Ds. Latzel, verbonden aan de protestantse St. Martinikirche in Bremen (behorend tot de Evangelische Kirche in Deutschland), sprak zich op zondag 18 januari in ondubbelzinnige bewoordingen uit tegen de vermenging van religies, waaronder christendom en islam. Zelden heeft een preek in Duitsland zo veel reacties opgeroepen, constateerde de christelijke nieuwsdienst Pro donderdag. Politiek, kerk en media vielen massaal over ds. Latzel heen – al ontving deze ook tal van steun­betuigingen.

Woensdag nam de Bremer Landtag, op initiatief van de partij Die Linke, een resolutie aan waarin gesteld wordt dat de uitlatingen van de predikant „absoluut on­toelaatbaar” zijn en „niet zonder consequenties” mogen blijven. Mag een overheid wel zover gaan?

Prof. Hans Michael Heinig, leider van het kerkrechtelijk instituut van de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD), riep donderdag tegenover de nieuwsdienst Idea op tot terughoudendheid. Overheidsorganen zijn ten aanzien van religieuze vragen „tot neutraliteit verplicht”, aldus Heinig. Toch ziet hij het besluit van het Bremer parle­ment niet als ongrondwettig: de uitlatingen van ds. Latzel raken volgens hem het openbare leven.

Veel kritischer toont zich de Conferentie van Belijdende Gemeenschappen binnen de EKD. Dit parlement houdt zich bezig met censuur over de prediking, zegt voorzitter ds. Ulrich Rüss (Hamburg), alsof de overheid het opzicht daarover heeft. „Een dergelijke praktijk kent men uit dicta­turen.”

Ds. Latzel zelf zei tegenover Idea „zeer verbaasd” te zijn over het besluit van het parlement van Bremen. Volgens hem wordt hier niet slechts afstand genomen van een predikant, maar van de Bijbelse boodschap. De predikant ervaart dit als een diepe inbreuk op de vrijheid van godsdienst. „Ik kan alleen maar met het hoofd schudden, als de Bremer Landtag zich een uur lang met een preek bezighoudt die absoluut overeen­komstig de Bijbel is.”

Lees ook:

Parlement Bremen spreekt zich uit tegen preek ds. Latzel