Tolerantieles minister stuit op weerstand
DEN HAAG. In orthodox-christelijke kring is boos gereageerd op het plan van minister Bussemaker (Emancipatie) om mensenrechtenambassadeurs in te zetten die de acceptatie van homoseksualiteit in de gereformeerde gezindte moeten bevorderen.
„Dit is respectloos. Ik voel de verontwaardiging opkomen. Je mag kennelijk geen andere mening hebben dan de overheid en de homobelangenorganisatie COC”, aldus de voorzitter van de reformatorische besturenkoepel VGS, P. W. Moens.
Bussemaker schreef donderdag een brief naar de Tweede Kamer over het emancipatiebeleid. Daarin kondigt ze aan dat er 160 ambassadeurs/voorlichters komen die in minderheidsgroepen taboes bespreekbaar moeten maken. Die groepen zijn onder meer buitenlanders, orthodoxe Joden en traditionele christenen.
Gemeenten, onderwijsinstellingen en dergelijke kunnen een beroep doen op de ambassadeurs. Die richten zich op de emancipatie van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders. Ook thema’s als huwelijksdwang kunnen aan de orde komen.
Moens heeft de brief van de minister met stijgende verbazing gelezen. „Dit tast de pluriformiteit van het onderwijs aan. Dit raakt mensen in hun overtuiging. Dit is een beknotting van de vrijheid van meningsuiting, van de vrijheid van godsdienst en ook van de vrijheid van onderwijs.”
Volgens Moens heeft Bussemaker onvoldoende inzicht in wat er op dit vlak in het reformatorisch onderwijs gebeurt. „De minister wil gaan werken aan een lespakket waarin de sociale veiligheid van homojongeren moet verbeteren. Maar de onderwijsinspectie concludeert keer en keer dat het juist in het orthodox-christelijk onderwijs met die sociale veiligheid goed is gesteld. Dit is echt ongehoord. De minister moet eens een praatje gaan maken met haar voorganger en partijgenoot, Plasterk. Die concludeerde enkele jaren geleden dat het klimaat voor jongeren met een homoseksuele achtergrond veel beter is dan op menige andere school.”
Ook SGP-Kamerlid Bisschop is not amused. „Als je het proces dat in de gereformeerde gezindte gaande is, wilt verstoren, dan moet je met dit soort voorstellen komen. Hiermee wordt het tegendeel bereikt. Dit is ondoordacht. Dit is het paard achter de wagen spannen. Met dwang bereik je niets.”
Dat is ook de benadering van ChristenUnie-Kamerlid Voordewind. „Het fundamentalistisch doordrammen van haar mening gaat averechts werken.” De politicus noemt de mensenrechtenambassadeurs „de zedenpolitie van Bussemaker.”
„De overheid moet volgens CU-Kamerlid Voordewind steeds weer leren dat ze wel zaken voor het onderwijs mag agenderen, maar dat de instellingen zelf mogen bepalen hoe ze daar vorm aan geven. Ik hoop dat de minister ook openstaat voor andere meningen. Laat de bewindsvrouw beseffen dat we in ons land een scheiding hebben tussen kerk en staat. Overigens is ze van harte welkom in de kerk om het hele Bijbelse verhaal te horen.”
CDA-Kamerlid Keijzer was vrijdagmorgen niet bereikbaar voor commentaar. In het Nederlands Dagblad van vrijdagmorgen stelde ze dat iedereen zichzelf moet kunnen zijn. Maar van de inzet van ambassadeurs wil ze niets weten: „Is dit niet een sociaaldemocratische methode, die uitgaat van de maakbaarheid van de samenleving?”
Het idee voor de inzet van mensenrechtenambassadeurs is van PvdA-Kamerlid Yücel. Ze kwam daar eind vorig jaar mee na de presentatie van een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Daaruit bleek dat 80 procent van de behoudende christenen en moslims homoseksualiteit afwijst.
In een interview met deze krant stelt Yücel dat de vrijheid van het individu voor haar boven alles gaat. Scholen mogen volgens haar niet zeggen dat de Bijbel een homoseksuele leefwijze afwijst en dat de onderwijsinstelling zich daaraan wil houden. „Dat is volgens mij geen juiste invulling van de verplichtingen die voortvloeien uit de kerndoelen van voorlichting over seksuele diversiteit.”
De Tweede Kamer houdt donderdag een hoorzitting over de wijze waarop de emancipatie van homoseksuelen in orthodox-religieuze kringen bevorderd kan worden.