Opinie

Mediacode geen verplichting voor pers

Strikt genomen is de Mediacode van de Rijksvoorlichtingsdienst niet nodig, stelt dr. Huub Evers. De pers behoudt het recht om per geval een afweging te maken tussen uitingsvrijheid en privacybescherming.

dr. Huub Evers
25 February 2015 14:35Gewijzigd op 15 November 2020 16:56
Koningin Máxima, koning Willem-Alexander en prinses Beatrix samen met de prinsessen Amalia, Ariane en Alexia tijdens de jaarlijkse fotosessie in het Oostenrijkse skioord Lech. De Telegraaf publiceerde afgelopen zaterdag al een foto van een skiënde prinses
Koningin Máxima, koning Willem-Alexander en prinses Beatrix samen met de prinsessen Amalia, Ariane en Alexia tijdens de jaarlijkse fotosessie in het Oostenrijkse skioord Lech. De Telegraaf publiceerde afgelopen zaterdag al een foto van een skiënde prinses

De bekende foto’s van de Oranjes in de sneeuw in het Oostenrijkse Lech stonden deze week weer in vrijwel alle kranten. Koning Willem-Alexander, koningin Máxima en hun drie dochters poseren samen met prinses Beatrix geduldig voor de pers en volgen bereidwillig de aanwijzingen van de fotojournalisten. Dit jaar was De Telegraaf niet aanwezig, niet vanwege gebrek aan belangstelling, maar omdat fotografen van deze krant niet welkom waren. De Telegraaf had namelijk de Mediacode geschonden, door zaterdag een foto af te drukken van een skiënde prinses Beatrix. Dat weerhield De Telegraaf er overigens niet van om toch ruim aandacht te schenken aan de koninklijke skivakantie op basis van foto’s die door het ANP werden aangeleverd.

De Mediacode is in 2005 opgesteld door de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD). De inhoud ervan komt hierop neer: de RVD organiseert op gezette tijden mediamomenten, geeft informatie aan de pers en bemiddelt bij aanvragen voor interviews. In ruil hiervoor zeggen de media toe de leden van het Koninklijk Huis met rust te laten op alle momenten waarop zij niet in hun officiële functie naar buiten treden. Dit geldt uiteraard ook voor de prinsesjes. Wanneer de code wordt geschonden, volgt ofwel de sanctie van uitsluiting van mediamomenten, ofwel juridische stappen.

Hockeyende prinses

Directe aanleiding om zo’n code op te stellen was een rechterlijke uitspraak in 2004. Prinses Caroline van Monaco klaagde dat ze voortdurend hinderlijk gevolgd werd door paparazzi die foto’s maakten van haar in haar dagelijks leven. De rechter bepaalde dat publicaties onrechtmatig zijn wanneer ze geen bijdrage leveren aan het publieke debat of gebaseerd zijn op informatie die op hinderlijke wijze is verkregen. In dat geval moet het respecteren van de persoonlijke levenssfeer zwaarder wegen.

Jaren later stapte de prinses opnieuw naar de rechter, omdat Duitse bladen foto’s van haar in haar privésfeer publiceerden. De rechter verruimde het eerdere criterium door te stellen dat publieke figuren zich meer aandacht van de media moeten laten welgevallen dan anderen, ook wanneer ze niet officieel in functie zijn. Publicaties hoeven ook niet per se een bijdrage te leveren aan het publieke debat.

Daarmee kwam de Mediacode al enigszins op losse schroeven te staan. Ook in ons land is deze code vaak bekritiseerd. Nieuwe Revu publiceerde twee jaar geleden enkele foto’s van een hockeyende prinses Amalia om te demonstreren hoe onzinnig men de Mediacode vindt. Later verklaarde de hoofdredactie dat dit niet zo’n verstandige actie was geweest, omdat er in de samenleving met verontwaardiging werd gereageerd op deze schending van de persoonlijke levenssfeer. Het debat ging nauwelijks meer over de Mediacode, maar over de ondoordachte actie van het blad dat wel wat publiciteit kon gebruiken.

Ook de Raad voor de Journalistiek verklaarde daarna dat de Mediacode geen afspraak is tussen twee partijen, maar een eenzijdige actie van de RVD en daarom niet bindend voor de pers. Inhoudelijk heeft de raad minder moeite met de code: uiteraard moeten hoofdredacteuren voortdurend een zorgvuldige afweging maken tussen privacybescherming en uitingsvrijheid. Of een gebeurtenis nieuwswaardig en dus journalistiek relevant is, bepaalt niet de RVD maar de pers zelf.

Privileges

Strikt genomen is een mediacode dus niet nodig. Uit uitspraken van rechters en van de Raad voor de Journalistiek blijkt overduidelijk dat ook publieke figuren recht hebben op bescherming van hun privacy, zij het minder dan ‘gewone mensen’. Steeds weer zal er een afweging gemaakt moeten worden tussen de beginselen uitingsvrijheid en privacybescherming.

Naarmate er meer sprake is van gebeurtenissen in de privésfeer, is er ook meer recht op bescherming. Wanneer leden van het Koninklijk Huis dingen doen of zeggen in hun functie, zal de uitingsvrijheid en de vrijheid van nieuwsgaring van de media prevaleren. Gaat het om de privésfeer, dan is er bescherming. Overschrijden de media deze grens, dan is toetsing door raad of rechter een voor de hand liggende consequentie.

Wanneer er media zijn die zich vrijwillig aan een mediacode willen onderwerpen in ruil voor privileges (zoals uitnodigingen voor fotosessies), dan is daar geen bezwaar tegen – tenzij dit zou betekenen dat andere media geweigerd worden bij nieuwswaardige en dus journalistiek relevante gebeurtenissen. Hier moet de persvrijheid prevaleren boven de exclusiviteit van bijzondere afspraken.

Van een verplichting om zich aan de Mediacode te houden kan geen sprake zijn, maar dat was ook in het verleden niet het geval. In alle gevallen behoudt de pers zich het recht voor zo’n overeenkomst op haar merites te beoordelen en de consequenties van weigering te accepteren.

De auteur is media-ethicus en lid van de Raad voor de Journalistiek. Hij schreef dit artikel op persoonlijke titel.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer