Commentaar: Kerkgebouw heeft missionaire functie
De kerk heeft over aandacht in de media deze week niet te klagen gehad. De Protestantse Kerk in Nederland lanceerde een enquête naar de mening van kerkmensen én belangstellenden over hoe het met de kerk moet in de toekomst.
BEAM, het jongerenmerk van de EO, publiceerde de uitkomsten van een onderzoek onder 1200 kerkelijk betrokken jongeren. Zij gaven de kerk een 7,2.
In ’s lands vergaderzalen was de kerk ook onderwerp van gesprek. De fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Provinciale Staten van Utrecht lanceerde het idee dat provincies de nieuwbouw van kerken aan banden moeten leggen als de plannen ondoordacht zijn. Kerken kiezen volgens hem regelmatig voor nieuwbouw, terwijl er in dezelfde gemeente soms meerdere kerkgebouwen leegstaan of met leegstand worden bedreigd.
Zo op het oog drie nieuwsfeiten die niet veel met elkaar te maken hebben. Wie iets nauwkeuriger kijkt, ziet wel degelijk een verband. Zo is de Protestantse Kerk een brede kerk die kampt met krimp. Het ledental neemt af en de kerk vergrijst in een verontrustend tempo. Tal van kerkelijke gemeenten in het land kunnen het hoofd financieel nog net of niet meer boven water houden. Gebouwen moeten worden afgestoten, en dat raakt juist de trouwste kerkgangers.
De scriba van de Protestantse Kerk, dr. A. J. Plaisier, stelt dat de kerk het nadenken over de toekomst niet mag overlaten aan kerkbestuurders maar daar ook nadrukkelijk die mensen bij moet betrekken die zich in meer of mindere mate bij de kerk betrokken weten. Vandaar een enquête die door iedereen, lid of niet, kan worden ingevuld.
Nogal eens wordt door ouderen in kerkelijke gemeenten beweerd dat er vernieuwing nodig is in de gemeente omdat anders de jongeren weglopen. Het EO-onderzoek maakt duidelijk dat die angst vaak ongegrond is.
De CU in Utrecht legt vervolgens de vinger bij het feit dat lang niet alle nieuwbouw van kerken een teken is van groei. Niet zelden kiezen kerkelijke gemeenten ervoor nieuw te bouwen op locaties waar voldoende parkeerruimte is. Ondertussen staan monumentale kerkgebouwen in de regio leeg. Voorzichtig –er zijn namelijk zeker uitzonderingen– mag dan ook de vraag gesteld worden of we bij die nieuwbouw aan de rand van steden en dorpen niet te vaak kijken naar het gemak voor de eigen groep. Wat betekent het voor een wijk of een dorp als de kerken naar de rand verdwijnen? Heeft de kerk ook niet een functie in de directe geografische omgeving?
Het feit dat de enquête van de Protestantse Kerk door iedereen ingevuld kan worden, heeft zo bezien ook symbolische waarde. De kerk is nooit van ons. Haar roeping is om licht der wereld en zout der aarde te zijn. Het feit dat de niet-kerkelijke omgeving maar al te vaak niet gediend is van dat licht en het zout doet aan die opdracht niets af.
En licht is er niet ten dienste van de kandelaar en zout niet ten dienste van het zoutvat. Ook het kerkgebouw kan een missionaire functie hebben. Dat mogen zeker orthodoxe christenen, die gelukkig nog her en der groeiende gemeenten kennen, nooit vergeten.