Dordrecht als proefkonijn voor meerlaagsveiligheid
Voor Dordrecht is meerlaagsveiligheid geen luxe, maar pure noodzaak. De stad ligt op een eiland met invloeden vanuit zee en vanuit de rivieren, aldus Jan Smits, adviseur van waterschap Hollandse Delta. „De stad heeft bovendien veel buitendijkse bebouwing en is dichtbevolkt. Het Eiland van Dordrecht telt meer dan 130.000 inwoners die in geval van een ramp niet van het eiland af kunnen. De bewoners zullen dus zelfredzaam moeten worden.”
Meerlaagsveiligheid lijkt dus wel uitgevonden voor Dordrecht, vervolgt Smits. „Om het eiland ligt een dijkring –laag 1– die op bepaalde plekken moet worden versterkt. Midden over het eiland loopt een secundaire waterkering die extra veiligheid biedt aan een groot deel van de stad – laag 2. Deze hooggelegen Wieldrechtse Zeedijk is bovendien belangrijk als vluchtroute bij evacuaties – laag 3.”
Als de dijk aan de noordzijde breekt, gaat dat de stad veel geld kosten. Ook kunnen daar de meeste slachtoffers vallen. In de zuidoosthoek zijn het aantal slachtoffers en de schade beperkter, legt Smits uit.
De gemeente Dordrecht en het waterschap kunnen de meerlaagsveiligheid niet op eigen kracht voor elkaar krijgen in Dordrecht. Zij zoeken daarom nauwe samenwerking met andere partijen zoals de veiligheidsregio Zuid-Holland-Zuid, de provincie Zuid-Holland en het Rijk.
Momenteel werkt het waterschap samen met zijn partners aan een onderzoek binnen het zogeheten Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Dat moet in september een rapport opleveren waarin de keuzes zijn uitgewerkt die de stad kan maken om de meerlaagsveiligheid te vergroten.
Smits: „Ik kan alvast verklappen: er zijn geen grote oplossingen. Meerlaagsveiligheid is een optelsom van heel veel kleine deelstapjes. Samen met de gemeente kijken we bijvoorbeeld of we projecten voor de bescherming tegen hoogwater kunnen combineren met projecten die de stad toch al van plan was, zoals de aanpak van de Voorstraat van Dordrecht, een oude winkelstraat die als primaire waterkering fungeert. Ik noem dat slim werken met slimme combinaties van aanvullende maatregelen.”
”Slimme combinatie” is een begrip uit het Deltaprogramma, legt Smits desgevraagd uit. „Het geld dat bestemd is voor dijkversterking wordt daarbij gedeeltelijk geïnvesteerd in maatregelen achter de dijk – laag 2 van de meerlaagsveiligheid. Daarmee realiseren we dezelfde waterveiligheid met minder dijkversterking. Daarnaast nemen we aanvullende maatregelen om de leefomgeving te verbeteren wanneer we toch in een gebied aan de slag moeten. Deze maatregelen worden echter niet betaald uit het budget voor waterveiligheid.”
De bewoners van de betrokken wijken zijn nauw betrokken bij de plannen. De conclusies van het rapport zullen eerst ook met hen worden gedeeld.
Meerlaagsveiligheid is alleen te realiseren als de betrokken partijen zich open opstellen en vertrouwen in elkaar hebben, erkent Smits. „Dat geldt met name voor de bestuurders. Toen we aan het begin van dit traject stonden, heeft het waterschap een bestuurder op pad gestuurd met de betrokken wethouder van Dordrecht: ga maar eens een hapje eten, zonder ambtenaren.”
www.overstroomik.nl www.rd.nl/deltaprogramma