Binnenland

„Met carnaval werd ik ladderzat”

SPRANG-CAPELLE. Zeker onder de grote rivieren barst de komende dagen het carnaval weer los. Wat krijgen orthodox-protestanten in die contreien daarvan mee?

J. Visscher
13 February 2015 19:59Gewijzigd op 15 November 2020 16:41
Met name Brabant en Limburg vieren komende dagen carnaval. Evangelist Van den Boogaart uit Tilburg: „Sommige mensen hebben veel strijd om zich afzijdig te houden. Familie die carnaval viert, vindt het een cultuurschok als iemand niet meedoet.” Foto: carna
Met name Brabant en Limburg vieren komende dagen carnaval. Evangelist Van den Boogaart uit Tilburg: „Sommige mensen hebben veel strijd om zich afzijdig te houden. Familie die carnaval viert, vindt het een cultuurschok als iemand niet meedoet.” Foto: carna

„Een rooms gebruik dat is ontaard.” Zo omschrijft ds. W. M. van der Linden, predikant van de hersteld hervormde gemeente in het Brabantse Sprang-Capelle het jaarlijkse carnaval. „Vaak gaat carnaval gepaard met een hoop liederlijkheid en seksuele uitspattingen. ”Carnevale” betekent je vlees laten gaan, even uit je dak gaan, voorafgaand aan de vastentijd. Die vastentijd houden verreweg de meeste mensen dus niet. Voor veel Brabanders brengt carnaval ‘gezelligheid’, maar in het algemeen kunnen we er vanuit Bijbels oogpunt niet positief tegenover staan.”

Carnavalspakken

Sprang-Capelle (gemeente Waalwijk) telt ongeveer 10.000 inwoners. Een voornamelijk protestantse enclave in het roomse land. In Sprang-Capelle is een stuk minder te merken van carnaval dan in omliggende plaatsen als Kaatsheuvel, Tilburg Waalwijk, Breda en Den Bosch. Toch gaat het feest het dorp niet helemaal voorbij, merkt ds. Van der Linden. „Ook in Sprang-Capelle is een carnavalswinkel en in de kern Capelle is zaterdag een kleine optocht.”

In de prediking en op catechisatie stipt de predikant carnaval aan. „Ook sommige jongeren uit onze gemeente doen mee aan carnavalfestiviteiten. Ze kijken bijvoorbeeld naar een carnavalsoptocht. Of komen op plaatsen waar je met een gedoopt voorhoofd niet kunt komen. Het kan dan gaan om jongeren die enerzijds godsdienstig zijn, maar aan de andere kant met de wereld meedoen. Dat geldt niet alleen carnaval, maar ook wekelijks bezoek van uitgaansgelegenheden. Wel denk ik dat het grootste deel van de jeugd in onze gemeente zich afzijdig houdt van carnaval. Dat zijn jongeren die in deze omgeving van jongs af aan hebben geleerd om voor je mening uit te komen en voor je principes te staan.”

De hersteld hervormde gemeente in Sprang-Capelle (zo’n 300 kerkgangers) evangeliseert niet tijdens carnaval, geeft ds. Van der Linden aan. „Het is de vraag of carnaval de juiste setting is om te evangeliseren. Dan heerst een sfeer van vrolijkheid die zeker in de late uren kan overgaan in liederlijkheid. Een evangelisatiecommissie, die geregeld in Oosterhout evangeliseert, heeft weleens op een carnavalszaterdag mensen aangesproken. Ze hadden toen heel weinig gesprekken en afname van folders. Je kunt dan beter op een ander moment het evangelisatiegesprek aangaan.”

Cultuurschok

Evangelist H. J. van den Boogaart van de evangelisatie van de Gereformeerde Gemeenten in Tilburg blijft ook tijdens carnaval met stedelingen in gesprek. „Vanavond hebben we nog een bijeenkomst. Dan wil ik het zeker over carnaval hebben. Sommige mensen die onze post bezoeken hebben nog veel strijd om zich afzijdig te houden. Familie die wel carnaval viert, vindt het een cultuurschok als iemand niet meer meedoet.”

Van den Boogaart noemt carnaval „een volksfeest van Brabant en Limburg. Het is ontaard. Denk aan de drank en verkleedpartijen met erotische elementen. Triest is ook dat carnavalsstoeten worden ingezegend in de kerk. Maar het is niet alleen maar onbeperkt drinken en lallen. Veel mensen ervaren ook gezelligheid en intimiteit. Het openbare leven ligt hier drie dagen plat.”

Gemoedelijk

In de werkomgeving van Martin de Bruin (24), verbonden aan de hersteld hervormde gemeente Loon op Zand, gaat het al weken over carnaval. Hij werkt als verpleegkundige op een traumatologieafdeling in een ziekenhuis in Tilburg. „Carnaval is vijf dagen feest en alcohol. Al heerst er ook een gemoedelijke sfeer. Lang leve de lol. Zolang jij niet moeilijk doet, doe ik het ook niet.”

Als de situatie zich daarvoor leent, zegt De Bruin, woonachtig in Sprang-Capelle, zijn collega’s dat hij niet meedoet aan carnaval. „Ze denken dan vaak dat dat te maken heeft met het feit dat ik afkomstig ben uit het noorden. Als ik zeg dat carnaval niet mag van mijn geloof, snappen ze dat eigenlijk niet. Op mijn afdeling ben ik een van de weinige christenen.”

Tijdens het volksfeest krijgt De Bruin „een andere populatie patiënten” onder ogen. „In heel veel gevallen is er alcohol is het spel. Bijvoorbeeld een dronken jongere die op zijn hoofd is gevallen.”

Hij maakt tijdens carnaval „grappige en knullige” zaken mee. „Stomdronken mensen doen dingen de ze normaal niet doen. Op een hobbelpaard boven op een bar gaan zitten en dan op dat hobbelpaard naar beneden komen.”

Slechte dronk

Tientallen jaren geleden deed de Limburgse Bertie Caenen (61) uit Meerssen (bij Maastricht) „intens mee” aan carnaval. „Met mijn man en kinderen ging ik naar het café. We dronken ons ladderzat. Ik had een slechte dronk, ging ruzie zoeken.”

Caenen, voorheen rooms-katholiek en nu verbonden aan de christengemeente Bunde-Meerssen (Stem van de Goede Herder), heeft moeite gekregen met carnaval. Het café mijdt ze. „Op een plek waar je stilaan dronken wordt, voel ik me niet meer op mijn gemak.” Komende maandag komt er een optocht langs. „Dan kijk ik wel.” Haar oudste zoon brengt zijn kroost naar een kindercarnaval in het gemeenschapshuis van Meerssen. „Kindercarnaval is iets anders dan grotemensencarnaval.”

In het gemeenschapshuis in 
het dorp Rothem, waar de christengemeente zondags samenkomt, hangen al weken carnavalsslingers. „Mensen van boven de grote rivieren die hier een dienst bezoeken, kijken daar vreemd van op. Zondag is het gemeenschapshuis bezet vanwege carnaval. We wijken uit naar een zaal in Bunde.”


Carnaval lokt inbrekers en zakkenrollers

DEN HAAG (ANP). Carnavalsvierders moeten uitkijken voor inbrekers en zakkenrollers. Het Verbond van Verzekeraars en de politie in Noord-Brabant waarschuwen voor de criminelen die dit weekend handig gebruikmaken van het feest.

Volgens het verbond verdubbelt het aantal claims dat in het zuiden van het land binnenkomt ieder jaar tijdens de gehele carnavalsperiode. Inbrekers forceren deuren, nemen buitenlampen mee en stelen uithangborden. Ook op de inboedelverzekering wordt in Noord-Brabant en Limburg veel meer aanspraak gedaan; de verzekeraars zien een piek van zo’n 50 procent meer claims.

De politie in Noord-Brabant herkent de toename van bepaalde criminaliteit. „We waarschuwen voor inbraken. Een beetje carnavalsvierder laat dat ook aan huis zien met versieringen, dus voor inbrekers in het een koud kunstje om een lege woning te vinden.” De adviezen: sluit alles goed af, laat het huis er bewoond uit zien, vraag buren een oogje in het zeil te houden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer