„Oehoe heeft het gemunt op vrouwen”
KAPEL AVEZAATH (ANP). Vrouwen in Purmerend en omstreken die in het territorium van de beruchte uilensoort oehoe (een vrouwtje) komen, moeten extra oppassen. Dat zegt Rob Schenkelaars van de Stichting Roofvogel, Uilen en Egelopvang. Tijdens het broedseizoen, dat in januari begint, zien oehoe-vrouwtjes die in gevangenschap leven mensenvrouwen als hun natuurlijke concurrent, legt hij uit.
Purmerend heeft al enkele weken te maken met een agressieve oehoe. Dinsdagavond viel zij twee hardlopers aan op de atletiekbaan in de plaats. Vorige week waren twee verstandelijk gehandicapten het doelwit van de uil op het terrein van de Prinsenstichting.
Omdat wilde oehoe’s in Nederland alleen voorkomen in gebieden rond de Duitse grens, vermoedt Schenkelaars dat het gaat om een ontsnapt exemplaar. Het zou in Purmerend gaan om een ‘imprint’, een vogel die door mensen is grootgebracht. „Hierdoor zijn de uilen hun natuurlijke angst voor mensen verloren en zijn zij dus ook op hen gericht. Wilde oehoe’s zijn schuw voor mensen.”
Op de een of andere manier zijn vrouwelijke oehoe’s, die groter zijn dan mannetjes, in staat om mensen van het vrouwelijk geslacht te herkennen, „maar andersom is het ook zo dat mannelijke oehoe’s het eerder gemunt hebben op mannen”, vertelt Schenkelaars. Ook hardlopers zijn volgens hem vaker het doelwit. „Zij zien hierin een vluchtgedrag en reageren instinctief. Mensen die rustig langslopen laten ze waarschijnlijk met rust.”
Volgens Schenkelaars is het de natuurlijke manier van jagen van de oehoe om geruisloos aan te komen vliegen en van achteren aan te vallen. „Je schrikt je lam als zo’n giga-vogel plotseling opduikt en met hun vlijmscherpe klauwen kunnen ze behoorlijk uithalen, daarmee knijpen ze een konijn dood”. Toch denkt hij niet dat de oehoe, de grootste uilensoort ter wereld, zware verwondingen kan aanrichten bij mensen.
De gemeente Purmerend liet woensdag weten stappen te nemen om de agressieve oehoe te vangen. Tot die tijd adviseert zij de mensen met paraplu de straat op te gaan in de gebieden waar de uil gezien is.