In de Pew-studie worden de cijfers van 2013 vergeleken met die van het jaar ervoor. Toen was er wereldwijd gezien sprake van een piek als het gaat om „maatschappelijke vijandigheid” tegen godsdienstige uitingen. Het aantal landen waar sprake is van een grote mate van vijandigheid blijkt in 2013 iets afgenomen te zijn. Nog steeds echter is er in ruim een kwart van de landen sprake van religieus gemotiveerd geweld. Dat kan gaan om het vernielen van religieuze gebouwen of teksten, tot en met gewelddadige aanvallen waarbij gewonden en doden vallen.

Als het gaat om landen waar vanuit de overheid grote beperkingen op godsdienstig gebied worden opgelegd, is de situatie van 2013 vergelijkbaar met die van het jaar ervoor: in ruim een kwart van de landen is sprake van controle van religieuze groepen of individuen, variërend van verplichte registratie of discriminerend beleid tot het verbod op bepaalde religies.

Volgens het onderzoek van Pew is er in twee op de vijf landen sprake van een grote mate van vijandigheid en beperkingen op religieus gebied. Omdat een aantal van die landen, zoals China en India, zeer dichtbevolkt zijn, komt het aantal mensen dat hiermee te maken heeft op bijna 5,5 miljard. Dat is ruim driekwart (77 procent) van de wereldbevolking. Dat is vergelijkbaar met 2012 (76 procent), maar een stuk hoger dan in 2007 (68 procent).

Onder de 25 landen met de meeste inwoners zijn de beperkingen op godsdienstig gebied het grootst in Birma, Egypte, Indonesië, Pakistan en Rusland. In die landen worden gelovigen zowel vanuit de overheid als in de samenleving sterk gehinderd in de uitoefening van hun religieuze overtuiging. China is het land waar vanuit de overheid de restricties het grootst zijn. In India is de maatschappelijke tegenstand tegen godsdienstige uitingen het grootst.

Net als in voorgaande jaren ondervonden christenen en moslims samen in 2013 in een overgrote meerderheid van de landen tegenstand. Voor christenen is daarvan sprake in 102 van de 198 landen. Voor moslims geldt dat in 99 landen.

Het aantal landen waar joden hinder ondervonden in het uitoefenen van hun godsdienst, ofwel van overheidswege ofwel in de maatschappij, is volgens het onderzoek van Pew Research Center sterk toegenomen. In 2013 was daarvan sprake in 77 landen. Dat is 39 procent van het totaal aantal landen. In 2007 stond de teller nog op 26 procent. In 2012 was het aantal al gestegen tot 36 procent.

Meestal ondervinden joden vijandigheid van de kant van individuen of groepen in de maatschappij. In Europa was daarvan in 2013 sprake in 34 van de 45 landen: een percentage van 76 procent.

Het is het zesde jaar op rij dat Pew Research Center onderzoek deed naar de invloed van overheid en maatschappij op de geloofsbeleving en -praktijk van mensen wereldwijd.