streep te trekken. Een immigratiebeleid zal de overbelaste asielstelsels ontlasten. De economische vluchtelingen die nu via het asielstelsel of als illegale immigrant hun geluk zoeken, zullen dan immers via het immigratiebeleid binnenkomen.

Ook hier vallen kanttekeningen te plaatsen. De groep mensen die zich in de asielprocedure bevindt, komt grotendeels uit een tiental landen waar problemen zijn. Zij blijven zich waarschijnlijk via de asielprocedure aanmelden, ook als er een procedure voor legale migratie bestaat. Een klein deel zal zich inderdaad via de migratieroute gaan aanmelden, evenals een deel van de illegale immigranten. Maar dan lopen ze tegen de procedures aan: er bestaat een quotum, er worden eisen met betrekking tot diploma’s gesteld aan degenen die binnenkomen.

Illegale arbeid

Mensen die niet door deze selectie heen komen, zullen alsnog proberen Nederland binnen te komen. Ook in de VS, een land dat een immigratiebeleid kent, komen nog steeds velen op illegale wijze het land binnen om illegale arbeid te verrichten. De bestraffing van illegale arbeid, vooral richting werkgevers, zal dan ook meer effect hebben dan de voorstellen van Annan.

De eurofractie ChristenUnie-SGP pretendeert niet een pasklare oplossing te hebben. Wel een eerste aanzet. Zo staan wij een rechtvaardig en barmhartig asielbeleid voor, waarin zij die persoonlijk vervolgd worden, opvang krijgen in de lidstaten van de Europese Unie. Dit moet gewaarborgd blijven.

Lidstaten dienen zelf te beslissen over hun immigratiebeleid, omdat dit sterk afhankelijk is van nationale en regionale factoren. Waar arbeidsmigratie nodig blijkt, moet dit kunnen plaatsvinden in zorgvuldige afweging van de betrokken belangen. Hierbij hebben wij voorlopig een flinke kluif aan de toetredende lidstaten.

De regeringen van de lidstaten hebben niet alleen een internationale verantwoordelijkheid, maar dragen in de eerste plaats verantwoordelijkheid voor hun eigen burgers. Lidstaten zullen moeten werken aan de integratieproblematiek en aan een draagvlak onder de burgers. Alleen vanuit een economisch en sociaal stabiele samenleving kunnen nieuwe uitdagingen worden aangegaan. De wereld heeft immers niets aan een intern verzwakkende Unie die haar grenzen openstelt.

Dat betekent niet dat wij onze verantwoordelijkheid naast ons neerleggen. Integendeel. Ontwikkelingssamenwerking moet gericht zijn op investeringen in arme landen, in de vorm van kapitaal en kennis, teneinde een actief en gemotiveerd middenkader op te bouwen in deze landen. Wij kunnen onze handelsakkoorden gebruiken om te komen tot meer stabiele, democratische samenlevingen en minder corruptie. Ook steun in de vorm van bijvoorbeeld preferente toegang tot de Europese markt of hulp bij het voldoen aan de handelseisen die de EU stelt, zijn zinvolle mogelijkheden.

Dat gaat niet met grote stappen. Maar het is ook niet reëel om grote stappen te verwachten, zoals de VN lijken te doen getuige de uitspraken van Annan. Wij verwachten meer van een beleid waarin op verantwoorde wijze wordt gezocht naar het juiste evenwicht tussen de zorg voor de eigen burgers en de zorg voor de wereldburgers.

Geen makkelijke koers, maar wel een zuivere koers, waar Annan in zijn speech helaas aan voorbij is gegaan.

Hans Blokland is lid van het Europees Parlement voor ChristenUnie-SGP.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer