Reestkerk moet zichzelf bedruipen
Hoe houden we onze Reestkerk in stand? Met die vraag liepen de leden van de protestantse gemeente Oud Avereest-Balkbrug. Ze vonden een antwoord. Zondag zijn de gerestaureerde kerk en het nieuwe bijgebouw Reestkamer in gebruik genomen.
Op de grens van Overijssel en Drenthe stroomt de Reest. Het is een mooie beek. Wandelaars komen graag naar het Reestdal vanwege de prachtige natuur en de rust. „Hier stromen cultuur en natuur samen”, zegt Jan Loovers, voorzitter van de stichting Vrienden van de Reestkerk.
Eeuwenlang was het stil en leeg in deze regio. In de middeleeuwen kreeg een klooster bij Hasselt de opdracht in het arme gebied kerken te stichten. Zo verrees er ook een kerk in Oud Avereest. In 1635 kwam er een nieuw stenen kerkgebouw. Dat bleef tot 1852 staan. Toen werd de huidige Reestkerk gebouwd, vertelt Loovers.
Zo bleef het ruim anderhalve eeuw lang. Elke zondag trokken de boeren van de omliggende boerderijen over de kerkenpaden naar het bedehuis aan de weg tussen Balkbrug en IJhorst.
Het ontstaan van de Protestantse Kerk in Nederland zorgde in Balkbrug in 2009 voor nieuwe vragen. Een hervormde kerk in Oud Avereest en een gereformeerd kerkgebouw in Balkbrug, hoe gaan we daar verder mee? De gereformeerde Brugkerk in het dorp voldeed het best aan de wensen om het „bloeiende” gemeenteleven vorm te geven, vertelt Loovers. „Maar de Reestkerk wilden we als gemeente ook behouden. Daarom is besloten dat de Reestkerk eigendom van de protestantse gemeente blijft, maar zelf de broek moet ophouden. We hebben voor een zakelijke aanpak gekozen.”
De verhuur van de Reestkerk voor huwelijken, begrafenissen, concerten, symposia „en tal van andere activiteiten” moet voldoende geld in het laatje brengen voor het onderhoud van het rijksmonument. Dat is een flinke uitdaging, stellen Loovers en de voorzitter van de bouwcommissie, Aart van den Brink.
Dankzij een grondige restauratie is de Reestkerk nu klaar voor haar nieuwe toekomst, vertelt „bouwpastor” Van den Brink. „De kerk is helemaal leeggehaald. Er zijn nieuwe leidingen aangelegd. Er ligt een nieuwe vloer in. Het liturgisch centrum is vernieuwd en het Van Loo-orgel gerestaureerd.”
De kerk is uitgerust met moderne audiovisuele apparatuur. „Vier beamers kunnen beelden op de muren projecteren. Daar is tegenwoordig veel vraag naar, bijvoorbeeld bij stellen die hier willen trouwen. Ook voor symposia is de apparatuur nuttig.” Achter in de kerk is een modern bedienings- paneel ingericht. Daarvandaan kan ook een camera worden bediend voor opnamen van bijeenkomsten, laat Van den Brink zien.
Net zo belangrijk als de restauratie van de oude kerk was de realisatie van een modern bijgebouw met zalen, toiletten en een keuken: Reestkamer. Loovers: „De kerk had alleen een consistoriekamer en één toilet. Dat is niet voldoende als je de kerk voor meer activiteiten wilt gebruiken.”
Een kleine commissie –„met een stevig mandaat”– ging voortvarend te werk. Maart 2014 lag er een plan. „Het streven was om eind 2014 alles afgerond te hebben. Het werd iets later. Maar een leger van vijftig, zestig vrijwilligers heeft een berg werk verzet”, zegt Van den Brink.
Financieel kon de gemeente het plan grotendeels rondkrijgen door de verkoop van zalencentrum Het Trefpunt in Balkbrug en door bijdragen van de gemeente Hardenberg en de provincie Overijssel. Loovers: „Een goed netwerk en goede contacten met de politiek waren daarbij onmisbaar.”
Zondag vormde de ingebruiknamedienst de afsluiting van een intensieve periode. „De Reestkerk is klaar voor de toekomst.”
Vrienden kerk zoeken inkomsten
De stichting Vrienden van de Reestkerk is in 2010 opgericht. In het bestuur zitten mensen uit de protestantse gemeente Oud Avereest-Balkbrug, maar een aantal leden is niet-kerkelijk. Zij vinden het belangrijk om de Reestkerk als monument in stand te houden. De stichting timmert via de media aan de weg om de kerk bij een breed publiek onder de aandacht te brengen. De vrienden van de kerk hebben al verschillende concerten in de planning staan. Loovers: „Al is het nog de kunst om na aftrek van de kosten wat over te houden.” In april wordt er het derde symposium gehouden. In mei komen provinciale kerkrentmeesters luisteren hoe de stichting en de kerkenraad de Reestkerk gaan benutten. Een vaste huurder is de protestantse gemeente.