Arm
Het is voor de wereld belachelijk om verdrukt te worden en arm te zijn, en daarbij nog rijk te wezen ook. Laat de wereld dan maar lachen, wij zullen haar echter beklagen. Christus zegt in onze tekst dat de gelovigen zalig zijn. Al zijn ze arm en veracht, zij zijn geestelijk rijk. Ieder kind van God, hoe klein, veracht en arm in de wereld, als het God vreest, is het waarlijk rijk. Hij is een vorst en koning die alles bezit. Het is een rijkdom die hem niet kan worden ontnomen. Wilt u zien welke rijkdommen Gods kinderen hebben?De wereld acht die mensen rijk die landerijen met veel grond, ja, die veel goud en zilver hebben. Gods kinderen zijn echter rijker. Dat komt op geen 1000 bunder land aan, want alles komt hen toe: „…hetzij tegenwoordige, hetzij toekomende dingen, zij zijn alle uwen” (1 Korinthe 3:22). Gods kinderen hebben een recht op de goederen van deze wereld, geen burgerlijk recht, maar een geheiligd recht. Hun recht is uit Christus en Christus is erfgenaam van de wereld. Zijn ze klein in de wereld? God zegent dat kleine pandje, want het is een pand der liefde. Zij proeven de rechte zoetigheid van de schepselen. Dat kan een werelds mens niet doen.
O, mens, al ben je opgepropt met wereldse goederen en je hebt ze niet uit Gods vaderlijke hand, God zal ze van u wegrukken of u van de goederen. Wat zal dat dan wezen?
Henrikus van Rijp, predikant te Utrecht (Verzameling van enige predikaties, 1690)