Verzekering
Romeinen 8:32
„Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?”
Het fundament waarop de apostel Paulus zijn verzekering bouwt, is niet een buitengewone openbaring. Het is een grondslag die algemeen is voor alle gelovigen. Dit blijkt duidelijk uit Romeinen 8:32: „Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?”
Uit deze woorden blijkt duidelijk dat deze gezegende apostel het hier niet heeft over die buitengewone verzekering waarvan hij spreekt in de laatste twee verzen van dit hoofdstuk, want hij trekt zijn besluit uit zulke bewijzen die algemeen of eigen zijn aan al Gods kinderen.
Daarom volgt hieruit dat gelovigen in dit leven een gegronde verzekering van hun eeuwig geluk en zaligheid kunnen verkrijgen. Zo vloeide Hizkia’s verzekering voort uit een beginsel dat eigen is aan alle gelovigen (2 Koningen 20:3). Het is het voorname doel van de Schriften om gelovigen te helpen tot het verkrijgen van een gegronde verzekering van hun eeuwige zaligheid. Johannes zegt: „Deze dingen heb ik u geschreven, die gelooft in de Naam van den Zoon Gods, opdat u weet dat u het eeuwige leven hebt” (1 Johannes 5:13).
Deze kostelijke zielen geloofden en zij hadden het eeuwige leven op grond van de belofte van eeuwig leven, vanwege Christus, Die hen in de hemel tevoren een plaats bereid had.
Thomas Brooks, predikant te Londen
(”De hemel op aarde”, 1657)