Kerk & religie

„Evangelischen kunnen de kerk redden”

Voor de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) is alleen nog toekomst als er een vruchtbare, inhoudelijke en geestelijke integratie komt met de evangelische beweging, die in de meeste protestantse kerken bezig is te ontstaan, zegt prof. dr. C. Graafland.

Kerkredactie
9 February 2004 10:12Gewijzigd op 14 November 2020 00:57
UTRECHT - Ongeveer 135 aanwezigen dachten zaterdag in de Utrechtse Jacobikerk met elkaar na over ”het einde van het protestantisme”. Prof. dr. C. Graafland verzorgde samen met IZB-studiesecretaris ds. W. Dekker de lezingen. - Foto Erik Kottier
UTRECHT - Ongeveer 135 aanwezigen dachten zaterdag in de Utrechtse Jacobikerk met elkaar na over ”het einde van het protestantisme”. Prof. dr. C. Graafland verzorgde samen met IZB-studiesecretaris ds. W. Dekker de lezingen. - Foto Erik Kottier

In Utrecht werd afgelopen zaterdag de jaarlijkse lezersdag van het theologisch tijdschrift Kontekstueel gehouden. De ongeveer 135 aanwezigen dachten met elkaar na over ”het einde van het protestantisme”. Aanleiding voor dit thema waren geruchtmakende uitspraken van de Britse theoloog Alister McGrath eind vorig jaar. McGrath zei toen in een interview dat binnen het christelijk geloof drie grote stromingen zullen overleven: de rooms-katholieke, de oosters-orthodoxe en de evangelicale. Voor het protestantisme ziet hij geen aparte plaats meer weggelegd.

Zolang de kerk de rechtvaardiging van de goddeloze door het geloof preekt en daaruit leeft, zal zij blijven bestaan, zei prof. Graafland, die samen met ds. W. Dekker de lezingen verzorgde. „Dit is het geloofsartikel waarmee de kerk staat of valt. En dan is het niet meer van doorslaggevend belang of we nu rooms of Grieks-orthodox of evangelicaal of protestant zijn. Want dat geloof laat zich vinden in alle kerken en door alle verschillende vormen van liturgie en spiritualiteit en geloofsformuleringen heen. Het is het hart van Gods kerk van alle tijden en plaatsen. En dat zal zo blijven tot de jongste dag toe, al zal Jezus dan misschien wel lang moeten zoeken, waar hij dit geloof op aarde nog kan vinden.”

In dit licht vindt prof. Graafland het „eigenlijk helemaal geen ramp om over het einde van het protestantisme te spreken. Want ergens halverwege in de geschiedenis van de kerk is het protestantisme ontstaan. Voor die tijd was er geen protestantse kerk, maar er was wel een christelijke kerk. En het kan best zijn dat we het zullen meemaken dat het protestantisme ook weer halverwege verdwijnt, maar de christelijke kerk blijft. Doordat er misschien wel een bijbelse vernieuwing van de catholica komt, waar de protestantse kerken zich volgaarne mee zullen verenigen en in een bredere bedding van kerkelijk leven zich mogen voortzetten. Over fusie gesproken. Wie zou daar niet naar verlangen?”

Prof. Graafland ziet alleen hoop gloren voor „een evangelisch-protestantse kerk in Nederland.” „Mijn devies zou dan ook zijn: Evangelischen aller kerken, verenigt u. Maar dan bedoel ik eigenlijk: Alle gelovigen, die kinderen van de ene Vader van onze Heiland Jezus Christus mogen zijn, komt uit uw verouderde stellages tevoorschijn en verenig u tot Christus’ ware kerk op aarde. En hoe ver dat dan zal gaan?

Nu, ik zei het al: Als ik merk, dat deze ontwakende geest van het evangelisch geloven ook in de Rooms-Katholieke Kerk zich steeds duidelijker meldt, een geest die ik trouwens ook bij de Grieks-orthodoxen heb ontmoet, dan hoop ik dat ook in die richting de grenzen eenmaal zullen wegvallen, en het werkelijk gaat worden: één kudde, onder één Herder, onze Heere en Heiland Jezus Christus.”

De emeritus hoogleraar verwees naar artikel 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, waar zowel de leer als het ware geloof als kenteken van de kerk wordt genoemd. Volgens prof. Graafland zal in de toekomst de leer steeds minder de grenzen van de kerk aangeven. „Dus niet meer zozeer haar kerkelijk vastgestelde en geformuleerde leer of belijdenis of kerkorde zal bepalend zijn, maar of ze een kerk is waarin de leden ware gelovigen zijn, in beleving en uitleving, en waar dat leven dan ook van uitstraalt naar elkaar en naar de wereld toe. En dat zal dan tot gevolg hebben dat de feitelijke grens tussen kerk en niet-kerk of niet meer kerk dwars door alle bestaande denominaties heen zal lopen. Daar gaan we naartoe, verwacht ik.

We krijgen een heel andere kerkelijke kaart in de toekomst. Ook de bestaande grenzen en tegenstellingen tussen het protestantisme en de rest van het christendom, niet alleen inclusief de evangelische kerken maar ook inclusief de Rooms-Katholieke Kerk, kunnen zich wel eens drastisch wijzigen of zelfs in hun kerkscheidende werking verdwijnen.”

In de discussie kwam van diverse kanten de vraag welke evangelischen prof. Graafland precies bedoelt. Daarop zei de emeritus hoogleraar dat het gemakkelijk is allerlei verschraalde vormen aan te wijzen, maar dat je overal (jonge) mensen ziet zoeken om de Schrift weer helder te krijgen en „alle rompslomp die de orthodoxie zich heeft aangemeten, er weer af te halen.”

Kwam prof. Graafland in zijn lezing met zijn „kinderlijk geloof”, IZB-studiesecretaris ds. W. Dekker uit Oosterwolde (bij Elburg) trok filosofische en sociologische lijnen van het verleden naar de huidige belevingscultuur. Was er vroeger in Nederland en nu nog in tweederde deel van de wereld een ”overlevingscultuur”, waarin de strijd om het bestaan centraal staat, in de welvaartscultuur is „de spanning uit het leven gehaald die het leven de moeite waard maakte. Daarom zoeken mensen naar kicks en ervaringen die het leven spannend maken.” Ds. Dekker zei dat de kerk die overgang van overlevings- naar belevingscultuur volstrekt serieus moet nemen. „De kerk moet niet Jezus aanbieden als vervulling van een verlangen naar afwisseling en emotie, maar als Heer der wereld die ook Heer van mijn leven wil zijn.”

Tegelijk erkent ds. Dekker dat de behoefte aan beleving diep in de cultuur is verankerd en dat alleen die stromingen in het christelijk geloof het goed doen die deze behoefte serieus nemen. „Sommige kerken lijken het wel goed te doen, maar dat is te danken aan zuilvorming en groepsproces. De enige kerkelijke stroming die de beleving serieus neemt, is de evangelische. Ik denk dat dit eenvoudig de feiten zijn.”

Ds. Dekker bedacht een nieuwe variant op Descartes: „Ik denk dus ik ben? Ik voel dus ik ben? Ik antwoord dus ik ben! De weg van gehoorzaamheid is geloof, zeg ik met Bonhoeffer.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer