LTO laakt vergezicht Dijksma voor kustgebieden
DEN HAAG. Het voornemen van staatssecretaris Dijksma (Natuur) om de zee in kustgebieden op termijn meer ruimte te geven, stuit bij de land- en tuinbouw op weerstand. „We moeten verzilting buiten de deur houden”, zegt LTO-bestuurder Arie Verhorst.
Verhorst is voorzitter van boerenorganisatie LTO in Zuid-Holland en betrokken bij de discussie over grote wateren in het deltagebied, waaronder het Haringvliet en de Nieuwe Waterweg. Volgens hem botst het vergezicht dat Dijksma gisteren in de nota ”Natuurambitie grote wateren 2050” presenteerde met bestaande afspraken.
Als voorbeeld noemt Verhorst het kierbesluit met betrekking tot de Haringvlietsluizen. Vanaf 2018 laat Rijkswaterstaat daar beperkt zeewater in om trekvissen meer kans te geven. „Wij hebben de garantie dat de landbouw en andere gebruikers voldoende zoet water behouden. Maar in Dijksma’s nota lees ik dat het zoute water op termijn tot de Biesbosch moet kunnen doordringen.”
Verhorst vindt dat Nederland zuinig moet zijn op zoet water. „Daar moet je niet mee sollen. Verzilting is slecht voor landbouwgewassen. Ook de glastuinbouw in het Westland gebruikt nog steeds oppervlaktewater en ook allerlei koelinstallaties in het Rotterdamse havengebied zijn ervan afhankelijk.”
LTO heeft geen inspraak gehad bij de totstandkoming van de nota van Dijksma. „We zijn alleen ingelicht dat hij eraan zat te komen. Dit plan komt helemaal uit de hoge hoed van het ministerie”, zegt Verhorst. De nota steekt in op de natuur. „Het is een idealistisch stuk. Beleid hoort ook rekening te houden met andere belangen.”