Ware uittocht Statenleden uit de PVV
APELDOORN. Een stem op de Partij Voor de Vrijheid van Wilders voor de komende Statenverkiezingen lijkt een onzekere. De afgelopen Statenperiode verloor de partij maar liefst 17 van de 69 Statenzetels doordat Statenleden uit de partij stapten en hun zetel aanhielden. Nog eens 6 gaven niet alleen de PVV, maar ook hun zetel op. „Ik denk niet dat Wilders ervan wakker ligt.”
Onderzoek van het Reformatorisch Dagblad wijst uit dat de PVV de afgelopen Statenperiode de meest instabiele was van alle partijen. Andere partijen verloren een enkel lid dat zijn zetel meenam: de PvdA 2, GroenLinks, SP, de Partij voor het Noorden en de Partij van Zeeland elk 1. Dat gebeurde vooral vanwege ruzies, soms onenigheid over de politieke opvattingen.
Bij de PVV nam de vlucht van Statenleden astronomische vormen aan. Zo slonken de PVV-Statenfracties de afgelopen vier jaar in Friesland van 4 naar 1 en in Noord-Holland van 6 naar 3.
In vogelvlucht. In 2011 stapten 2 PVV-Statenleden op na ruzie en nog eens 2 om politiek-inhoudelijke redenen. Een jaar later waren dat er nog eens 2 na onmin en 3 vanwege de koers van de partij, de afscheiding van Brinkman in de Noord-Holland.
De beruchte Marokkanenuitspraak na de raadsverkiezingen van 2014 kostte Wilders direct al 10 Statenleden. Vijf van hen hielden hun Statenzetel aan, onder wie ex-SGP’er Van der Galiën in Friesland en Jansen in Zuid-Holland – tevens Kamerfractieassistent en rechterhand van Wilders.
Opzien baarde ook het opstappen van PVV-fractievoorzitter Stassen in Limburg en Van Klaveren in Flevoland. Dit Tweede Kamerlid richtte vorig jaar met ex-PVV-Kamerlid Bontes de partij Voor Nederland (VNL) op.
Onverholen leedvermaak
Na het opstappen van Jansens fractiegenoot Brands uit de Zuid-Hollandse PVV gebeurde er 239 dagen, 15 uur en 27 minuten niets op dit vlak, becijferde de site www.isereenpvveropgestapt.nl. Met onverholen leedvermaak rekent deze site uit hoelang het gemiddeld duurt voordat een PVV-politicus de partij verlaat. Sinds 20 maart 2012 is dat 54 dagen, 7 uur en 43 minuten.
Eind vorig en begin dit jaar stappen nog twee PVV-Statenleden over naar VNL als verlate reactie op het ”minder Marokkanen” van Wilders. En stapte een Brabantse PVV’er over naar 50PLUS, vermoedelijk omdat hij bij de PVV een onverkiesbare plaats kreeg.
„Je kunt rustig stellen dat er aan de screening van de kandidaten door Wilders in 2011 het nodige schortte”, stelt historicus en docent aan de Nijmeegse Radboud Universiteit Koen Vossen vast. In 2013 publiceerde hij het boek ”Rondom Wilders. Portret van de PVV”.
Vossen deed grondig onderzoek naar de Statenlidkandidaten voor de PVV uit 2011. „Wilders had iets kritischer mogen zijn. Met een beetje googelen kwam ik erachter dat sommigen solisten waren die het al bij andere partijen of schimmige clubjes hadden geprobeerd.”
Duidelijk voorbeeld is het Gelderse Statenlid Wullink. Deze stapte in november 2011 uit de PVV-fractie, officieel wegens „verschil van inzicht over het fractiebeleid.” Wullink was eerder lid van CDA, VVD, LPF, de LPF-afsplitsing Lijst Vijf Fortuyn, Een voor de Vrijheid en Gemeentebelangen. Na zijn PVV-avontuur werd hij lijsttrekker voor Ouderen Politiek Actief bij de raadsverkiezingen in 2014 in Rheden.
Vossen vindt de motieven van de pakweg twintig Statenleden die om inhoudelijke redenen uit de PVV stapten discutabel. „Wilders had het al gehad over de kopvoddentaks, gesteld dat de Antillianen terug moesten en had zijn Polenmeldpunt ingesteld. Het lijkt me meer voor de hand liggen dat de opgestapte PVV’ers al langer gefrustreerd waren over het gebrek aan coördinatie en een moment zochten om weg te gaan.”
Eén mogelijkheid
Gefrustreerde PVV’ers hebben ook geen keus, vindt Vossen. „De optie om erover te praten is er niet in de PVV. Die heeft geen partijorganisatie en dus is er maar één andere mogelijkheid over: exit – weggaan.”
Overigens denkt de PVV-kenner dat Wilders niet erg rouwt om het vertrek van partijgenoten. „Ik denk niet dat hij er slapeloze nachten van heeft. Eén ding vindt hij belangrijk: dat is dat ze voor de Eerste Kamer op de PVV stemmen. Wat ze erna doen, boeit hem niet zo.”
Nieuwe verkiezingen
Op naar de nieuwe Statenverkiezingen. Opgestapte Statenleden die met een eigen partijtje aan de verkiezingen beginnen geeft Vossen weinig kans. Of dat nu ex-PVV’er Hiemstra in Friesland is, ex-PVV’er Bosman in Limburg of ex-SP’er Swierenga in Groningen en ex-Partij voor het Noorden-Statenlid Veerenhuis-Lens betreft.
„Die partijen zijn meestal ten dode opgeschreven. Wie volgt sowieso de Provinciale Staten? Een afscheiding is meestal geen succes, op die van Wilders zelf na.”
Voor Nederland (VNL) is geen lang leven beschoren, denkt Vossen. „Er is te weinig ruimte voor een seculiere conservatieve partij tussen de VVD en de PVV.”
Mannenpartij
En hoe zit het met de huidige screening door Wilders van zijn nieuwe Statenleden? „Ik heb geen flauw idee. Wel valt het me op dat de PVV bij deze verkiezingen vooral een mannenpartij is geworden. Slechts een op de zeven kandidaten is vrouw, tegen een op de vier in 2011.”
Wilders put vooral uit een vaste ploeg van 150 namen. Slim, denkt Vossen. „Activiteiten voor de PVV staan niet goed op je cv. Hij kandideert nu vooral gepensioneerden en jongeren die dit nog niet zo door lijken te hebben.”
Het lijkt erop dat Wilders zijn partijleden een totaalpakket aan politieke functies aanbiedt in plaats van een kleine deeltijdfunctie, zegt Vossen. „Net als CPN’ers, die in de jaren 60 allerlei politieke baantjes kregen omdat ze wegens de Koude Oorlog elders niet aan de slag konden.”
Bij het eerste grote verlies van PVV-politici, in 2012, zei Wilders dat zijn partij „hier uiteindelijk sterker uitkomt.” Het valt te betwijfelen of hij dit nu nog zou herhalen. Toch is succes voor zijn partij bij de Statenverkiezingen waarschijnlijk. De PVV wordt volgens peilingen de grootste, doet in alle provincies mee –alternatief VNL niet– en het hoofddoekjesverbod is uit de partijprogramma’s in vijf provincies geschrapt. De kiezer zal het op 18 maart uitmaken.