„Let op taal en toon, de kansel is een gevaarlijke plaats”
APELDOORN. Politiek, media en kerk vielen de afgelopen tijd massaal over de Duitse predikant Olaf Latzel heen. Hij had zich in zijn preek gekeerd tegen interreligieuze vieringen en andere vormen van het vermengen van religies. Kan een predikant vandaag de dag zulke dingen vanaf de kansel zeggen?
Ds. Latzel, die donderdag in het Reformatorisch Dagblad aan het woord komt, waarschuwde in zijn preek in behoorlijk scherpe bewoordingen voor deelname aan het Suikerfeest, samen bidden met moslims, bezit van boeddhabeelden en de relikwieëncultus van de Rooms-Katholieke Kerk.
Tienduizenden mensen hebben inmiddels zijn preek via internet beluisterd, en de reacties liegen er niet om. Een groep protestantse predikanten tekende protest aan, en ook de Bremer Landtag sprak zich tegen de inhoud van de preek uit. Toch deed ds. Latzel, predikant van de evangelische (protestantse) St. Martinikirche in Bremen, volgens een columnist van Der Spiegel „niet meer dan zijn christelijke geloofsovertuiging uitdragen.”
Ds. C. W. Rentier, directeur van de stichting Evangelie & Moslims, en prof. dr. T. M. Hofman, voorzitter van het deputaatschap Contact met de Overheid van de Christelijke Gereformeerde Kerken, vinden allebei dat er in deze kwestie onderscheid gemaakt moet worden tussen de verwoording van de preek en het inhoudelijke punt van ds. Latzel. Prof. Hofman: „We moeten ons niet laten verleiden tot een kleurloos en aangepast Evangelie. Toch moet in ons spreken over andere religies de bewogenheid en liefde die ons dringt de toon zetten.”
De Apeldoornse hoogleraar vindt het „zonder meer te prijzen” dat ds. Latzel excuses heeft aangeboden voor taal en toon waarin hij zich heeft geuit. „De kansel is in dit opzicht een gevaarlijke plaats. Je kunt wel zeggen: onze reformatoren namen ook geen blad voor de mond, in die tijd hadden ze een hele dierentuin tot hun beschikking om tegenstanders uit te schelden, maar we kunnen ook duidelijk zijn zonder kwetsend te zijn. Als je wilt zeggen dat een boeddhabeeld in de tuin voor christenen niet past, hoef je nog niet te zeggen dat het een dikke olifant is. Laten we als kerk het voorbeeld geven, en niet meegaan in de hedendaagse verruwing van de taal. Formulering is een punt waar predikanten goed over na moeten denken.”
Ds. Latzel gebruikt volgens ds. Rentier „een stijl die we ook wel in de Bijbel tegenkomen. Ik zal niet zeggen dat die stijl per se niet kan, want als we eerlijk zijn kan de Bijbel ook scherp zijn. Ik denk dat dat soms ook moet. Wel zou ik sommige dingen zelf wat anders verwoorden. Ik zou bijvoorbeeld de islam niet kortweg als afgoderij neerzetten, maar wel duidelijk maken: Wat de islam over God zegt staat haaks op het Evangelie, die twee dingen kunnen niet tegelijk waar zijn.”
In het algemeen was het waarschijnlijk verstandiger geweest als ds. Latzel minder op de persoon had gespeeld, denkt ds. Rentier. „Deze preek is nogal concreet, er worden mensen, gebeurtenissen, projecten bekritiseerd. Dan kun je reactie verwachten.”
Intussen heeft ds. Latzel inhoudelijk wel degelijk een punt, vinden de beide Nederlandse theologen. „Het lijkt me terecht dat hij zich verzet tegen de abrahamitische oecumene”, zegt ds. Rentier. „Een preek tegen syncretisme lijkt me vandaag heel relevant.”
Kernzaak
Volgens prof. Hofman staat ds. Latzel „terecht pal voor de kernzaak: geen ander Evangelie. Tegen de tendens van het huidige leefklimaat in houdt hij onverkort vast aan de boodschap van Handelingen 4:12: Er is onder de hemel geen andere Naam waardoor wij zalig moeten worden. Dat valt hem niet te verwijten, maar is in hem te prijzen.”
Lees ook in Digibron:
Bremer kerk: Geen tuchtmaatregelen tegen ds. Latzel (RD.nl, 13-02-2015)
Protestactie voorgangers tegen Bremer predikant (RD.nl, 06-02-2015)
Bremer predikant en kerk komen niet dichter tot elkaar (RD.nl, 05-02-2015)
Duitse predikant: Haatprediker of roepende in de woestijn? (Reformatorisch Dagblad, 30-01-2015)