Commentaar: Toespraak Netanyahu nieuwste haper in relatie VS-Israël
De relatie tussen Israël en de Verenigde Staten staat al sinds het aantreden van president Barack Obama onder druk. Natuurlijk zijn de twee landen elkaars beste vrienden. En natuurlijk is de Joodse staat Amerika’s belangrijkste bondgenoot in het Midden-Oosten. Zo wordt dat bij tijd en wijle ook uitgesproken.
Maar achter die vriendelijke kwalificaties gaat een groeiende onenigheid schuil. De laatste haper in de betrekkingen vormt de voorgenomen toespraak van de Israëlische premier Netanyahu tot het Amerikaanse Congres, begin volgende maand.
Niet dat Netanyahu daarom heeft gevraagd. De Republikeinse voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, John Boehner, heeft de Israëlische minister-president persoonlijk uitgenodigd. En dat maakt het juist zo ingewikkeld.
Het Witte Huis is woedend omdat het niet in de uitnodiging is gekend. President Obama weigert dan ook Netanyahu te ontvangen als hij volgende maand in Washington is. Officieel omdat twee weken later in Israël verkiezingen worden gehouden en Amerika de schijn wil vermijden dat het de uitslag van die stembusgang wil beïnvloeden.
Maar in werkelijkheid wil Obama Netanyahu gewoon even niet zien. Niet alleen omdat zijn staf niet op de hoogte was gesteld van het voornemen de Israëlische premier in Washington uit te nodigen. Maar ook –en vooral– omdat Netanyahu naar alle waarschijnlijkheid zijn uiterste best zal doen om de Amerikaanse politiek ervan te overtuigen dat ze harder tegen Iran op moet treden.
Er hangt namelijk een akkoord in de lucht over het omstreden nucleaire programma van Iran. En Obama is vastbesloten die overeenkomst nog tijdens zijn ambtsperiode gestalte te geven.
Israël –en Netanyahu in het bijzonder– is daar sceptisch over. En terecht. Al meer dan tien jaar houdt Teheran de wereld aan het lijntje, alle sancties en onderhandelingen ten spijt. Intussen draaien de verrijkingsmachines op volle toeren en heeft Iran inmiddels voldoende verrijkt uranium geproduceerd om een kernwapen te produceren.
Alle analisten zijn het erover eens: Iran kán een atoombom maken. Alleen moet het besluit daarvoor nog door de machthebbers worden genomen.
Beter geen deal dan een slechte deal, is het devies van Netanyahu. En dat zal volgende maand ook zijn boodschap aan het Amerikaanse parlement zijn.
Als zijn toespraak tenminste doorgaat. Want diverse Amerikaanse volksvertegenwoordigers hebben al aangekondigd dat ze niet bij de speech aanwezig zullen zijn en dat ze die „hooguit via de televisie zullen volgen.”
Als ze dat laatste dan in elk geval maar doen. Dan kunnen de dames en heren parlementariërs nog één keer horen hoe Israël over de werkelijke bedoelingen van Iran denkt. En dat een halfslachtige overeenkomst de Islamitische Republiek niet van haar voornemen een nucleaire macht in het Midden-Oosten te worden zal afhouden.
Aan Benjamin Netanyahu zal het in elk geval niet liggen.