Is de wereldgrond geest of stof?
Heeft de wereld een absolute oorsprong? En zo ja, wat is dan die wereldgrond waarop alles wat bestaat in laatste instantie teruggaat? Atheïsten stellen vaak dat de wereldgrond niet geestelijk, maar materieel van aard is. Vanuit de waardeleer kan beargumenteerd worden dat de wereldgrond echter niet materieel maar geestelijk is.
Onlangs verscheen het boek ”En dus bestaat God. De beste argumenten”, dat ik samen met Jeroen de Ridder schreef. In dit boek geven we argumenten voor het bestaan van ”God”. ”God” wordt daarbij opgevat als bewust wezen dat de oorsprong is van de wereld. Ons boek bevat ook enkele argumenten die ik eerder in mijn proefschrift ontwikkelde. Eén daarvan maakt gebruik van uitspraken over waarden. Waardeleer wordt ook wel axiologie genoemd. Daarom heet een waardeargument ook wel een axiologisch argument.
Mijn axiologisch argument vertrekt vanuit de gedachte dat de wereld een oorsprong moet hebben. Er moet iets zijn waarop de hele wereld uiteindelijk gegrond is, waarop alles wat bestaat ten slotte teruggaat. Een wereld waarin alles wat bestaat afhankelijk is van iets anders, een wereld zonder einde, een wereld zonder laatste dragende grond: dat is inderdaad lastig voor te stellen. Daarom is het ook niet onredelijk om te denken dat er een eerste oorzaak van de wereld moet zijn.
Als doel behandelen
Maar is deze absolute wereldgrond, deze eerste oorzaak van de wereld, een levenloos ding of een bewust wezen? Atheïsten die op zich nog wel bereid zijn om het bestaan van een eerste oorzaak van de wereld te accepteren, zullen vaak beweren dat deze wereldgrond niet geestelijk, maar materieel van aard is. Maar mijn axiologisch argument geeft ons een goede reden om te denken dat de eerste oorzaak van de wereld een bewust wezen is, en geen levenloos ding.
Hoe gaat het in zijn werk? Gewoonlijk gaan we ervan uit dat dingen en personen een waarde hebben. En dat we in bepaalde gevallen redelijkerwijs kunnen zeggen dat iets een hogere of juist een lagere waarde heeft ten opzichte van iets anders. Een mens is bijvoorbeeld meer waard dan een mier. En de ”Nachtwacht” van Rembrandt staat hoger aangeschreven dan een koolstofatoom.
Nu is het redelijk om te stellen dat de absolute oorsprong, de wereldgrond, een waarde heeft die in elk geval niet lager is dan de waarde van één enkel individueel mens. Daarnaast stelt de filosoof Kant terecht dat ieder mens als autonoom, vrij en zelfbewust wezen, behept met rede, gevoel en wil, een waarde heeft die boven dat van onbewuste, levenloze dingen uitgaat. Dat vormt de grondslag voor zijn beroemde morele stelregel: we moeten zo handelen dat we mensen nooit alleen als middel, maar ook als doel behandelen. Daarin zijn mensen als bewuste vrije autonome wezens inderdaad meer waard dan levenloze onbewuste voorwerpen: ze worden als doel behandeld.
Als nu de wereldgrond een onbewust levenloos ding zou zijn, dan is de waarde ervan dus lager dan de waarde van een mens. Dat is in tegenspraak met wat ik hiervoor noemde; dat de wereldgrond niet een waarde kan hebben die lager is dan die van één enkel mens. De wereldgrond kan daarom geen onbewust ding zijn. Verder is alles wat bestaat óf een onbewust ding óf een bewust wezen. Dus als de wereldgrond geen onbewust ding is, dan moet hij een bewust wezen zijn. De wereldgrond is daarom geen iets, maar een iemand.
Objectief
Wie het redelijk vindt om te denken dat er een absolute oorsprong van de wereld is, heeft dus een goede reden om te denken dat deze oorsprong een bewust wezen is. Daaruit volgt het bestaan van God.
Tot slot nog een kanttekening. Volgens Kant zijn waarden geen objectieve eigenschappen die los bestaan van mensen. Waarden worden steeds door mensen toegekend en zijn dus afhankelijk van de mens als waarderende instantie. Los van menselijke wezens die waarden toekennen kan dan ook niet van waarden gesproken worden. Levert dit geen probleem voor het argument op? Wordt er ten onrechte een metafysische conclusie getrokken op grond van niet objectief bestaande waarden?
Dat is niet het geval. In de eerste plaats is het argument niet gebonden aan genoemd aspect van Kants waardeleer. We kunnen uitgaan van het bestaan van objectieve waarden, dus waarden onafhankelijk van de mens als waarderende instantie, zolang deze aanname maar expliciet vermeld wordt. Bovendien treedt er hoe dan ook geen probleem voor het argument op. Want vanuit de waarderende mens gedacht, geldt nog steeds dat de waarde van vrije autonome bewuste wezens groter is dan die van onbewuste levenloze dingen. En evenzo geldt vanuit de waarderende mens gedacht dat de absolute grond van de wereld in elk geval geen lagere waarde heeft dan één enkel mens. De conclusie dat de oorsprong van de wereld een bewust wezen is, volgt zo nog steeds.
Dr. ir. Emanuel Rutten is als onderzoeker verbonden aan het Abraham Kuyper Centrum voor Wetenschap en Religie van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl