Onderzoeken Haaksbergen nog lang niet klaar
ARNHEM/HAAKSBERGEN (ANP). De onderzoeken naar het ongeluk met de monstertruck in Haaksbergen zijn nog lang niet klaar. Het ongeluk, waarbij drie mensen omkwamen, gebeurde op 28 september vorig jaar. Toen werd aangenomen dat na een halfjaar meer bekend zou zijn over de schuldvraag, maar woensdag bleek dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid pas in mei met een rapport denkt te komen. Het Openbaar Ministerie rondt het strafrechtelijk onderzoek nog later af, aldus een woordvoerster.
Het ongeluk gebeurde doordat een monstertruck het publiek inreed. Bij het ongeluk raakten 28 mensen gewond, deels zeer ernstig. Een onafhankelijke gemeentelijke commissie vraagt zich af of zo’n zware monstertruck wel op het relatief kleine parkeerterrein in Haaksbergen had mogen rijden, zo blijkt uit een dinsdag gepresenteerd advies.
De commissie heeft zich gebogen over de tientallen bezwaren die tegen de verleende vergunning zijn ingediend. De gemeente verklaarde die bezwaren eerder ongegrond. De commissie adviseert echter met name de bezwaren van gewonden en nabestaanden wel ontvankelijk te verklaren.
„Uw burgemeester had de gevraagde vergunning kunnen weigeren in het belang van de openbare orde, de veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu. Hij heeft de verleende vergunning onvoldoende voorbereid, de belangen van de aanvrager onvoldoende afgewogen tegen de belangen van de bezoekers en geen adequate veiligheidsvoorschriften aan de vergunning verbonden. De slachtoffers zijn daardoor in een fundamenteel recht, dat van de onaantastbaarheid van het lichaam, aangetast”, concludeert de commissie.
De commissie is zeer kritisch over de veiligheid van de stuntdemonstratie. Het terrein was erg klein. Wel was bepaald dat het publiek op minstens 10 meter afstand moest staan, maar niet beschreven was vanaf welk punt die 10 meter gold. „Dat viel dus niet te handhaven.” Burgemeester Hans Gerritsen van Haaksbergen wil pas reageren als het college het advies van de commissie heeft besproken, zei een woordvoerder woensdag.