Grebbedijk te zwak door nieuwe norm
Een doorbraak van de Grebbedijk tussen Wageningen en Rhenen zou een ramp zijn voor de Gelderse Vallei. Binnen dertig uur staat er 3 tot 5 meter water in Veenendaal en na vier dagen is Amersfoort ondergelopen.
De schade van een overstroming zou enorm zijn: het laaggelegen deel van de Gelderse Vallei stroomt als een badkuip vol. Ruim 250.000 mensen zouden worden getroffen. De Food Valley met tal van hightech agrarische bedrijven moet ontruimd worden. De snelwegen A1, A30 en A28 zijn onbruikbaar. Er zal 10 miljard euro aan directe schade ontstaan en nog eens 20 miljard aan indirecte schade. Een overdreven scenario? Dat is maar de vraag. Het klimaat verandert en extremen treden vaker op. En volgens het nieuwe beoordelingssysteem van het Deltaprogramma is de Grebbedijk te zwak.
Het waterschap Vallei en Veluwe is bezig met de versterking van de Eemdijk bij Bunschoten-Spakenburg. Want opstuwend IJsselmeerwater kan in de regio Amersfoort ook leiden tot wateroverlast. „Die overlast willen we voorkomen”, stelt Tanja Klip-Martin, dijkgraaf bij het waterschap. Voor 2018 wordt er echter niets aan de Grebbedijk gedaan. Dat vraagt om een verklaring.
Rivierdijken moeten volgens de huidige norm voldoen aan een overstromingskans van eens per 1250 jaar. En daarvoor slaagt de Grebbedijk met glans, de Eemdijk echter niet. Toch zou de Grebbedijk met de systematiek van het nieuwe Deltaprogramma ook worden afgekeurd. Hoe is dat mogelijk?
Klip-Martin: „Het Deltaprogramma heeft een nieuwe insteek gekozen voor de veiligheid van de burger. Elke burger krijgt in 2017 recht op een wettelijk vastgelegde basisveiligheid: de kans om te overlijden als gevolg van een overstroming is voor elke Nederlander elk jaar niet groter dan één op de 100.000. Als er bovendien achter de dijken sprake is van een groepsrisico, omdat er veel mensen wonen, en als een gebied een hoge economische waarde heeft, komt daar nog een schepje bovenop. Volgens die rekensom is de Grebbedijk momenteel te zwak.” (Zie kader ”Van basisveiligheid naar veilige dijk”.)
In het Deltaprogramma 2015 staat de Grebbedijk boven aan het lijstje: het zou de eerste doorbraakvrije superdijk van Nederland moeten worden. „Voor relatief weinig geld –nee, ik kan echt geen bedrag noemen– wordt een groot gebied een stuk veiliger. Het gaat maar om 5,5 kilometer dijk; maar als deze bezwijkt zijn de gevolgen immens.” Het aanpakken van een kilometer dijktraject kost volgens het Hoogwaterbeschermingsprogramma 6 tot 10 miljoen euro.
De dijk moet straks berekend zijn op een overstromingskans van één op de 100.000 per jaar. Deze strenge norm geldt in het Deltaprogramma maar voor negen dijktrajecten in Nederland.
Daarvoor moet er echter nog wel wat aan de Grebbedijk worden verspijkerd, bevestigt de dijkgraaf. „Met hoogwater stroomt er op bepaalde plekken water onderdoor, wat we piping noemen en waardoor de dijk op termijn wordt ondergraven. We weten echter niet of de wellen die we achter de dijk zien, alleen afkomstig zijn van piping of ook van natuurlijke kwel vanaf de Utrechtse Heuvelrug.
En wat doet het water in de dijk? Om daarachter te komen, hebben we op twee plekken in de dijk sensoren geplaatst. We meten daarmee de waterdruk in de binnenberm. De kennis die we zo opdoen, passen we toe bij het opwaarderen van de waterkering.”
De dijk kan echter niet overal breder of hoger worden gemaakt, vervolgt Klip-Martin. „Er komen gerichte verstevigingen die innovatief en state of the art zullen zijn. Als er bijvoorbeeld sprake is van piping kunnen we wellicht geotextiel toepassen dat wel water doorlaat maar geen zand.”
Het waterschap wil in overleg met provincies en gemeenten kiezen voor slimme maatregelen. „We hebben een blokkendoos aan kansen voor het gebied. Kunnen we de aanpak van de dijk misschien combineren met duurzame energie of natuurontwikkeling? Wie weet is een bedrijvenpark of een parkeergarage in de dijk mogelijk.”
Het waterschap wil de burgers in een vroeg stadium bij deze plannen betrekken. Klip-Martin: „Ze hebben vaak goede ideeën; en als ze zich gaan realiseren dat het houden van droge voeten inspanning kost, hebben we veel gewonnen.”
Van basisveiligheid naar veilige dijk
Als het Deltaprogramma in 2017 in een wet is vastgelegd, garandeert de overheid elke Nederlandse burger die achter een dijk woont een wettelijke basisveiligheid: de kans dat iemand overlijdt als gevolg van een overstroming is elk jaar niet groter dan één op de 100.000.
Vergeleken met de oude benadering is dat een grote verandering. De oude normen uit de jaren zestig van de vorige eeuw gaan slechts over de stevigheid van de dijken. Groningen, Friesland en Zeeland hadden te maken met overstromingskans van eens in de 4000 jaar, de Randstad eens in de 10.000 jaar, terwijl het Rivierengebied eens in 250 tot 1250 jaar zou kunnen onderlopen. De veiligheid van een Nederlander achter een dijk verschilde hierdoor theoretisch van de veiligheid van andere Nederlanders.
Met de nieuwe systematiek is die benadering voorbij. Nu is de individuele basisveiligheid het uitgangspunt. Deze moet vertaald worden naar nieuwe normen voor de dijken. Richard Jorissen, programmadirecteur Hoogwaterbeschermingsprogramma, stelde vorige week op het seminar ”Innovatie in waterveilig en klimaatbestendig inrichten” in Zwolle dat 1800 kilometer dijk volgens de nieuwe systematiek is afgekeurd.
Bij het vaststellen van de norm waaraan de dijk moet voldoen, zijn de gevolgen van een overstroming bepalend. „Hoe snel komt het water waar tot welke hoogte, en hoeveel mensen en economische activiteiten zijn daar aanwezig? Die gevolgen zijn voor elke locatie anders. De norm waaraan de dijk moet voldoen, is dat dus ook”, aldus Matthijs Kok, hoogleraar waterveiligheid aan de TU Delft, vorig jaar in vakblad De Ingenieur. In het geval van de Grebbedijk waarachter veel mensen wonen en zich een hoge economische waarde bevindt, is die norm voor de dijk ook één op de 100.000.