De Dow-Jonesindex van dertig hoofdfondsen eindigde met een winst van 1,8 procent op 17.666,40 punten. De brede S&P 500 steeg 1,4 procent naar 2050,03 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq ging 1,1 procent vooruit naar 4727,74 punten.

De olieprijs toonde opnieuw een stevig herstel, na de enorme daling van de afgelopen maanden. Na een tussentijdse piek van 9 procent eindigde de prijs van Amerikaanse olie bijna 6 procent in de plus op 52,45 dollar per vat. Brentolie werd ruim 5 procent duurder en kostte 57,64 dollar per vat.

De opmars van de olieprijs, die nog altijd op minder dan de helft van de piek van medio 2014 ligt, pakte weer gunstig uit voor olieconcerns Chevron en ExxonMobil. Zij stonden met plussen van 3 procent bovenin de Dow Jones. Ook machinebouwer Caterpillar profiteerde, met een winst van bijna 4 procent. Dat concern verloor vorige week nog zo’n 7 procent aan beurswaarde, juist door de gevolgen van de dalende olieprijs.

Luchtvaartmaatschappijen leverden opnieuw in vanwege de duurdere olie. Delta Air Lines, United Continental en Southwest Airlines werden 1 tot 3 procent minder waard.

Autobedrijven waren in trek, dankzij sterke verkoopcijfers over januari. Ford en General Motors verkochten vorige maand bijna een vijfde meer auto’s in de VS dan een jaar eerder en kregen er dinsdag op Wall Street 2,5 procent bij.

Het aandeel van de leverancier van kantoorartikelen Office Depot steeg 21 procent. Het bedrijf voert naar verluidt vergevorderde gesprekken met branchegenoot Staples (plus 11 procent) over een fusie.

De waarde van de euro liep dinsdag verder op, door voorzichtig optimisme over de toekomst van Griekenland. Na berichten dat de ECB niet wenst mee te werken aan Griekse plannen in de onderhandelingen met andere eurolanden werd een deel van de winst echter weer ingeleverd. Dinsdagavond was de euro 1,1480 dollar waard, tegen 1,1470 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag.