Tussen begin 2010 en begin 2012 steeg het aantal daklozen nog van 23.000 naar 27.000. Maar begin 2013 waren er naar schatting 25.000 daklozen. Voor het eerst in drie jaar is er geen stijging van het aantal daklozen, constateert het CBS.

Onder daklozen worden niet alleen mensen gerekend die geen vaste verblijfplaats hebben en slapen in de opvang, op straat of in openbare gebouwen. Ook mensen zonder vaste verblijfplaats die tijdelijk bij familie of vrienden verblijven, worden als dakloos bestempeld. Tijdens de economische crisis werden steeds meer mensen dakloos.

Terwijl recente cijfers uitwijzen dat de economie is gegroeid, lijkt ook de stijging in het aantal daklozen voorbij, stelt het CBS.

Dakloosheid komt vooral voor in de grote steden. Bijna 40 procent verblijft in Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam. In de grote steden is een kwart van de daklozen achttien tot dertig jaar.

Daklozen zijn vaak mannen. Een op de vijf daklozen is vrouw. Dakloze vrouwen zijn relatief jong: 38 procent is tussen de achttien en dertig jaar oud. Van de dakloze mannen valt 27 procent in deze leeftijdsgroep.