Gorkumse kunstrel na 50 jaar weer actueel
GORINCHEM. Kunstenaar Will Ferwerda (73) werd vijftig jaar geleden het middelpunt van een landelijke kunstrel. Onder politiedwang moest hij 6 februari 1965 zijn expositie in De Nieuwe Doelen in Gorinchem afbreken. Burgemeester mr. L. R. J. Ridder van Rappard vond de kunstwerken aanstootgevend.
Het was een klein gezelschap, onder wie de Dordtse wethouder Sleeking, dat recent het jubileum herdacht in het atelier aan de Voorstraat in Dordrecht, waar Ferwerda nu werkt en woont.
Piet Augustijn, tot april 2013 conservator hedendaagse kunst van het Gorcums Museum, was 17 jaar toen de controverse tussen Van Rappard en Ferwerda (toen 23) het landelijke nieuws haalde. „Ik volgde het relletje op de voet. Van Rappard was een fatsoensrakker en moest helemaal niets hebben van beeldende kunst.”
De kleurrijke burgemeester had een autoritaire stijl van leidinggeven, handhaafde in zijn gemeente met harde hand de goede zeden en verbood regelmatig toneel- en filmvoorstellingen. „Hij kreeg het aan de stok met diverse kunstenaars. Het gebeurde nogal eens dat hun kunstwerken in de tuinen van wethouders werden geëxposeerd. Die lieten zo merken dat ze het totaal niet eens waren met de burgemeester, die in zijn eentje bepaalde wat de inwoners wel of niet mochten zien.”
Verhuizing
Ferwerda’s eerste expositie heette ”Expliciet bloot”. Augustijn: „Niet aantrekkelijk, maar gedeformeerd. Vooral zijn etsen waren schokkend. Daarop werd de mens tot op het bot afgekloven, vernederd, ontluisterd. Er was niets moois meer aan.”
Voor Van Rappard was de tentoonstelling volstrekt onacceptabel. Hij gaf opdracht tot ontruiming. „Will haalde zelf met een bakfiets zijn werken uit De Nieuwe Doelen en bracht ze naar zijn atelier. Daar werden ze bewonderd door de genodigden”, aldus Augustijn.
Van Rappards actie leidde tot de verhuizing van Ferwerda naar Dordrecht. „In de grote stad voelde hij zich welkom, een andere omgeving, een ander klimaat”, zegt voorzitter Paul Engelsman van de Will Ferwerda Foundation.
Deze geeft de kunstenaar een podium om zijn talent te ontplooien. „Hij wilde niets meer met die rel te maken hebben en gewoon doorgaan met zijn werk. Maar hij bleef strijdbaar. Will is maatschappelijk geëngageerde kunst blijven maken en verzet zich nog altijd tegen onrecht en machtsmisbruik.”
Wel veranderde het werk van de kunstenaar. „Hij is milder geworden”, vindt Engelsman. „Ouder, fragieler. Hij lijdt aan een slopende ziekte waardoor hij niet meer kan praten. Maar hij is elke dag nog een paar uur actief. Al valt het beeldhouwen hem zwaar. Hij werkt nu meer met potlood.”
Ook Augustijn ziet een ontwikkeling. „Ferwerda reageert minder op de wereld om hem heen, blijft dichter bij zichzelf.”
De kunstkenner volgde zowel Van Rappard als Ferwerda op hun levensweg. Van Rappard zwaaide in 1971 af als burgemeester van Gorinchem, maar was nog jarenlang met een eigen partij actief in de plaatselijke politiek. Hij werd de eerste burgemeester die als raadslid in zijn gemeente terugkeerde. In 1994 overleed hij.
Augustijn rehabiliteerde als conservator Ferwerda door hem in Gorinchem in 2000 en 2011 exposities te laten inrichten.
Dordrecht omarmt de kunstenaar nog altijd. Volgens Engelsman zijn er plannen om komende zomer de destijds gewraakte expositie alsnog te laten zien. Daarnaast is het de bedoeling om het atelier van Ferwerda als museum in te richten. „Die bakfiets waarop hij destijds zijn kunstwerken uit De Nieuwe Doelen haalde, wordt onderdeel van de collectie.”
Charlie Hebdo
De Dordtse initiatiefnemers pleiten in het kader van het jubileum van de kunstrel en de recente gebeurtenissen rond het satirische tijdschrift Charlie Hebdo bovendien voor een debat over de vraag hoe ver een kunstenaar mag gaan. Augustijn constateert dat er wat dat betreft in vijftig jaar niet veel is veranderd. „Destijds vonden mensen het een schande dat de expositie werd verboden. Maar velen vonden het prima dat de burgemeester waakte over de goede zeden en dat die „rommel” werd verwijderd.”