Toezicht gemeenten op gasinstallaties
Onder toezicht van gemeenten moeten de gas- en elektra-installaties van risicovolle panden verplicht worden gecontroleerd. Die afspraak hebben gemeenten en minister Dekker (Volkshuisvesting) donderdag gemaakt. De aanleiding hiervoor is de onduidelijkheid die na twee zware gasexplosies in Den Haag en Rotterdam over de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van installaties ontstond.
Het ministerie van VROM houdt vanaf eind vorig jaar al een voorlichtingscampagne om huiseigenaren te wijzen op het belang van veilige gas- en elektra-installaties. De keuring gaat vooralsnog gelden voor ,evidente risicowoningen’', zo meldde Dekker in een brief aan de Tweede Kamer. Daarvoor moet nog een definitie worden opgesteld. Zaken als ouderdom en ligging zullen als criteria gaan gelden.
De kosten voor de keuring en eventuele herstelkosten komen straks voor rekening van de eigenaar. Voor de zomer zal Dekker de Kamer melden wanneer de keuringen worden ingevoerd. Mogelijk komen later ook andere woningen voor de verplichte keuring in aanmerking.
De energiebedrijven zijn blij met de gemaakte afspraken. Hun brancheorganisatie EnergieNed gaat in samenwerking met onder meer de gemeenten en installeursorganisatie UNETO-VNI aan de slag om een keuringssysteem voor woninginstallaties uit te werken.
Niet blij met de afspraken is de PvdA. Tweede-Kamerlid Crone vindt dat een bureaucratisch geheel ontstaat, waarbij de gemeente verantwoordelijk wordt voor het toezicht, het energiebedrijf de benodigde informatie moet geven en de installateurs de keuring op zich moeten nemen.
Crone pleit voor een situatie zoals die vroeger ook bestond. Het energiebedrijf is dan verantwoordelijk voor een installatie in een nieuwe woning. Bij ingrijpende veranderingen moet wat Crone betreft een installateur een keuring verrichten. Bovendien zouden de installaties sowieso eens in de tien jaar gekeurd moeten worden.