Onderhandelen?
In gezinnen wordt op een verschillende manier opgevoed. Om deze verschillen te benoemen, maken pedagogen graag gebruik van de indeling van Baumrind. Men gaat dan uit van vier opvoedingsstijlen die ontstaan als je twee dimensies combineert: wel of geen warmte en wel of geen beheersing. Bijvoorbeeld: veel warmte en weinig beheersing is de permissieve (toegeeflijke) opvoedstijl. Je praat veel met je kind, maar stelt weinig regels. De autoritaire opvoedingsstijl is dan het omgekeerde: wel gehoorzaamheid eisen, maar weinig warmte en liefde. Deze opvoedingsstijl krijgt meestal een negatieve beoordeling. In plaats daarvan zouden ouders moeten kiezen voor de autoritatieve opvoedingsstijl: veel met je kind praten over grenzen en regels in een liefdevolle omgeving.
Ik vind dat christelijke pedagogen afstand moeten nemen van dit schema van Baumrind. Natuurlijk werkt ”alleen verbieden” niet, net zomin als ”alleen praten”, of ”alleen voeden”. Natuurlijk gaat het in de opvoeding om warmte en liefde. En juist daarom gaat het over gehoorzamen. Het idee dat een autoritaire opvoedstijl gepaard gaat met weinig liefde, is een framing die we als christenopvoeders niet moeten accepteren. Het valt trouwens op dat Baumrind zelf de autoritaire opvoedstijl verbindt met de godsdienstige opvoeding. In haar eerste artikel over deze opvoedingsstijlen schrijft ze „dat autoritaire ouders uitgaan van een vaste standaard, vaak theologisch gemotiveerd en geformuleerd door een hogere autoriteit. Deze ouders zien gehoorzaamheid als een deugd.”
Inderdaad, christelijke ouders zien gehoorzaamheid als een deugd. En ze zien ”verbieden” als een uitstekende tool bij het opvoeden. Waarom? Omdat de Bijbel vol staat van geboden en verboden. Waarom staat gehoorzaamheid zo centraal in de Bijbel? Omdat gehoorzaamheid sinds het paradijs de uiting is van liefde. Geen gehoorzaamheid aan een set gedragsregels, maar aan iemand. Het gaat niet om regels, maar om relatie. De andere kant van de medaille van het ”Gij zult niet” uit de wet van God is: ”Gij zult liefhebben”. Daarom benutten christenouders de momenten waarin het kind niet wil luisteren, om het kind, uiterst beslist en niet minder liefdevol, te leren gehoorzamen. Zo gehoorzamen ze zelf op hun beurt God, de Eigenaar van hun kind.
Hoe moet het als het kind ouder wordt? Een ouder kan niet blijven verbieden. Het kind moet op weg naar de volwassenheid zelfstandig worden en meer en meer onafhankelijk. Vaak wordt dan geadviseerd om te gaan onderhandelen. Dat kan. Als het om zakgeld gaat, of een klusje wat je kind moet doen. Dan is onderhandelen een leuke en gezonde manier om te genieten van de groei van het kind. Maar het kan niet als het gaat om keuzes die een kind dichter bij de Heere brengen of verder van Hem laten wegdrijven. Dan levert onderhandelen niet alleen waterige principiële wijn op, maar suggereert deze opvoedingsstijl tevens dat het leven van een christen een compromis mag zijn. Een compromis tussen wat de Heere vraagt en wat we zelf graag willen, tussen heilig leven en werelds leven. Zo wil je je kind niet vormen.
Als verbieden geen goede optie meer is en onderhandelen evenmin, wat dan? Dan moet een ouder het kind leren uit liefde gehoorzaam te zijn, niet meer aan zichzelf als ouder, maar rechtstreeks aan de Heere. De opvoeding begint op het moment dat de ouders tussen God en hun kind mogen instaan. Ze spreken namens God. Naarmate het kind ouder wordt, schuift de ouder steeds verder opzij, zodat het kind meer en meer beseft dat het zelf coram Deo (voor Gods aangezicht) leeft. Daarop mag een ouder zijn of haar kind voorbereiden. Als het kind nog klein is, vraagt de ouder gehoorzaamheid aan zichzelf, maar van het begin af aan kan de Heere erbij betrokken worden. In woorden en in samen met het kind bidden. Zo leert een kind zelfstandig keuzes maken, tegenover de Heere. Een ouder kan daarbij coachen, maar laat het eigenaarschap van de beslissing meer en meer bij het kind.
Opvoeden is loslaten. Loslaten en omhoogkijken. In de hoop en met het gebed dat het kind je blikrichting volgt.