Sinds vorig voorjaar preekt J. Otten (niet te verwarren met drs. J. Otte, parttime geestelijk verzorger in psychiatrisch ziekenhuis Veldwijk in Ermelo), woonachtig in Utrecht, in hervormd-gereformeerde gemeenten in het land, onder meer in Westbroek, Rijssen, Doornspijk en Culemborg. Ds. R. van Kooten, hervormd predikant in Soest, zegt dat hij werd benaderd om informatie over Otten „omdat hij vertelde dat hij in de Ichthusgemeente te Soest vicaris was. Maar ik wist van niets, ik kende hem niet ”, aldus ds. Van Kooten. „Toen de vader van Ottens verloofde op onderzoek uitging, kwam hij erachter dat Otten helemaal geen theologie heeft gestudeerd en geen preekbevoegdheid heeft. Ik ben er door de schoonfamilie bij betrokken, en heb onlangs ook een gesprek met Otten gehad, waarin hij onder getuigen moest bekennen het verhaal over de theologiestudie verzonnen te hebben. Ik heb hem ernstig gewaarschuwd te stoppen met preken. Aan de ene kant denk ik: Zijn droom is uit. Maar aan de andere kant ben ik bang dat hij in zijn fantasie zo weer verdergaat.”

„Ik ben dienstbaar gesteld”, reageert Otten op de vraag waarom hij preekt zonder bevoegdheid. „De Heere heeft mij geroepen om het Woord te gaan bedienen. Dan kunnen we toch niet anders. En als ik dat zelf heb mogen proeven, kunt u dat ook wel begrijpen.” Otten geeft toe dat er een onderzoek loopt, waarover hij verder niets kan zeggen. „Ik zeg dat ik theologie heb gestudeerd, de andere kant zegt nee, het lijkt me het beste het hierbij te laten.”

Otten zegt geen kerkelijke opleiding te hebben gedaan, maar wel een preekconsent te hebben.

Ds. G. J. Wisgerhof, scriba van de provinciale kerkvergadering Utrecht, deelt echter mee dat er geen preekbevoegdheid voor de ’kandidaat’ is afgegeven. „Ik heb dat meer dan voldoende gecheckt. De preekconsenten worden centraal beheerd door het breed moderamen van de hervormde synode. Dat houdt een lijst bij waar ze allemaal op staan. De kerkorde bepaalt dat studenten een consent en een consentkaart krijgen. Daar kan door kerkenraden naar gevraagd worden, maar het gebeurt zelden of nooit.” Wel wordt ds. Wisgerhof in de zomer, de probleemtijd wat preekbeurten betreft, wel eens opgebeld met de vraag of de kandidaat die komt preken eigenlijk wel een preekconsent heeft.

Prof. dr. F. G. Immink, als hoogleraar praktische theologie verbonden aan de Kerkelijke Opleiding van de Nederlandse Hervormde Kerk, weet dat Otten „geen theologie studeert, zich niet daadwerkelijk voorbereidt op het predikantschap en derhalve geen preekbevoegdheid heeft. Wij weten van zijn bestaan niet af.”