Deze dag
Het is in de Schrift zeer gebruikelijk dat als de Heere spreekt van genade of toorn, Hij dit uitdrukt met het woordje ”dag” of ”tijd” en daarmee uitdrukt de tijd die Hij bedoelt. Als Hij wil spreken over de vrede, noemt Hij die de dag der genade en der verzoening, of de dag der zaligheid. De dag van toorn wordt ook wel genoemd de dag der wraak.In onze tekst wordt onder de dag verstaan de dag der genade waarop Christus als een medicijnmeester tot Jeruzalem kwam, de stad voor het laatst waarschuwde en haar nodigde zoals een kloek nodigt onder haar vleugels. Deze dag van genade is niet alleen de tegenwoordige dag van het leven, dit heden, deze zaaitijd, deze marktdag van God, of de dag van voorspoed en gezondheid. Het is nu uw dag, alsof Hij wilde zeggen: Elk op zijn beurt, het is nu úw dag. Ik kom nu tot u gereden op een ezelin, zoals u weet uit de profeten (Zacharia 9:9), maar daarna komt Mijn beurt. Eenmaal zal het ook Mijn dag worden.
Ja, farizeeën, Mijn dag ten oordeel komt. Dan zal Ik komen niet als nu, zachtmoedig op een ezelin, maar met vlammen vuurs op de wolken van de hemel om eenieders werken te vergelden. Dat geldt in het bijzonder hen die Mijn Evangelie ongehoorzaam zijn geweest, 2 Thessalonicensen 1:8. Christus voegt hierbij „dezen uwen dag.” Geen andere, maar deze dag.
Casparus Carpentier, predikant te Amsterdam (Tranenvloed Jezu Christi, 1661)