Anne Askew, de ”Fair Gospeler”
Sinds de kruisiging van de Heere Jezus zijn enkele tientallen miljoenen christenen martelaar geworden omwille van hun geloof. Over wie gaat het? Vandaag Anne Askew.
Op de kalender staat 16 juli 1546. Op de beruchte executieplaats Smithfield in Londen worden vier protestantse ketters terechtgesteld. Het zijn Anne Askew, John Lascelles, John Adams en Nicholas Belenia. Met kettingen zijn ze aan palen vastgebonden. Het brandhout ligt gereed. De menigte kijkt toe.
De 26-jarige Anne Askew is in de Tower in Londen zodanig gemarteld en gepijnigd dat ze, als enige van de vier, niet meer in staat is om te lopen of om te staan. Ze wordt op een stoel gedragen.
Anne is een intelligente jonge vrouw, afkomstig uit een adellijk geslacht. Ze schrijft gedichten en leest veel in de Bijbel. En dat heeft koning Hendrik VIII, in 1543, nu juist verboden. Mensen uit de lagere klassen mogen niet in de Bijbel lezen. Vrouwen uit de hogere klassen mogen dat wel, maar niet in het openbaar.
Uit protest tegen dit koninklijk besluit gaat Anne Askew een week lang iedere dag in de kathedraal van Lincoln demonstratief de Bijbel zitten lezen. Ze leest, zo zegt ze, liever vijf woorden in de Bijbel dan in de kerk vijf missen bij te wonen. Het levert haar de bijnaam ”Fair Gospeler” op.
De heersende bisschop Stephen Gardiner besluit daar korte metten mee te maken. Hij beschuldigt Askew van ketterij en neemt haar op 10 mei 1545 voor twaalf dagen gevangen. Tijdens haar verblijf in de gevangenis schrijft ze gedichten en protestliederen.
In juni 1546 wordt Askew opnieuw beschuldigd van ketterij en van lastering van de roomse mis. Deze maal wordt ze ter dood veroordeeld. In de Tower in Londen wacht haar de pijnbank, het gevreesde houten martelwerktuig met touwen en tandwielen. Langdurig wordt ze gemarteld, maar Anne blijft standvastig.
Op 16 juli volgt het einde. Haar wacht de dood door verbranding, samen met drie anderen. Voordat het vuur wordt aangestoken, probeert de bisschop nog een laatste keer haar terug te laten keren naar de kerk van Rome. Anne antwoordt namens de drie anderen dat zulke pogingen bij voorbaat mislukt zijn.
Vanuit de vlammen prijst zij de almachtige God, totdat het stil wordt.